nieuws

Goed alternatief voor neonics in 50% van toepassingen

nieuws
Voor de helft van de toepassingen van neonicotinoïden in Europa bestaan alternatieven die weinig tot geen nadelige gevolgen hebben voor het milieu. Dat meldt het Nederlandse adviesbureau CLM op basis van eigen onderzoek. In vier landen zijn tien teelten onderzocht, waaronder granen, aardappelen, suikerbieten, appels, olijven en citrusvruchten. Niet elke vervanging van neonicotinoïden is een verbetering, citeert vakblad Boerderij de onderzoekers. Suikerbieten moeten bijvoorbeeld vaker gespoten worden met voor het milieu schadelijke insecticiden.
10 oktober 2017  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:42

Voor de helft van de toepassingen van neonicotinoïden in Europa bestaan alternatieven die weinig tot geen nadelige gevolgen hebben voor het milieu. Dat meldt het Nederlandse adviesbureau CLM op basis van eigen onderzoek. In vier landen zijn tien teelten onderzocht, waaronder granen, aardappelen, suikerbieten, appels, olijven en citrusvruchten. Niet elke vervanging van neonicotinoïden is een verbetering, citeert vakblad Boerderij de onderzoekers. Suikerbieten moeten bijvoorbeeld vaker gespoten worden met voor het milieu schadelijke insecticiden.

In veel gevallen zijn er in Europa goede alternatieven voor insecticiden van het neonicotinoïde-type. Volgens adviesbureau CLM kunnen deze gewasbeschermingsmiddelen vaak vervangen worden, maar niet altijd op korte termijn. Hun onderzoek heeft betrekking op de vijf toegelaten neonicotinoïden in de EU plus fipronil, dat frauduleus in eieren terechtkwam maar ook legaal gebruikt wordt – of beter werd – als zaadcoating.

In ongeveer de helft van de 40 gevallen (10 teelten in vier landen, nl. Nederland, Duitsland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk) kunnen neonicotinoïden eenvoudig vervangen worden. In een derde van de gevallen hebben de insecticiden die als alternatief gespoten worden ook een hoge milieu impact. Voor zeven plaagorganismen in drie gewassen (ongeveer een zesde van de gevallen) zijn er op dit moment geen goede alternatieven beschikbaar voor ten minste één van de neonicotinoiden. Een onmiddellijk verbod leidt in deze geval tot opbrengstverlies en extra kosten.

In bijvoorbeeld de aardappelteelt worden de neonicotinoïden gebruikt tegen luis en coloradokever. Volgens de onderzoekers zijn hier voldoende chemische en niet-chemische alternatieven voor, tenminste in zetmeel- en consumptieaardappelen. In pootgoedteelt is het lastiger vanwege virusoverdracht door bladluizen. Niet elk alternatief is een verbetering, aldus de onderzoekers. Bietenzaad met een coating van neonicotinoïden vervangen door een gewasbespuiting met andere chemische middelen heeft geen zin, want dan moet per saldo meer gespoten worden met meer schadelijke middelen.

De oefening in vier verschillende landen maken, bleek nodig om zinvolle conclusies te kunnen trekken. Zo zijn neonicotinoïden erg belangrijk in Duitsland om de koolvlieg in koolzaad te bestrijden, maar niet in het Verenigd Koninkrijk, waar de vlieg geen belangrijke plaag is. Dat verklaart ook de forse verschillen in gebruikte hoeveelheden. Nederland heeft een hoog gebruik per hectare, Duitsland een hoog totaalverbruik vanwege het grote areaal koolzaad dat beschermd moet worden tegen de koolvlieg.

CLM deed ook een quick-scan van het effect op het landbouwinkomen. Een totaalverbod op neonicotinoïden zal economische consequenties hebben voor telers van appel, maïs, suikerbiet en koolzaad. Inkomensverliezen verschillen van ongeveer drie procent voor koolzaad in het Verenigd Koninkrijk tot 50 procent in de appelteelt. In de suikerbietenteelt dreigt er zeven procent opbrengstderving en een financieel verlies van in totaal 456 euro per hectare, rekening houdend met de extra kosten van een volleveldsbespuiting met insecticiden. De onderzoekers plaatsen zelf als kanttekening bij hun impactanalyse dat een verbod een sterke impuls kan zijn voor innovatie, wat het negatieve effect kan verkleinen.

De auteurs van de studie dringen aan op een versnelde toelating op de markt van 'groene gewasbeschermingsmiddelen'. Ze pleiten ook voor geïntegreerde plaagbestrijding, variërend van het kiezen voor resistente rassen tot het gebruik van bodembedekking als gewasbescherming. Een ruimere gewasrotatie is ook effectief: gebieden met minder intensieve teelt van koolzaad, zoals in Nederland, hebben weinig tot geen problemen met de koolzaadaardvlo waarvoor juist veel neonicotinoïden worden gebruikt in het Verenigd Koninkrijk.

Monitoren van plagen moet ook verder ontwikkeld worden. Wanneer een plaag weinig voorkomt, kunnen telers er voor kiezen om geen zaad te gebruiken dat met pesticiden is gecoat. En in het geval er wel schade optreedt, kan een collectieve gewasverzekering zoals ontwikkeld voor maïsproductie in de Povlakte in Italië de geleden schade compenseren. Natuurlijke vijanden van plagen kunnen worden geholpen door breedwerkende gewasbeschermingsmiddelen te vermijden en natuurlijke vegetatie rondom akkers en boomgaarden te bevorderen.

Meer info: CLM

In samenwerking met: Boerderij

Beeld: Amazone

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek