Granen, aardappelen, suiker en zuivel: Wat zijn de verwachtingen voor 2025?
duidingMatige en weinig wijzigende graanprijzen, positivisme over de aardappelmarkt, verdere druk op de suikerprijzen en goede zuivelprijzen, al zal niet elke melkveehouder daar in even grote mate van kunnen profiteren. Dat zijn de voorspellingen die Marc Ballekens deed tijdens zijn jaarlijkse State of the Union, een event waarvoor maar liefst 900 mensen naar Oudenaarde afzakten.
Marc Ballekens is niet alleen directeur van het Praktijkcentrum voor Land- en tuinbouw (PCLT) en manager van Seed@Bel, de Belgische Beroepsvereniging Zaaizaadsector, hij is ook expert bij het Europees Comité van de Regio’s. Al jarenlang volgt hij de wereldwijde markten voor landbouwgrondstoffen op en elk jaar waagt hij zich aan een aantal voorspellingen over de evolutie op die markten en de gevolgen dat dit kan hebben voor de prijzen die de Belgische landbouwers krijgen voor hun gewassen. Tijdens een druk bijgewoonde 'State of the Union' in Oudenaarde liet hij in zijn kaarten kijken.
Graanmarkt
Als we de tarweprijzen sinds de oogst van 2024 bekijken, dan stelt Ballekens vast dat die schommelen tussen de 190 en 200 euro per ton, matige prijzen dus, met hier en daar een paar kleine uitschieters naar onder of boven. “Eigenlijk liggen die min of meer in de lijn van de prijzen die we gezien hebben sinds de oogst van 2023,”, klinkt het. Voor korrelmaïs liggen de prijzen in dezelfde lijn, want meestal volgen beide markten dezelfde tendens. Waar vorig jaar een serieuze dip kwam in de prijzen vanaf januari-februari, is het de vraag of dit beeld zich zal herhalen in 2025.
Daarvoor kijkt Ballekens naar een aantal factoren. “Eerst en vooral heb je de wereldgraanvoorraad. Vandaag blijft die op peil. De stock-verbruikratio is vandaag 21 en wanneer die hoger is dan 20 dan heeft dit vaak een negatief effect op de graanprijzen”, legt hij uit. Maar dat is niet de enige factor die een rol speelt. Ook de toestand in andere grote graanlanden doet er toe. “Rusland heeft nog steeds te maken met een exportbeperking en dat geeft dus voor een positieve duw aan de graanprijzen. In Europa en de VS zien we een goede uitzaai en opkomst, wat eerder een negatieve invloed heeft op de prijs.”
En dan is er nog Oekraïne dat natuurlijk ook een groot graanland is. “Door de oorlog heeft de EU in het verleden toegestaan dat er meer Oekraïens graan mag geïmporteerd worden, wat de graanprijzen radicaal deed dalen”, vervolgt Ballekens. “Daarna werden die hoeveelheden teruggeschroefd en vandaag hinkt de EU op twee benen. Enerzijds wil het Oekraïne maximaal steunen en dus toestaan dat het land veel graan in de EU mag invoeren, maar anderzijds behoedt de unie zich er ook voor dat er niet te veel graan binnenkomt, want anders riskeert men dat de Poolse en Roemeense boeren weer massaal de grenzen met Oekraïne gaan blokkeren. Maar we moeten er rekening mee houden dat die beslissing niet alleen genomen wordt vanuit een landbouwbril.”

Een bijkomende factor is de onrust in het Midden-Oosten dat evenwel geen producent is van graan, maar vooral een consument en dus een belangrijke afzetmarkt voor de rest van de wereld. “Als Iran in de hoofdrol komt in de oorlog in het Midden-Oosten, dan is het eigenlijk niet te voorspellen wat er kan gebeuren. Vooralsnog verwacht ik niet dat de VS en bij uitbreiding Israël het zover gaan laten komen dus wellicht blijft de invloed ervan beperkt”, verduidelijkt Ballekens.
Hij raadt landbouwers aan om rekening te houden met alle bovenstaande factoren om te bepalen wat de graanprijzen zullen doen. “Maar globaal genomen verwacht ik dat die verschillende factoren hier en daar voor wat ups en downs zullen zorgen in de graanprijzen, maar al bij al zal het huidig matig prijsniveau min of meer aanhouden. De belangrijkste impact kan komen van de import uit Oekraïne. Als Europa plots de deur weer openzet voor Oekraïens graan, dan zullen we opnieuw geconfronteerd worden met de dip die we ook vorig voorjaar zagen in de graanprijzen”, meent Ballekens. Over een mogelijke stijging van de graanprijzen dit jaar is hij wel duidelijk: die komt er niet.
