Inagro en CCBT willen met 16 andere EU-partners de advisering voor biolandbouw opschalen
nieuwsOm de Europese ambitie voor 25 procent biologische landbouw in 2030 te ondersteunen, zijn heel wat nieuwe adviseurs nodig met een goede kennis van de biologische landbouw. Samen met 16 andere EU-partners, wil onderzoeks- en adviescentrum in de land- en tuinbouw Inagro en het Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting Biologische Teelt (CCBT) deze ontwikkeling ondersteunen. Tijdens de startbijeenkomst van het initiatief maakten de partners alvast kennis met het Vlaamse kennisnetwerk voor biologische landbouw.
Europa zet in de Farm to Fork-strategie in op een structurele groei van de biologische landbouw en wil dat in 2030 één vierde van het landbouwareaal biologisch wordt bewerkt. Meer biologische landbouw betekent ook een grotere nood aan adviseurs met een goede kennis van de biologische landbouw. “Het Europese project ‘OrganicAdviceNetwork’ zet in op deze behoefte”, duiden Inagro en CCBT, de twee Vlaamse partners van het project. “De Europese sectororganisatie IFOAM Organics Europe nam het initiatief voor het project, dat wordt gesteund door de Europese Commissie en Zwitserland.”
Hoe ver staat de EU met de doelstelling?
Uit het laatste rapport van het Europees Milieuagentschap (EEA), blijkt dat de EU niet op koers ligt om de 2030-doelstelling voor biologische landbouw te halen. Momenteel wordt er op 10 procent van het areaal aan biologische landbouw gedaan. Het aandeel van de biologische landbouw in de EU zal naar verwachting toenemen, maar niet voldoende om 25 procent van het volledige areaal te beslaan. Om de doelstelling te halen, zou het jaarlijks groeipercentage bijna moeten verdubbelen ten opzichte van het afgelopen decennium.
Europees netwerk
Het project zal onderzoeken welke overkoepelende noden er zijn om de advisering voor biologische landbouw op te schalen en welke randvoorwaarden er zijn om een succesvolle organisatie te hebben. Hierbij wordt onder andere gekeken welke businessmodellen mogelijk zijn en hoe de financiering georganiseerd kan worden. Rekening houdend met de klimatologische omstandigheden wordt Europa voor dit project ingedeeld in vijf geografische zones en worden er thematische netwerken opgezet voor verschillende sectoren: akkerbouw, veehouderij, groenten, fruit en wijnbouw.
Inagro coördineert zowel het netwerk voor de groenteteelt in West-Europa als het netwerk in de Scandinavische landen. “Daarnaast zullen we ook actief deelnemen aan de netwerken voor akkerbouw en veehouderij binnen de relevante klimaatzones”, aldus Inagro. Met deze netwerken wordt ingezet op technische kennisuitwisseling, training omtrent ‘soft skills’ en online vorming over biologische landbouw. Over een periode van drie jaar worden 30 grensoverschrijdende en sectorgerichte bezoeken gepland. “Deze thematische netwerken staan ook expliciet open voor gangbare adviseurs en afgestudeerden die zich willen bijscholen in advisering voor biologische landbouw”, benadrukt Inagro.
CCBT heeft in Vlaanderen en daarbuiten een nauw contact met bioadviseurs en biolandbouwers. Daarom zal CCBT voor dit project de bioadviesdiensten in de regio in kaart brengen en Belgische adviseurs rekruteren om deel te nemen aan het netwerk en zorgen voor de vertaling, verspreiding en communicatie van de output van het project. Daarnaast zal CCBT Inagro ook ondersteunen bij de activiteiten binnen de thematische netwerken.
Veldbezoek
Tijdens de startbijeenkomst in april verwelkomde Inagro alvast alle partners van het OrganicAdviceNetwork op zijn proefbedrijf voor biologische landbouw, om kennis te maken met het Vlaams kennisnetwerk in de sector. “Het proefbedrijf wordt gerund als een praktijkbedrijf en is voor omschakelende telers een belangrijke referentie die bijdraagt aan vertrouwen in het omschakelingsproces”, duidt Inagro. “Onze bioadviseurs deelden hun ervaringen hierover tijdens de bijeenkomst mee aan de andere partners, en CCBT presenteerde hoe de vzw de kennisnoden inzake de biologische praktijk monitort en hiervoor zoekt naar ontwikkelingsmogelijkheden over de sectoren heen.” De startbijeenkomst eindigde op de kleinschalige en gediversifieerde biologische boerderij "'t Goed ter Heule" in Lauwe waar de theorie aan de praktijk getoetst werd.
