Gezocht: meer dan 2 100 meetpunten
nieuwsDe creatie van een meer precies meetnet voor het bepalen van de exacte nitraatverontreiniging door de landbouw zit vervat in het globaal akkoord over de uitbreiding van de kwetsbare gebieden. De boeren protesteerden heftig tegen een forse uitbreiding van die gebieden, waar strenge bemestingsnormen gelden. Volgens hen werden veel te grote zones afgebakend op basis van slechts één meetpunt. "Meten is weten", klonk het.
Afgesproken werd om voorlopig 'slechts' 46,5 procent van Vlaanderen in te kleuren als kwetsbaar. Aan de hand van een omvangrijker meetnet zou dan worden beslist meer of minder kwetsbare zones aan te duiden.
De uitbouw van dat fijnmaziger meetnet wordt geen sinecure. Op het overleg tussen het kabinet van Vlaams milieuminister Vera Dua, de afdeling Water van de milieu-administratie, de VMM en de milieu- en landbouworganisaties, ligt een voorstel op tafel om het MAP-meetnet van de VMM voor de controle van het oppervlaktewater te vergroten van circa 270 naar een 800-tal meetpunten. Het vinden van geschikte MAP-meetpunten - waar de nitraatvervuiling enkel door de landbouw kan veroorzaakt zijn - is in het dichtbevolkte Vlaanderen niet simpel.
De start van het huidige MAP-meetnet bij het totstandkomen van het tweede Mestactieplan in '99 zorgde al voor gekibbel over de invloed van andere vervuilers (industrie, huisgezinnen). Voor de controle van het oppervlaktewater beschikt de VMM voorts over een 1.000-tal reguliere meetpunten, waarvan de resultaten eventueel ook kunnen worden gebruikt.
Voor het onder de loep nemen van de nitraatvervuiling in het grondwater schuift de administratie meer dan 2.100 meetputten naar voren, waar er momenteel een 100-tal bestaan. Elke boorput krijgt drie peilbuizen om het nitraatgehalte op verschillende dieptes te kunnen bepalen en zo te achterhalen hoe diep de nitraatvervuiling al is doorgedrongen.
Bedoeling is dat volgende week de natuur- en landbouworganisaties hun fiat geven over het voorgestelde concept en over de manier waarop - op basis van de resultaten - zones zullen worden afgebakend (de 'beslissingsboom'). Of er een concensus uit de bus komt, is zeer de vraag. Verschillende partners in het overleg twijfelen aan de haalbaarheid én de betaalbaarheid van de plannen van de administratie, zo is te horen.
Dat het bepalen van de beslissingsprocedure een zware dobber wordt, leidt geen twijfel. Allereerst hanteren de afdeling Water en de VMM nu andere methodes van zonering. Voorts zijn er tal van heikele knopen door te hakken. Zoals de vraag op basis van welke criteria een gebied zijn status van 'kwetsbaarheid' kan verliezen. Pas als bijvoorbeeld de richtwaarde van 25 mg nitraat/l wordt gehaald of eerder? En in welke mate wordt de mate van eutrofiëring of de mestdruk in rekening gebracht?
Als alle partijen het volgende week niet eens raken over het concept, ligt de bal in het kamp van de Vlaamse regering, luidt het. Vanaf 30 juni zullen de milieubewegingen en de landbouwers de geselecteerde meetplaatsen ter plaatse kunnen checken en eventueel opmerkingen formuleren. Uiteindelijk zijn het wel de administratie en de VMM die beslissen. De definitieve lijsten met meetpunten moeten tegen het eind van de zomervakantie klaar zijn.
In september zou de VMM beginnen met het nemen van stalen van het oppervlaktewater van rivieren en beekjes op de uitgekozen plaatsen. De ambtenaren van de afdeling Water van AMINAL (Administratie Milieu, Natuur, Land en Water) zullen dan ook starten met de noodzakelijke boringswerken voor de meetputten voor de controle van het grondwater.
De administratie maakt zich sterk dat ten laatste in maart volgend jaar het uitgebreide meetnet klaar kan zijn. De kwaliteit van het oppervlaktewater zal maandelijks én op piekmomenten gecontroleerd worden en de kwaliteit van het grondwater tweemaal per jaar.
In oktober 2003 zouden dan al voldoende meetresultaten bekend zijn om te beslissen welke gebieden 'kwetsbaar' worden en welke dat etiket verliezen.
Bron: Belga