Hoe randvoorwaarden verzoenen met natuurgericht beheer?

Vorig jaar hekelden landbouwers in de media dat zij minder vergoed werden voor erosiebestrijdende maatregelen omdat hun grasstroken vervuild waren met onkruid, dat ze echter niet mogen bestrijden met herbiciden. De Vlaamse administraties Landbouw en Leefmilieu laten nu met een brochure zien hoe boeren graslanden natuurgericht kunnen beheren zonder subsidies en vergoedingen mis te lopen.

Landbouwers zijn onmisbare partners in het realiseren van milieu- en natuurdoelstellingen op het platteland. Ze kunnen hiervoor beheerovereenkomsten of agromilieuverbintenissen sluiten met de Vlaamse overheid. Daarnaast zijn er ook samenwerkingsverbanden tussen landbouwers en lokale overheden of milieu- en natuurorganisaties. Landbouwers zijn dus gegeerde partners in het behouden, herstellen of het ontwikkelen van meer natuur of een beter leefmilieu in Vlaanderen.

Natuurvriendelijk beheerde graslanden herbergen een belangrijk deel van de Vlaamse biodiversiteit. Tal van plantensoorten en dieren zijn voor hun voortbestaan aangewezen op een aan hun levenswijze aangepast graslandbeheer. Ook de aanleg en het specifiek beheer van grasstroken draagt bij aan uiteenlopende milieu- en natuurdoelstellingen.

Om te vermijden dat landbouwers door fouten tegen de steun- en randvoorwaarden voor dergelijke inspanningen niet de vergoeding krijgen waar ze recht op hebben, komt er een brochure die klaarheid schept. Het beleidsdomein Landbouw en Visserij sloeg de handen in elkaar met het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie om landbouwers, overheden, terreinbeheerders en andere betrokkenen te informeren over welke graslanden subsidiabel zijn voor het activeren van toeslagrechten en onder welke voorwaarden.

De brochure ’Natuurlijk beheer van grasland – wat met steun- en randvoorwaarden?’ geeft concreet een antwoord op de vraag welke graslanden beschouwd worden als landbouwpercelen en de boeren derhalve moeten aangeven in hun verzamelaanvraag. Een landbouwer leert ook welke graslanden hij moet aanduiden als ‘blijvend of tijdelijk grasland’ en welke als ‘grassen in natuurbeheer’.

Met tekst en beeldmateriaal wordt duidelijk uitgelegd hoe landbouwers graslanden natuurgericht kunnen beheren en toch alle steun (zowel de bedrijfstoeslag als de vergoedingen voor agromilieuverbintenissen) uitbetaald kunnen krijgen. Zo kunnen ze inbreuken op de norm ‘minimaal onderhoud’ in de toekomst eenvoudiger vermijden.

Download hier de brochure.