Aardappelmarkt
De aardappelteelt is al een aantal jaren een goede teelt voor akkerbouwers. Al waren de groeiomstandigheden afgelopen jaar niet goed, dat werd gecompenseerd door de goede prijzen. Niet alleen de contractprijzen lagen relatief hoog, op de vrije markt werden nog hogere toppen gescheerd. Voor 2025 stelt Marc Ballekens vast dat de contractprijzen op hetzelfde niveau liggen als in 2024. “Wie aardappelen kan stockeren en reinigen tijdens de rooiperiode doet ook beduidend meer voordeel dan wie dat niet kan. Het scheelt hem toch al gauw 2 tot 2,5 euro per 100 kilo aardappelen voor wie op contract levert en voor wie vrije aardappelen levert, is het verschil nog groter.”
Hoewel de contractprijzen in de lijn van die van 2024 liggen, ziet Ballekens toch ook heel wat hoopgevende resultaten voor de oogst van 2025. Eerst en vooral ligt de kost voor pootgoed iets lager ligt dan vorig jaar. En hoewel de aardappelen voor dit jaar nog niet zijn geplant, kan ook verwacht worden dat de kosten voor de teelttechniek, zoals bijvoorbeeld bespuitingen, een stuk lager zullen liggen. “2024 was op dat vlak een bijzonder duur jaar om aardappelen te telen. Bovendien werden de telers vorig jaar ook sterk geplaagd door het weer waardoor de aardappelen heel laat werden geplant en dus minder opbrachten dan in een jaar met betere weersomstandigheden. Ook dat kan dit jaar beter meevallen, alhoewel de laatste jaren ons geleerd hebben dat het weer een zeer onvoorspelbare factor blijft”, legt hij uit. Bovendien zijn de aardappelstocks op hun laagste niveau ooit.
Suikermarkt
Ballekens begint zijn verhaal over suiker met het duiden van de wereldmarkt. “Jaarlijks wordt er 180 miljoen ton per jaar suiker geproduceerd. De grootste producenten zijn India en Brazilië met elk een aandeel van 22 procent. Waar India vooral voor de eigen consumenten produceert, is Brazilië de grootste suikerexporteur. En dus heeft die laatste een veel grotere impact op de wereldwijde suikerprijzen”, stelt hij. De rol van Europa op de suikermarkt is veel beperkter. Het produceert ongeveer negen procent van alle suiker in de wereld. Binnen de EU is Frankrijk, met een aandeel van 2,5 procent, de grootste suikerproducent. Andere grote productielanden zijn Thailand (6%), China (5%) en de Verenigde Staten (4,5%).
In 2024 werden in Europa veel suikerbieten geplant. “Door de slechte tarweprijzen als gevolg van de invoer vanuit Oekraïne zijn Poolse boeren massaal overgestapt op de teelt van suikerbieten”, verduidelijkt Ballekens. Door slechte weersomstandigheden werden de Belgische boeren geconfronteerd met lage opbrengsten en lage suikergehaltes, maar dat was niet het geval voor de rest van de EU. Daar is de oogst wel goed gelukt.
Terzelfdertijd deed zich een ander effect voor van de Oekraïne-oorlog: Europa verlaagde de importtarieven voor Oekraïense suiker. En dat had onmiddellijk effect. Waar voor de oorlog in Oekraïne slechts 20.000 ton suiker in de EU werd geïmporteerd, steeg die hoeveelheid in 2023 tot maar liefst 500.000 ton om vanaf 2024 terug te vallen tot 200.000 ton. “Maar dat is nog steeds tien keer meer Oekraïense suiker die op de Europese markt terechtkomt dan voor de oorlog”, benadrukt Ballekens. Volgens hem had de suikerimport uit Oekraïne en de hogere suikerproductie in Polen een dubbel effect: de Europese suikerprijs daalde van 850 euro naar 500 euro per ton.
Die druk op de prijzen is volgens hem niet weg en dus ziet het er niet zo goed uit voor de suikerbiettelers in 2025. Zo heeft Iscal, één van de twee spelers op de Belgische markt, laten weten dat het in 2025 nog maar 42 euro per ton bieten zal betalen (met een gemiddeld suikergehalte van 17,5%), terwijl dat vorig jaar nog 52 euro per ton was.

Tiense schroeft bietenareaal terug door slechte suikerprijzen
20 januari 2025Dat Tiense Suiker, de andere speler op de Belgische markt, recent communiceerde naar de telers dat het 15 procent minder bieten zou laten zaaien, is een gevolg van die slechte situatie op de markt. “Tiense Suiker behoort tot de Südzucker-groep dat fabrieken heeft in Duitsland, Polen, België en Frankrijk. Zij zijn dus de grootste Europese speler en kunnen met die beslissing een impact hebben op de totale Europese productie. Iscal is een lokale speler en kan dat niet”, legt Ballekens uit. Volgens hem is het van belang dat die Europese productie wordt afgeremd, want als er teveel wordt geproduceerd dan moet dit afgezet worden buiten Europa, aan de wereldmarktprijs en die ligt een stuk lager dan de Europese suikerprijs.
Zuivelmarkt
Vervolgens belicht Marc Ballekens ook de zuivelmarkt. In 2024 daalde de voederkost voor de melkveehouders en tegelijkertijd stegen ook de melkprijzen. “Dus globaal genomen kunnen we zeggen dat het vorig jaar een uitstekend jaar is geweest voor de melkveehouderij”, concludeert hij uit het voedersaldo. “Maar en er is een grote maar, alles hangt ervan af hoe zwaar de melkveehouders getroffen zijn door blauwtong. Daar zien we grote verschillen in. Ik sprak vorige week met een melkveehouder in Zillebeke wiens veestapel zwaar te lijden heeft onder blauwtong en ook met een andere melkveehouder uit Pelt die nauwelijks last heeft ondervonden van de ziekte. Dat heeft natuurlijk een duidelijke impact op het financieel resultaat van die bedrijven.”
Ook in 2025 zullen de naweeën van blauwtong op nog heel wat bedrijven voelbaar zijn, terwijl de verwachting is dat ook de melkprijzen goed blijven. Ballekens verwacht zich dus aan een afspiegeling van 2024, maar opnieuw met de opmerking dat er tussen de melkveebedrijven zeer grote verschillen kunnen zijn, afhankelijk van de impact die blauwtong er heeft. Op de langere termijn zijn de vooruitzichten eveneens goed, benadrukt hij, want de verwachting is dat de wereldwijde zuivelconsumptie stijgt met 100 miljoen ton tegen 2035. Die groei zal niet in Europa gerealiseerd worden door de strenge milieu- en dierenwelzijnsnormen, maar elders in de wereld. Toch kan de consumptiegroei een positief effect hebben op de prijzen.
Varkensmarkt
Tot slot staat Ballekens nog stil bij de varkensprijzen. Na twee rampzalige jaren in 2021 en 2022 veerden de prijzen weer op en was er sprake van goede prijzen. Tot de plotse uitbraak van mond- en klauwzeer half januari in Duitsland. Heel wat landen sloten daarop hun grenzen voor Duits varkensvlees met een zware dip in de varkensprijzen tot gevolg. Hoe lang die nog aanhoudt, hangt in de eerste plaats af van de evolutie van MKZ. Maar voorlopig verwacht Ballekens dat we het nog even zullen moeten stellen met een beduidend lager prijsniveau.
Op langere termijn is het belangrijk om de situatie in China in het oog te houden. Vandaag is die markt voor ons belangrijk voor de afzet van het vijfde kwartier, zoals de poten, oren en snuiten worden genoemd. "In het land zien we niet alleen varkensflats met daarin duizenden varkens opduiken, maar ook heuse zeugensteden waarbij de ene kraamstal naast de andere staat." Hij verwacht dat het land meer en meer zelfvoorzienend zal worden voor varkensvlees. Iets wat voor voedingsgewassen niet kan, aangezien China over vijf procent van de landbouwoppervlakte in de wereld beschikt en 18 procent van de wereldbevolking moet voeden.
In een tweede deel schetste Marc Ballekens tijdens zijn State of the Union ook de impact van geopolitieke verschuivingen op de wereldhandel en handelsakkoorden als Mercosur. Dit belichten we in een volgend artikel.

Bron: Eigen berichtgeving