Grazers kunnen plantengroei in graslanden niet bijhouden waardoor biodiversiteit daalt

Wanneer er meer stikstof neerkomt in natuurgebieden, stikstof die wordt uitgestoten door de veehouderij en door het verkeer, dan zorgt die toename in voedingsstoffen ervoor dat de plantengroei in graslanden toeneemt. “Wilde begrazers slagen er meestal niet in die plantengroei onder controle te houden waardoor dit leidt tot overmaatse eenzijdige plantengroei en een afname van de biodiversiteit”, zeggen onderzoekers van de VUB.

18 december 2020  – Laatst bijgewerkt om 18 december 2020 14:24
Lees meer over:
grazers graslanden_VUB

De onderzoekers constateerden dat de mens op twee vlakken sterk ingrijpt op graslanden: enerzijds heb je de toename van voedingsstoffen of nutriënten en anderzijds heb je de veranderingen in soorten en aantallen van grote grazers. “Een dringend vraagstuk in dat kader is dan bijvoorbeeld wat het lange termijneffect is van stikstof die door verkeer en landbouw in de atmosfeer wordt gebracht en die terechtkomt in natuurgebieden”, luidt het in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Communications.

Wereldwijd onderzoeksnetwerk

Data van een wereldwijd onderzoeksnetwerk, ‘Nutrient Network’ genaamd, werden gebruikt om de impact van deze toename in voedingsstoffen en veranderingen in begrazing op de biomassa van planten in graslanden na te gaan. Dat netwerk (NutNet) werd opgericht in 2005 en bestudeert inmiddels wereldwijd hoe graslanden reageren op veranderingen in bemesting en begrazing. En dat op ruim 100 locaties in 20 verschillende landen.

Leden van het netwerk voeren overal dezelfde experimenten uit: ze voeren stikstof, kalium en/of fosfor toe aan grasland en dat in alle mogelijk combinaties. Daarbij worden sommige proefvlakken begrazen en andere niet. De data over de diversiteit en biomassa van planten in het experiment worden elk jaar verzameld.

VUB-onderzoekers professor Harry Olde Venterink en Judith Sitters van het Departement Biologie aan de VUB zijn leden van NutNet en beheren zelf alle een experiment, één in Nederland en één in Brazilië. Voor het onderzoek naar de impact van de verrijking van graslanden op de biodiversiteit gebruikten ze de data van 58 locaties op 6 continenten.

Wilde en gedomesticeerde grazers

“Uit ons onderzoek blijkt in eerste instantie dat een toename in voedingsstoffen de plantengroei in graslanden doet toenemen. We bekeken ook wat er vervolgens met die extra biomassa gebeurt. We vroegen ons af of die werd weggegeten door de aanwezige grazers”, leggen de VUB-onderzoekers uit. Ze wijzen erop dat zich in de onderzochte graslanden veel grote wilde grazers, zoals herten of gazelles, of gedomesticeerde soorten, zoals koeien of schapen, aanwezig waren.

Waar de grazers de toename in plantengroei niet kunnen bijhouden, leidt dit tot een afname van de biodiversiteit

Judith Sitters - Onderzoeker Departement Biologie VUB

Op basis van de onderzochte data concluderen de onderzoekers dat het de grazers in veel gevallen niet lukt om de toename in plantengroei bij te houden. “Dat lijkt alleen te lukken op die plekken waar er extra veel grazers zijn, zoals op graslanden waar er vee wordt gehouden. Voor natuurlijke graslanden lukt dit niet en daar leidt die overmaatse eenzijdige plantengroei tot een afname van de biodiversiteit”, zegt Judith Sitters. Een bijkomend risico van die toename aan biomassa zou een groter risico op natuurbranden zijn.

De VUB-onderzoekers benadrukken dat graslanden belangrijke ecosystemen zijn die essentieel zijn voor de opslag van koolstof en het behoud van de biodiversiteit. “Dit onderzoek laat dus zien dat het belangrijk is om (wilde) grazers te behouden in graslanden om zo de negatieve gevolgen van eutrofiëring wat in te perken. Helaas zien wij dat in veel graslanden ook de diversiteit aan wilde grazers achteruitgaat, of vervangen worden door één soort vee, zoals koeien. Ook hierdoor neemt de biodiversiteit in het landschap af”, besluiten Venterink en Sitters.

Beeld: VUB

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek