Inschrijvingen aanplantsubsidie boslandbouw geopend

Onder de in te brengen aankoopkosten vallen de bomen, de kosten voor de arbeid en het machinale werk voor het planten, het verstevigen en beschermen van de bomen, maar ook de aankoopkosten voor het verstevigings- en beschermingsmateriaal voor de bomen. De kosten worden enkel vergoed als de landbouwer deze uitgaven kan staven met factuur en betaalbewijs en als ze betrekking hebben op bomen die werden geplant na de goedkeuring van de inschrijving. Als de landbouwer zelf de bomen plant, wordt daarvoor een forfaitair bedrag van 8 euro per boom uitbetaald.

Voorwaarden

Om in aanmerking te komen voor de subsidie, moet de landbouwer actieve landbouwer zijn in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en ook eigenaar of gebruiker zijn van het boslandbouwperceel. Het perceel moet gelegen zijn in het Vlaamse Gewest, tijdens het huidige en twee voorafgaande jaren minstens twee jaar in landbouwgebruik geweest zijn en moet ten minste een halve hectare groot zijn. Het boslandbouwperceel moet een plantdichtheid hebben tussen de 30 en 200 bomen per hectare. Als het perceel na de voorziene aanplant een plantdichtheid zal hebben van meer dan 200 bomen per hectare, moet een verplicht aanplantingsplan met bijhorende motivering aan de inschrijving toegevoegd worden. De bomen moeten homogeen verspreid zijn over het perceel.

Er zijn wel uitzonderingen. Laagstamfruitbomen, naaldbomen en invasieve exoten komen niet in aanmerking voor subsidie. Ook erfbeplanting komt niet in aanmerking.

De landbouwer moet de bomen tien opeenvolgende jaren na het planten behouden en moet tussen de bomen een landbouwteelt toepassen die jaarlijks in de verzamelaanvraag als hoofdteelt wordt aangegeven.