Hanenpoot heeft vaste voet aan grond
nieuwsDe hanenpoot of Echinochloa crus-galli is zich pas goed in West-Europa beginnen vestigen na de Tweede Wereldoorlog. Met de exponentiële uitbreiding van de maïsteelt heeft de soort vaste voet aan de grond gekregen. Om goed te groeien hebben hanenpoten een constante dagtemperatuur van minstens 12 graden Celsius nodig. Dan kan de plant in minder dan twee maanden een volledige levenscyclus afwerken.
Het is verbazingwekkend dat er zo weinig tijd ligt tussen het moment van kieming van het zaad en afrijping van de vrucht. Nochtans kan één plant erg fors voor de dag komen. Bovendien staan er altijd wel een hele klad samen in een akkerrand. Op die manier kunnen ze monotone vegetaties creëren waar andere planten niet tegen opgewassen zijn. De forse stengels, de sterke bladeren en de grote bloeiwijze stellen de hanenpoot perfect in staat in relatief moeilijke omstandigheden te overleven.
Een tractor die erover rijdt, grote droogte, kortstondige wateroverlast: het kan de hanenpoot allemaal niet veel schelen. Bovendien is de soort erg stikstofminnend. Goed bemeste akkers zijn dus een gedroomde voedingsbodem. Tot overmaat van ramp weerstaat de hanenpoot ook aan een heleboel herbiciden. De hanenpoot heeft zelfs weinig last van onkruidbestrijders op basis van atrazine. Bovendien moet hij laat op het seizoen worden bestreden, als de teeltgewassen al een eind zijn gegroeid. Het maakt de bestrijding er niet eenvoudiger op.
Zodra de nachten kouder worden, is het voorbij voor de hanenpoot. Elk jaar sterft de volledige plant af en moet hij zich opnieuw vestigen vanuit zaad. Maar de hanenpoot heeft zich perfect aangepast aan onze landbouwmethoden. In het na- of voorjaar ploegt de boer het veld en wordt het zaad mee in de bodem gewerkt, waar het zijn kans afwacht om in gunstige omstandigheden voor nakomelingen te zorgen.
Bron: De Tijd