Horecagroothandelaar Metro test kleiner winkelformaat
nieuwsVorige week opende de vijfde Metro-groothandel van ons land zijn deuren in Luik. Voor de officiële opening waren 500 horeca-ondernemers uit de buurt uitgenodigd. "De potentieel belangrijkste 500 klanten", zegt Nikolaus Ritter, de topman van de Metro- en Makro-keten in België. "In tegenstelling tot een supermarkt die een paar tienduizend klanten nodig heeft om voldoende omzet te draaien, heeft een Metro-winkel genoeg aan zo'n 2.000 klanten. Vaak komt 60 procent van de omzet van de belangrijkste 500 klanten. Dat maakt klantenrelaties voor ons zo belangrijk. Het betekent ook dat we zo dicht mogelijk bij die klant moeten komen".
Metro concurreert met andere horecagroothandelaars als ISPC en HGC-Hanos, en met 1.000 tot 2.000 kleine toeleveranciers. "Die werken vaak met levering ter plaatse. Maar die wordt door de files steeds minder betrouwbaar. De klant kan ook zelf zijn verse producten niet kiezen. Daar zetten wij tegenover dat de klant hier vanaf 6 uur 's morgens kan komen, dicht bij de deur. Ze kunnen hier alles vinden en zelf uitkiezen, ze betalen direct en nemen het mee. Snelheid en nabijheid worden steeds belangrijker. Daarom experimenteren we met een kleiner winkelformaat".
In Parijs is inmiddels een eerste vestiging van het kleinere Metro-concept geopend. De winkel heeft een oppervlakte van 2.000 vierkante meter, de helft van een 'gewone Metro zoals in Luik. De kleinere formule heeft verschillende voordelen. Niet alleen is het mogelijk om dichter bij het stadscentrum te komen, er zijn ook gemakkelijker geschikte terreinen voor te vinden en vergunningen voor te krijgen. Ze vragen ook een iets kleinere investering, waardoor versneld kan worden uitgebreid.
"Tot nu keken we voor expansie in België vooral naar de grote steden", zegt Ritter. "Maar het is niet altijd vanzelfsprekend om daar de juiste locatie en de nodige vergunningen te krijgen. Met dit kleinere winkeltype kunnen we nu ook naar middelgrote steden zoals Aalst kijken". Vooralsnog zijn er geen plannen voor de kleine Metro-formule in ons land. "We kunnen ook nog een tijd doorgaan met de expansie van onze normale winkels", benadrukt Ritter. "Na Brussel vorig jaar en Luik nu, willen we in 2009 twee vestigingen openen".
Wellicht gaat het om winkels in Gent en Anderlecht. In 2010 zou een Metro in Brugge volgen. "Voorlopig vraagt een nieuwe vestiging nog een investering van zo'n 10 miljoen euro. Maar eenmaal we de kritische massa van een zeven tot acht vestigingen halen, zal dat zakken. We zullen onze winkels dan immers minder groot en hoog moeten maken omdat ze minder zelf zullen moeten stockeren.
Ritter ziet in het moeilijke economisch klimaat geen reden om de expansie van Metro af te remmen. "Mensen geven nog steeds geld uit aan voeding. Ze zullen misschien wel een goedkoper menu kiezen op de kaart, maar een groot effect is er niet", zegt Ritter. "Bij non-food speelt dat veel meer. Dat zien we bij onze zusterformule Makro. Daar staat de verkoop duidelijk onder druk".
"De non-food bij Makro heeft het trouwens al een tijd lastig. De prijzen van de producten zakken enorm en er is bijzonder veel concurrentie. Dat verklaart waarom het omzetcijfer van Metro/Makro de voorbije jaren slechts licht is gestegen, ondanks de goede prestaties van de Metro-winkels. De mindere opbrengsten in non-food bij de grotere Makro zijn overigens niet zo gemakkelijk goed te maken door de groei bij de kleinere Metro's. Een Metro draait een omzet van 25 tot 50 miljoen euro. Bij Makro in Gent is dat 280 miljoen.(KS)
Bron: De Tijd