nieuws

"Intensieve veehouderij is ook klimaatvriendelijker"

nieuws
In het licht van de klimaatconferentie in Cancun onderzoekt Boerenbond de karikatuur van de koe als klimaatboeman. Methaan, als broeikasgas 21 keer schadelijker dan CO2, is bij koeien de boosdoener. Hoogproductieve koeien stoten per kg vlees of melk minder methaan uit, wat Boerenbond doet pleiten voor een intensieve veehouderij.
9 december 2010  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:13

In het licht van de klimaatconferentie in Cancun onderzoekt Boerenbond de karikatuur van de koe als klimaatboeman. Methaan, als broeikasgas 21 keer schadelijker dan CO2, is bij koeien de boosdoener. Hoogproductieve koeien stoten per kg vlees of melk minder methaan uit, wat Boerenbond doet pleiten voor een intensieve veehouderij. Voederadditieven en voedergewasveredeling hebben ook een positieve impact.

De broeikasgasuitstoot van de landbouw is voornamelijk te wijten aan verliezen die voortvloeien uit biologische processen. “Een gestandaardiseerde berekeningsmethode ontbreekt zodat wetenschappers nog steeds discussiëren over de impact van landbouw op klimaatverandering”, zegt Guy Vandepoel van de Studiedienst van Boerenbond.

De broeikasgasuitstoot door de veehouderij wordt veroorzaakt door het methaangas dat vrijkomt als gevolg van de pensfermentatie bij koeien. Bij gebruik van dierlijke mest en kunstmest komt lachgas vrij. “Het opwarmend vermogen van methaan en lachgas ligt 21, respectievelijk 310 keer hoger dan dat van CO2”, legt Vandepoel in het ledenblad Boer & Tuinder uit.

Maar de landbouwsector heeft de voorbije 20 jaar heel wat inspanningen geleverd, aldus Boerenbond. Zo is de uitstoot van broeikasgassen door landbouw met 20 procent gereduceerd. De belangrijkste realisaties zijn volgens Vandepoel een efficiënter gebruik van dierlijke mest en een verminderd gebruik van kunstmest.

“Ook de aanhoudende productieverhoging resulteert in een lagere uitstoot”, zegt Vandepoel. “Een hoogproductieve koe van 8.000 liter melk produceert beduidend minder methaan dan wanneer twee koeien maar evenveel melk produceren.” Het verschil bedraagt 17,4 gram methaan per kg melk tegenover 30,8 gram methaan. Voor de Vlaamse veehouderij geldt dat volgens Vandepoel des te meer voor de wit-blauwe dikbilkoeien die minder broeikasgassen uitstoten per kg vlees dan extensieve rassen die opgroeien in graslandsystemen.

Wanneer het gaat over de broeikasgasuitstoot en de inspanningen die geleverd worden, moet volgens Boerenbond ook nagedacht worden over de ‘afbakening van veeteeltproducten’. Hoe breed beschouw je het productieproces? Hoe verreken je de geproduceerde broeikasgassen naar de verschillende deelprocessen? Of omgekeerd mag men, aldus Boerenbond, niet vergeten dat de rundveehouderij de klimaatimpact van de voedingsindustrie onrechtstreeks vermindert door nevenproducten te valoriseren van bijvoorbeeld de suikerindustrie en de bierbrouwerijen.

Om de broeikasgasuitstoot van koeien verder te beperken, formuleert Vandepoel een aantal ernstige opties. “Men doet proeven met specifieke vaccins of antibiotica die op de methaanproducerende bacteriën in de pens van de koe kunnen inwerken”, klinkt het. Wat een melkveehouder al meteen kan realiseren, is de methaanproductie remmen door bepaalde keuzes te maken in zijn bedrijfsvoering. Hoge productieniveaus is, zoals door Vandepoel uitgelegd, één manier. De onnodige opfok van jongvee vermijden door een laag vervangingspercentage na te streven, is een andere manier.

“Sommige voederadditieven - zoals plantaardige oliën - kunnen de methaanproductie remmen”, wijst Vandepoel op een andere denkpiste. “En het bijvoeren van krachtvoeder doet het rantsoen efficiënter benutten wat volgens Nieuw-Zeelandse proeven de uitstoot kan halveren.” Tot slot zou het rantsoen zelf klimaatgunstiger kunnen worden door bij de veredeling van gras- en maïssoorten een hogere celwandverteerbaarheid na te streven.

Vandepoel concludeert dat een intensieve veehouderij ook synoniem kan zijn voor een klimaatvriendelijke aanpak. “Wie het volledige plaatje wil brengen, vertelt er bovendien bij dat in het grasland van veebedrijven onbeperkt veel CO2 kan opgeslagen worden. Permanent grasland - 31 procent van het landbouwareaal in de EU - draagt op die manier bij tot meer evenwicht in de CO2-balans”, aldus Vandepoel.

Bron: Boer & Tuinder

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek