“Geen lokaal vlees zonder nabije slachtinfrastructuur”

Het laatste schapenslachthuis in Antwerpen heeft de deuren gesloten. Volgens Bart Thoelen van Steunpunt Korte Keten zal dit niet het laatste kleinschalige slachthuis zijn dat het doek ziet vallen. In een opiniestuk pleit hij voor structurele oplossingen voor lokale slachtinfrastructuur.

4 augustus 2021  – Laatste update 4 augustus 2021 16:35
Lees meer over:

Op 21 juli ging Salembier, het laatste schapenslachthuis van de provincie Antwerpen, in alle stilte dicht. Het stadsbestuur verlengde de exploitatievergunning van het slachthuis niet. Dat is na de sluiting van het slachthuis in Kortenaken een nieuwe klap voor de sector van de Vlaamse schapenhouderij. Waar het naartoe moet met de geitenbokjes uit de regio is ook koffiedik kijken. 

Dit is geen alleenstaand geval. De problematiek van het verdwijnen van essentiële infrastructuur voor de vleesketen beperkt zich niet tot schapen en geiten, noch tot de provincie Antwerpen. Ook het slachten van varkens en pluimvee voor de korte keten is in specifieke Vlaamse regio’s onmogelijk geworden. Er zijn verhalen bekend van zeer gemotiveerde landbouwers die vandaag met kleine loten wekelijks meer dan honderd kilometer levend transport trekken. 

De problematiek van het slachten voor de korte keten gaat al een tijdje mee. En de inschatting is dat dit niet het laatste kleinschalige slachthuis zal zijn dat de deuren sluit. Alternatieven worden vandaag volop bestudeerd. Wettelijke kaders worden aangepast om bijvoorbeeld het mobiele slachten van kleine loten mogelijk te maken. Maar voor vele landbouwers is het vandaag vijf na twaalf. Oplossingen in de marge zullen hun mogelijks niet of te laat het verhoopte een antwoord kunnen bieden. 

Voor veel landbouwers is het vandaag vijf na twaalf. Oplossingen in de marge zullen hun niet of te laat een antwoord kunnen bieden

Bart Thoelen - Steunpunt Korte Keten

Vanuit het credo dat er geen lokaal vlees kan zijn zonder nabije slachtinfrastructuur, werd er door de Franse minister van Landbouw vorige maand een heus nationaal slachthuisplan opgezet. Gedurfd, omdat het slachten van dieren in deze tijdsgeest niet onmiddellijk politiek scoren is. Naast een uitgebreide aandacht voor controle op het slachten, kiest men er in Frankrijk voor om volop te investeren in het in stand houden van de lokale infrastructuur. Met 115 miljoen euro zullen straks 123 moderniseringsprojecten worden gelanceerd. 

Gaan we er in Vlaanderen te gemakkelijk vanuit dat het slachten van dieren maar opgelost zal worden vanuit de markt? De realiteit vandaag spreekt dat tegen. Bedrijfsleiders in de resterende kleinschalige slachthuizen melden dat het ondernemen quasi onmogelijk wordt gemaakt door diverse controlerende instanties. Dat niemand zich lijkt te bekommeren om de gevolgen van het wegvallen van kleinschalige slachtcapaciteit is niet minder dan onverantwoord. 

Via een resolutie werd drie maanden geleden het unanieme politieke engagement aangegaan om initiatieven rond de korte keten beter te ondersteunen. Ik denk dat hier een heel concreet knelpunt voor ligt. Laat ons daarom met alle stakeholders in de regionale voedselketen dit gesprek voeren. Verschillende oplossingen hebben de praktijktoets reeds doorstaan. Wat vandaag mist is regie.


Met dit opiniestuk wil de auteur een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. 

Bart Thoelen is consulent bij Steunpunt Korte Keten, het aanspreekpunt voor land- en tuinbouwers die hun afzetmogelijkheden willen uitbreiden.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek