Houden vlinderbloemigen stand als EAG-invulling?
nieuwsHet Departement Landbouw en Visserij informeerde landbouwers recent over enkele belangrijke wijzigingen aan de eisen inzake vergroening, meer bepaald inzake gewasdiversificatie en ecologisch aandachtsgebied (EAG). Vanaf dit jaar geldt bijvoorbeeld een algemeen verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij de teelt van stikstofbindende gewassen in het kader van de vergroening. Op Europees niveau is hier de nodige discussie aan vooraf gegaan omdat de vrees bestaat dat boeren afhaken, minder eiwitrijke vlinderbloemigen telen en dus opnieuw meer afhankelijk worden van soja voor hun vee. Zo’n vaart hoeft het niet te lopen volgens specialist in biologische teelttechniek Lieven Delanote (Inagro).
Land- en tuinbouwers dienen dit jaar rekening te houden met een aantal wijzigingen aan de vergroeningsvereisten. Het Departement Landbouw en Visserij heeft ze allemaal gebundeld in de fiche ‘Nieuw in de verzamelaanvraag 2018’. Zo worden de mogelijke invullingen verruimd van het ecologisch aandachtsgebied (EAG). Dat is de vijf procent van het bouwland van een landbouwer die een ‘groenere’ invulling krijgt. Vanaf dit jaar kunnen ook heggen en bomenrijen aangegeven worden als EAG. Grachten krijgen een hogere omzettingsfactor waardoor 1 meter gracht meetelt als 5 m² EAG. Ook bufferstroken langs een waterloop kan een landbouwer selecteren. De voorwaarden waaronder landbouwers niet moeten voldoen aan de verplichtingen inzake ecologisch aandachtsgebied en gewasdiversificatie worden geharmoniseerd.
Tegenover die versoepelingen staat één duidelijke verstrenging, namelijk het verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij de teelt van stikstofbindende gewassen als invulling van de vijf procent bouwland die te boek staat als ecologisch aandachtsgebied. Zelfs het gebruik van met gewasbeschermingsmiddelen gecoat zaad is niet langer toegestaan. Door de wegingsfactor van een stikstofbindend gewas te verhogen naar één telt 1 m² stikstofbindend gewas mee voor 1 m² ecologisch aandachtsgebied. Zo moet de teelt van luzerne, klaver en veldbonen een interessante optie blijven voor landbouwers.
In de praktijk zou de verstrenging op vlak van gewasbescherming contraproductief kunnen werken. Het zou landbouwers die meer zelfvoorzienend willen worden in eiwit voor hun vee door vlinderbloemigen te telen als EAG kunnen afschrikken omdat het risico vergroot dat de teelt mislukt. Onder meer de Europese boerenkoepel Copa-Cogeca en de landbouwcommissie in het Europees Parlement hebben daarvoor gewaarschuwd.
De meest voorkomende invulling van ecologisch aandachtsgebied in Vlaanderen is de teelt van groenbedekkers. Dat lukt landbouwers zonder gewasbeschermingsmiddelen, maar voor een productieve teelt van vlinderbloemigen ligt dat een stuk moeilijker. Moeilijker wil niet zeggen onoverkomelijk, zo vernemen we bij Lieven Delanote, afdelingshoofd biologische productie bij het West-Vlaamse praktijkcentrum Inagro. Bioboeren hebben ervaring met de teelt van vlinderbloemigen zonder het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zodat Delanote kan inschatten hoe groot de uitdaging is.
“Er is een groot verschil tussen maaigewassen als klaver en luzerne enerzijds en anderzijds de teelt van veldbonen en erwten om ze droog te kunnen oogsten. In klaver en luzerne kan je het onkruidprobleem ondervangen door een vals zaaibed te maken (onkruid kiemt en wordt opgeruimd bij de echte zaai die later volgt, nvdr.), eventueel mee haver in te zaaien om onkruid te onderdrukken en een eerste maal in een vroeg stadium te maaien. Daarna zal het gewas het onkruid overgroeien en verstikken”, aldus Delanote.
Meer risico’s zijn er verbonden aan de teelt van erwten en veldbonen. “In bio ervaren we dat puur erwten telen lastig is door onkruid en legering. De oplossing bestaat in het mengen van erwten met graan zodat het graangewas de erwten rechtop houdt en het onkruid onderdrukt. In veldbonen wil het mechanisch bestrijden van onkruid beter lukken, maar kan onkruid tijdens een natte zomer nog problemen geven in een afrijpend gewas. Door ook veldbonen gemengd in te zaaien met graan verkleinen bioboeren dat risico. Bovendien neemt het graan de stikstof op die de vlinderbloemige vrijstelt zodat het onkruid daarvan niet profiteert.” Naar ziektedruk toe dienen telers van erwten en veldbonen zonder gewasbeschermingsmiddelen enig opbrengstverlies voor lief te nemen.
De tip van Inagro om graan bij te zaaien, is ook toepasbaar voor een gangbare teelt van erwten en veldbonen in functie van het ecologisch aandachtsgebied. Het Departement Landbouw en Visserij laat zo’n mengsel immers toe mits het stikstofbindend gewas gedurende de hele teelt overheersend aanwezig blijft. Toch zijn er redenen om te denken dat gangbare landbouwers zullen uitkijken naar een andere, meer laagdrempelige invulling van het ecologisch aandachtsgebied. Het ontbreekt hen bijvoorbeeld aan de machines voor mechanische onkruidbestrijding in erwten en bonen. Sowieso waren stikstofbindende gewassen al niet de meest populaire invulling van EAG. Vorig jaar maakten ze amper 1 procent van de totale oppervlakte uit. De boeren die er voor kiezen, zaaien meestal luzerne (40%) en in mindere mate klaver (17%) en tuin- of veldbonen (14%). Andere toegelaten vlinderbloemigen met een meerwaarde als veevoeder zijn bijvoorbeeld erwten, sojabonen en wikke.