Groot-Brittannië kreunt onder runder-tbc

De vlees- en melkveehouderij in Engeland gaat gebukt onder het hoge aantal uitbraken van runder-tbc. De Britse bond voor melkveehouders vraagt om een snelle reactie van het ministerie van Milieu en Voedselgezondheid (Defra) en wil dat het beleid herbekeken wordt. De regering neemt reeds maatregelen tegen fraudepraktijken met oormerken van besmette koeien.

In 2010 nam het aantal besmette kuddes in Groot-Brittannië toe met bijna 9 procent tot 3.622. Volgens David Cotton, voorzitter van de Britse bond voor melkveehouders, zal de situatie nog escaleren. Verwacht wordt dat Defra dit voorjaar nog met een nieuw strategie komt tegen tbc. Daarin zal onder meer sprake zijn van een ruiming van dassen om verspreiding van de ziekte tegen te gaan, een maatregel die eerder al door het parlement van Wales werd goedgekeurd.

In tussentijd vraagt de bond voor melkveehouders dat de Britse regering het beleid herbekijkt dat momenteel gehanteerd wordt wanneer een besmetting wordt vastgesteld. Een pijnpunt daarin is volgens Cotton de wachttijd van twee weken die boeren moeten respecteren vooraleer besmet vee verwijderd mag worden. Gedurende die periode moet het vee geïsoleerd worden om het risico op besmetting van wild te beperken. “In plaats daarvan zouden landbouwers de mogelijkheid moeten krijgen om het vee meteen te verwijderen, via speciaal erkende slachtinrichtingen en transport”, stelt hij.

De regering heeft ondertussen wel aangekondigd dat het maatregelen neemt om besmette koeien voortaan te identificeren op basis van DNA-stalen. Deze maatregel komt er naar aanleiding van een aantal fraudepraktijken met oormerken die aan het licht zijn gekomen. Een aantal veehouders in zuidwest en midden Engeland, waar tbc het vaakst wordt aangetroffen, werd betrapt op het verwisselen van oormerken van besmette koeien met minder productieve runderen. Hierdoor werden de minder productieve koeien geslacht, terwijl de besmette koeien in de veestapel bleven.

Om deze misbruiken tegen te gaan, wil staatssecretaris van Landbouw Jim Paice dat besmette dieren een apart oormerk krijgen en dat er meteen een DNA-staal wordt genomen. Bij het slachthuis zal vervolgens gecontroleerd worden of de DNA-stalen matchen. Dit zal volgens Paice bij willekeur gebeuren, tenzij fraude wordt vermoed.

Ook de Britse voedselveiligheidsdienst Food Standards Agency (FSA) waarschuwt voor de fraudepraktijken. Zij wijst erop dat melk van besmette dieren apart moet worden gehouden en niet mag worden gebruikt voor menselijke consumptie. Melk van andere dieren op hetzelfde bedrijf moet worden verhit, meestal door middel van pasteurisatie, tot de veestapel opnieuw tbc-vrij is.

“Het risico voor de volksgezondheid van deze fraudepraktijken is erg laag. Desondanks willen we de melkveehouders en andere betrokkenen herinneren aan de geldende regels en zullen we overleg plegen met producenten, verwerkers en handelaars om de voedselveiligheid te verzekeren”, stelt directeur Tim Smith van FSA gerust.