nieuws

Hoe maak je teeltplan van melkveebedrijf 'groener'?

nieuws
De proefboerderij van de provincie Antwerpen, beter gekend als de Hooibeekhoeve in Geel, moet net als elk ander melkveebedrijf rekening houden met de nieuwe vergroeningseisen uit het Europees landbouwbeleid. Met het idee dat landbouwers kunnen leren van de wijze waarop experten met de vergroening aan de slag gaan, contacteerden we An Schellekens en Gert Van de Ven die zich over het onderzoek naar voedergewassen ontfermen. “Gelet op de bijna 52 hectare bouwland op de Hooibeekhoeve gold de verplichting om minstens vijf procent in te richten als ecologisch aandachtsgebied. Met 3 hectare en 56 are zitten we ver boven dat minimum. We worden een beetje geholpen door de perceelranden langs bossen en waterlopen die meetellen, maar kozen daarnaast bewust voor vlinderbloemigen (luzerne en rode klaver, zowel apart als een mengteelt) en ‘onderzaai’ van gras in maïs. Dat laatste is een vernieuwende manier om een groenbedekker tijdig op de hoofdteelt maïs te laten volgen.” Zomergerst is een opvallende derde teeltkeuze om aan gewasdiversificatie te voldoen.
2 juli 2015  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:31

De proefboerderij van de provincie Antwerpen, beter gekend als de Hooibeekhoeve in Geel, moet net als elk ander melkveebedrijf rekening houden met de nieuwe vergroeningseisen uit het Europees landbouwbeleid. Met het idee dat landbouwers kunnen leren van de wijze waarop experten met de vergroening aan de slag gaan, contacteerden we An Schellekens en Gert Van de Ven die zich over het onderzoek naar voedergewassen ontfermen. “Gelet op de bijna 52 hectare bouwland op de Hooibeekhoeve gold de verplichting om minstens vijf procent in te richten als ecologisch aandachtsgebied. Met 3 hectare en 56 are zitten we ver boven dat minimum. We worden een beetje geholpen door de perceelranden langs bossen en waterlopen die meetellen, maar kozen daarnaast bewust voor vlinderbloemigen (luzerne en rode klaver, zowel apart als een mengteelt) en ‘onderzaai’ van gras in maïs. Dat laatste is een vernieuwende manier om een groenbedekker tijdig op de hoofdteelt maïs te laten volgen.” Zomergerst is een opvallende derde teeltkeuze om aan gewasdiversificatie te voldoen.

Door de hervorming van het Europees landbouwbeleid moet elk landbouwbedrijf met meer dan 15 hectare bouwland (inclusief tijdelijk grasland) voldoen aan de maatregel ‘ecologisch aandachtsgebied’. Dit is één van de drie maatregelen, naast gewasdiversificatie en blijvend grasland, waarmee Europa inzet op de vergroening van het landbouwbeleid. Het komt er op neer dat een landbouwer op minstens vijf procent van zijn areaal bouwland geen maximalisatie van de landbouwopbrengst nastreeft maar oog moet hebben voor milieu- en natuurwaarden.

Hoe hij het ecologisch aandachtsgebied op zijn bedrijf invult, daar is een boer redelijk vrij in gelet op het keuzemenu aan maatregelen dat in Vlaanderen gehanteerd wordt. Keerzijde van die ruime keuze is dat het teeltplan samenstellen en de verzamelaanvraag invullen er zeker niet eenvoudiger op werden. Opdat een landbouwer niet alles zelf zou moeten uitvissen, gaan ook de ‘proefboerderijen’ van de provinciale praktijkcentra met de vergroening aan de slag. Als gespecialiseerd melkveebedrijf is de Hooibeekhoeve in Geel een goede referentie voor melkveehouders in de Kempen (en elders) die tot voor kort alleen maïs en gras teelden.

Een areaal bouwland van bijna 52 hectare maakt dat de proefboerderij van de provincie Antwerpen – gekend voor zijn kennisdeling op vlak van melkvee, voedergewassen en plattelandsontwikkeling – met ingang van 2015 verplicht is om naast maïs en gras een derde teelt op te nemen en vijf procent ecologisch aandachtsgebied (EAG) uit te baten. De e-nieuwsbrief ‘Hooibeekhoeve@Boer’ en een gesprek met coördinator en onderzoekster voedergewassen An Schellekens verschaffen ons meer inzicht in de teeltkeuzes die in Geel gemaakt werden.

Bijna twee hectare vlinderbloemigen maken dit jaar deel uit van het teeltplan van de Hooibeekhoeve, in de wetenschap dat deze stikstofbindende gewassen meetellen als EAG en steeds meer de interesse van landbouwers wekken. Rode klaver heeft net als luzerne baat bij een hoge pH. Dit is op zandgrond, dat van nature zuurder is dan leem of klei, een aandachtspunt. Voor luzerne geldt dit nog meer, wat verklaart waarom dit gewas in het verleden bijna uitsluitend op zwaardere gronden geteeld werd. Luzerne heeft als troef dat veel landbouwers het gewas kennen van de aangekochte luzernebalen die ze voederen aan hun koeien. Zowel klaver als luzerne hebben de bijzondere eigenschap dat ze stikstof uit de lucht kunnen benutten voor hun groei. In het voordeel van rode klaver pleit dat de stikstof fixerende bacterie in zandgrond nog vaak aanwezig is terwijl de bacterie die ‘samenleeft’ met luzerne ontbreekt in de Kempen en dus toegevoegd moet worden aan het zaaigoed. Op de Hooibeekhoeve zijn klaver en luzerne zowel afzonderlijk als in een mengteelt uitgezaaid.

Het hervormd gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Europese Unie is voor de Hooibeekhoeve ook een drijfveer om te innoveren met vertrouwde teelten als gras en maïs. Gert Van de Ven: “We experimenteren met onderzaai van gras op een maïsperceel. Twee technieken werden daarbij toegepast: het vollevelds zaaien van gras gelijktijdig met de maïs – op ons proefveldje gebeurde dat met de hand maar in de praktijk kan dat met een standaard zaaimachine – en het inzaaien van Italiaans raaigras circa zes weken na de maïs. Daarvoor deden we een beroep op de machine van het Nederlandse proefbedrijf De Marke. De proefveldbezoeken die op 25 juni en 1 juli plaatsvonden, boden landbouwers de kans om het resultaat te aanschouwen. Zo kunnen ze met eigen ogen zien dat de onkruidbestrijding een moeilijke evenwichtsoefening is tussen het gras in onderzaai sparen en ongewenste grasachtige onkruiden opruimen. Naast de onderzaai van gras in maïs zaaiden we ook zeer vroege maïs om voor 1 oktober te kunnen oogsten en een mengsel van groenbedekkers in te zaaien. In een proef komt dit thema ook aan bod, waar er wordt nagegaan wat het oogsten en de zaai van groenbedekkers voor 1 oktober de boer oplevert of hem integendeel kost.”

Bij de invulling van zijn ecologisch aandachtsgebied mocht de Hooibeekhoeve bij de stikstofbindende gewassen klaver en luzerne en de inzet van groenbedekkers nog de perceelranden langs bossen en (sommige) waterlopen tellen. Met zogenaamde ‘productieve stroken’ aan de vergroeningseis kunnen voldoen, lijkt een weggever maar Schellekens ziet het als een erkenning van de ‘natuurlijke handicap’ van landbouwbedrijven met (vaak kleinere) percelen in bosrijke gebieden. Je kan een duidelijk verschil in groei waarnemen bij de maïsplanten in de buitenste rijen van een perceel, naast een bos. Op het einde van het groeiseizoen hebben de momenteel kleine, vaak ietwat gele maïsplantjes hun achterstand niet kunnen goedmaken. De onderzoekster benadrukt dat zulke perceelranden maar een kleine bijdrage leveren aan de invulling van het ecologisch aandachtsgebied. “Lopende meters perceelranden tellen in oppervlakte niet snel op. De hierboven beschreven keuzes (stikstofbindende gewassen en groenbedekking) wegen veel zwaarder door en brengen het totaal op 3 hectare 56 are, ongeveer een hectare meer dan de verplichte vijf procent van ons areaal bouwland.”

Aangezien de vergroeningseis blijvend grasland geen aanpassing van de teelttechniek vergt, gaat Schellekens tot slot in op de eis van gewasdiversificatie. “Op zoek naar een derde teelt naast onze 27 hectare maïs en 16 hectare gras – de luzerne en klaver die we demonstreren aan landbouwers even buiten beschouwing gelaten – kwamen we uit bij zomergerst.” Geen enkele keuze voor een derde teelt naast mais en gras is voor een melkveebedrijf vanzelfsprekend. De keuze voor graan werd op de Hooibeekhoeve gemaakt omdat het de minste aanpassingen aan het rantsoen van de melkkoeien vergt. Het graan wordt immers verkocht wordt aan een veevoederfirma en komt terug in de vorm van krachtvoeder.

Veel bedrijven kozen voor een derde teelt zomergraan omdat de nieuwe voorwaarden van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (te) laat bekend waren bij de landbouwers. Op de Hooibeekhoeve had dit te maken met de derogatievoorwaarden rond het scheuren van grasland. De Hooibeekhoeve vraagt net als zo vele andere melkveebedrijven om in afwijking van de algemenen norm meer stikstof uit dierlijke mest te mogen toedienen. Hiervoor moeten bepaalde voorwaarden worden nageleefd, waaronder een scheurverbod van grasland in het najaar. Wintertarwe op het gekozen grasperceel zaaien, was dus geen optie. Nog een reden om voor zomergerst te kiezen, was dat het stro ook als voederstro kan aangewend worden. Stro brengt structuur aan in het rantsoen van de koeien.

Bron: eigen verslaggeving / Hooibeekhoeve@Boer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek