Geen vergunning voor biomassaproject van Thenergo
nieuwsHet Antwerpse beursgenoteerde groenestroombedrijf Thenergo ziet zijn plannen voor een biomassacentrale in Balen afgeketst. Het bedrijf wou er jaarlijks 100.000 ton biomassa verwerken om groene stroom te produceren. Thenergo voorzag ook in een wartmtekrachtkoppelingseenheid op basis van plantaardige olie. LMV Investments, een vehikel van ondernemer Cornelis Van de Velde, vroeg een vergunning aan voor een gediversifieerd energieproject. Net als bij Thenergo wordt vooral gebruikgemaakt van biomassa als houtafval, mest en afval van landbouwers. Die biomassa wordt vergist tot gas, dat na verbranding stroom kan opwekken.
Daarnaast plant LMV op de site ook een grote zonnestroominstallatie en twee grote windturbines. De deputatie weigerde de vergunningen omdat de installaties te hinderlijk zouden zijn. De omwonenden zagen de komst van de bedrijven niet zitten. "Het Balense schepencollege gaf een negatief advies en ook vanuit de buurgemeenten Lommel en Leopoldsburg kwamen er bedenkingen", verklaart de Antwerpse gedeputeerde Jos Geuens (sp.a).
De tegenstand uit de buurt kwam niet enkel van de omwonende gezinnen, maar ook van nabijgelegen bedrijven. Beide projecten liggen vlakbij de sites van zinkverwerker Nyrstar en het chemiebedrijf Ajinomoto. Dat zijn beide zogenaamde Seveso-bedrijven die moeten voldoen aan strenge veiligheidsnormen. Er bestond de vrees dat de opslag van grote hoeveelheden biomassa allerlei ongedierte zou aantrekken, klinkt het bij de deputatie.
Maar ook mobiliteit speelde een rol: bij beide projecten wordt er heel wat biomassa per vrachtwagen aangevoerd. Het is te veel verkeer voor het kleine bruggetje dat naar het industrieterrein leidt. De weigering is het zoveelste bewijs dat het enorm moeilijk is om energieprojecten in Vlaanderen te bouwen. Windturbines krijgen vaak het verwijt van visuele hinder. Bij biomassa komt er kritiek op de mogelijke geurhinder en het transport van biomassa.
De Antwerpse deputatie weigerde dit jaar ook twee vergunningen voor palmoliecentrales omdat dit geen duurzame projecten zouden zijn. Naast vergunningen kampen kleinschalige groenestroomproducenten ook met moeilijkheden om hun installaties aan het net te kunnen koppelen.(KS)
Bron: De Tijd