nieuws

Ggo's even veilig als conventioneel veredelde gewassen?

nieuws
ARGUS, het milieupunt van KBC en Cera, publiceert in twee delen een debat omtrent ggo's. In het eerste deel worden een aantal discussiepunten voorgelegd aan René Custers, verbonden aan het VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) en aan Geert Gommers die stafmedewerker voeding is bij VELT (Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren).
4 november 2010  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:13
Lees meer over:

ARGUS, het milieupunt van KBC en Cera, publiceert in twee delen een debat omtrent ggo's. In het eerste deel worden een aantal discussiepunten voorgelegd aan René Custers, een moleculair bioloog verbonden aan het VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) en aan bio-ingenieur Geert Gommers die stafmedewerker voeding is bij VELT (Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren).

ARGUS vond het tijd om de gangbare pro's en contra’s omtrent ggo’s op een rij te zetten en ze te laten becommentariëren door experts. Consumenten blijven immers niet onberoerd door het gebruik van ggo’s en er leven veel al dan niet terechte vragen, angsten en vooroordelen. In deel één worden een aantal argumenten besproken die tegen ggo’s worden gebruikt. Het tweede deel van het debat verschijnt op 15 november op de ARGUS-website.

VELT-medewerker Geert Gommers, een kritisch tegenstander van ggo's, vindt het moeilijk om een uitspraak te doen over de voedselveiligheid van ggo’s. De Europese Voedselveiligheidsautoriteit EFSA beoordeelt ggo’s als veilig omdat er geen risico’s bekend zijn, maar dat botst volgens Gommers met het voorzorgsprincipe. Bovendien stelt hij vast dat een aantal EFSA-leden sterke banden hebben met de ggo-lobby, wat hun geloofwaardigheid ondermijnt.

VIB-wetenschapper René Custers, een genuanceerd voorstander van ggo's, verzekert dat ggo’s veilig zijn voor de mens. “Genetische modificatie gaat gepaard met een uitgebreide risico-analyse om onzekerheden zoveel mogelijk te reduceren. Die analyse garandeert dat ggo’s op zijn minst even veilig zijn als conventionele gewassen.”

Tegenstanders van ggo’s schermen met het gevaar dat boeren afhankelijk worden gemaakt van multinationals door het telen van genetisch gemodificeerde gewassen. Gommers schaart zich volmondig achter dat gevaar: “Bedrijven nemen een patent op de ontwikkeling van een ggo en koppelen de teelt van een ggo vaak aan een bepaald herbicide. Als landbouwer geraak je zo sterk gebonden aan een aantal bedrijven.”

Custers erkent dat het patentrecht een rol speelt, maar voegt er aan toe dat die rechten niet tot in de eeuwigheid duren. “Een boer behoudt bovendien de keuzevrijheid welk zaad hij koopt en bij wie hij het koopt. Voorwaarden zoals zelf geen zaad winnen voor volgend seizoen kunnen voor boeren in ontwikkelingslanden misschien een probleem zijn, maar landbouwers van hier hebben de gewoonte om elk jaar nieuw zaad te kopen, omdat het gecertificeerd is, virusvrij en voorbehandeld.”

Wat het risico op kruisbesmetting betreft meent Gommers dat coëxistentie van ggo’s en conventionele gewassen in de praktijk niet te realiseren is zonder kruisbesmetting. “Besmetting is sterk afhankelijk van plant tot plant, maar bijvoorbeeld bij koolzaad is de verspreiding van het zaad niet in toom te houden.”

Custers merkt daarop aan dat conventioneel veredelde planten, die door de jaren heen door de mens zijn ‘gekneed’, ook hun effect hebben op de natuur. “Het klopt dat gentechnologie op een niet natuurlijke wijzen eigenschappen toevoegt aan planten, maar mocht de cultuurwortel dan evenmin conventioneel veredeld worden omdat de wilde wortel vandaag een eigenschap heeft die van de cultuurwortel afkomstig is?” Custers benadrukt dat bij gemodificeerde planten altijd wordt nagegaan of ze een ongewenst effect kunnen hebben op de natuur. “Maar een eigenschap als bijvoorbeeld herbicidentolerantie heeft geen effect op de wilde populatie.”

Gommers pleit ervoor dat de overheid meer inzet op ontwikkelingen als biologische voeding en belangrijker wordende consumentenkeuzes als authenticiteit, smaak, natuur en dierenwelzijn. “Ggo’s passen daar niet in terwijl ze wel aanwezig zijn in onze voeding aangezien veevoeder systematisch ggo’s bevat.” “Als je als consument eist dat er in het hele proces dat je voedsel doorloopt, geen ggo's gebruikt mogen worden, dan wordt het vandaag lastig om vlees te eten”, repliceert Custers.

Gentechnologie heeft volgens Custers wel degelijk een functie te vervullen in de moderne landbouw, al verkiest het IAASTD (International Assessment of Agricultural Science and Technology for Development, een initiatief van onder meer UNEP, WHO, FAO en de Wereldbank) lowtech-oplossingen boven biotechnologie. “Agro-ecologie, conventionele veredeling, onderzoek naar duurzame landbouw, naar bodemvruchtbaarheid en hoe de bodem een rol speelt in opbrengst en gezondheid van gewassen, is belangrijk. Maar ik zie niet in waarom die aanpak niet gecombineerd kan worden met een gewas waarin bijvoorbeeld een bepaalde ziekteresistentie is ingebracht.”

Gommers meent dat het IAASTD-rapport: Agriculture at a crossroads  heel duidelijk is. “Als het gaat over voedselzekerheid, bieden ggo's geen oplossing voor het voeden van de wereldbevolking. Meer dan 400 wetenschappers die in opdracht van de VN het probleem van voedselzekerheid proberen aan te pakken, schuiven in het rapport vijf oplossingen naar voren en ggo's horen daar niet bij.” Gommers noemt het spijtig dat de Vlaamse regering die nota niet bekrachtigd heeft. “Men lijkt er van uit te gaan dat het vooral van toepassing is voor arme boeren. Ook de landbouw in het Noorden moet evenwel terug lokaal geënt zijn, met lokale zaden en met organische mest van eigen dieren. Een benadering die veel verder gaat dan focussen op één aspect, zoals bij ggo-gewassen het geval is.”
 

Meer info: Deel 1 van het ggo-debat

Bron: ARGUS Milieupunt

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek