Grondstoffen versus nutriënten
duidingEen voeder bestaat uit verschillende grondstoffen zoals soja, tarwe en maïs. Elke grondstof bevat verschillende nutriënten. De belangrijkste zijn energie en eiwit, maar daarnaast zijn ook mineralen (calcium, fosfor), vitamines, essentiële vetzuren en zeker ook water van belang.
Een dier (maar ook mens) heeft nood aan nutriënten en niet zozeer aan grondstoffen. Bij het maken van voeders wordt gezocht naar de combinatie van grondstoffen die de optimale hoeveelheid nutriënten levert aan de laagste kostprijs. Indien bijvoorbeeld de prijs van tarwe stijgt, wordt het gebruik van tarwe teruggeschroefd en vervangen door andere grondstoffen.
Granen bevatten voornamelijk energie terwijl soja een belangrijke eiwitbron is. Om soja te vervangen, heb je dus een andere eiwitbron nodig. Geef varkens de juiste hoeveelheid en soort aminozuren, want dat zijn de bouwstenen van vlees. Vlees bestaat voor ongeveer 75 procent uit water en voor 20 procent uit eiwit.
Elk eiwit heeft een bepaalde verhouding van aminozuren, zoals lysine en methionine. Om efficiënt spierweefsel op te bouwen moet een varken deze aminozuren in een bepaalde verhouding opnemen. Dit noemt ILVO het ideaal aminozuurpatroon. Hierbij worden de aminozuren uitgedrukt als een percentage van het lysinegehalte.
Bij onderzoek naar de eiwitbehoefte van vleesvarkens wordt de verhouding constant gehouden en varieert het lysinegehalte. Dit wil zeggen dat de andere aminozuren mee evolueren als het lysinegehalte verandert. De behoefte wordt dan uitgedrukt als lysine-behoefte (of lys-gehalte).