“Garantie op nul-ontbossing valt niet te rijmen met soja-import”

Het garanderen van nul-ontbossing en tegelijkertijd tonnen soja blijven importeren voor de veehouderij, is een utopie. Zo reageren ngo’s zoals Wervel en Greenpeace op het antwoord op een parlementaire vraag van Vlaams landbouwminister Hilde Crevits waarin ze stelt dat ons land koploper is in Europa inzake de aankoop van maatschappelijk verantwoorde soja. “Koploper zijn en nog niet tevreden. Een schouderklopje zou meer effect hebben”, reageert een boer op Twitter op de verontwaardigde reacties van de ngo’s.

28 januari 2021  – Laatste update 29 januari 2021 12:57
Lees meer over:

De Vlaamse veehouderij krijgt heel vaak de wind van voor omdat het overzeese soja nodig heeft om de dieren te voederen. De grootste kritiek is dat voor de productie van die soja in Zuid-Amerika het Amazonewoud wordt ontbost. Vlaams parlementslid Emmily Talpe (Open Vld) wilde van minister Crevits horen of de sojaconsumptie in Vlaanderen echt zo groot is en of in welke mate die een impact heeft op de ontbossing van het Amazonewoud.

De minister antwoordde op die vraag dat ons land 365.000 ton maatschappelijk verantwoorde soja invoert en dat dit het voederverbruik dekt dat nodig is voor de consumptie van dierlijke producten op de Belgische markt en het diervoeder dat wordt uitgevoerd naar Nederland. “Ons land behoort volgens de European Soy Monitor naast Noorwegen en Nederland tot de drie koplopers”, aldus nog Crevits. Talpe concludeert uit het antwoord van de minister dat het negatieve verhaal dat vaak wordt verteld over de veehouderij hiermee toch enigszins wordt genuanceerd.

België Europees koploper in aankoop duurzame soja
Uitgelicht
Ons land kocht in 2019 365.000 ton duurzame soja aan en daarmee zijn we één van de koplopers in Europa. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister van Landbouw Hilde Crev...
26 januari 2021 Lees meer

Hoe duurzaam is maatschappelijk verantwoorde soja?

Mogen we dit bericht even nuanceren?, vraagt Luc Vankrunkelsven zich op de website van Wervel af. Hij volgt al 20 jaar het debat over soja aan beide kanten van de oceaan en schreef al 11 boeken over het thema. “We bezetten met zijn allen landschap aan de andere kant van de oceaan. Belgisch veevoeder legt beslag op meer dan 1 miljoen hectare akkerland in de Verenigde Staten, Brazilië, Argentinië, Paraguay en Bolivië. Bij die productie horen ook kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen en regenwater”, stelt Vankrunkelsven.

De Wervel-medewerker stelt dat hij begin de jaren 2000 als vertegenwoordiger voor Braziliaanse boeren mee aan de tafel zat voor de eerste internationale ‘Round Table on Sustainable Soy’. “Maar het was vooral een rondetafel met Cargill, Unilever, de grootgrondbezitters van Argentinië en Brazilië en de internationale veevoedersector. Nadien kwam daar ook nog Monsanto bij en verdween de Braziliaanse boerenvakbond van de tafel. “Als ook genetisch gemodificeerde soja duurzaam wordt genoemd, hoezeer is het begrip duurzaamheid dan een loos begrip geworden?”, stelt hij.

In de criteria rond maatschappelijk verantwoorde soja staat dat deze soja niet mag komen uit gebieden die na 2008 ontbost werden, maar ook voor die tijd werd al ontbost voor soja

Luc Vankrunkelsven - Wervel

Vankrunkelsven merkt op dat het “iconische Amazonewoud” erg gevoelig ligt bij de consument, maar ook andere bossen en natuurgebieden zijn al verdwenen door de sojaproductie. “In de criteria rond maatschappelijk verantwoorde soja staat inderdaad dat deze soja niet mag komen uit gebieden die na 2008 ontbost werden, maar ook voor die tijd werd al ontbost voor soja. Kan je spreken van maatschappelijk verantwoorde soja als inheemse volkeren bedreigd worden door de teelt en als er vliegtuigen worden ingezet om de velden te besproeien?”, vraagt hij zich af.

Cerrado groter probleem dan Amazonewoud

Hij vindt het ook erg dat alle focus gaat naar het Amazonewoud, terwijl de Cerrado in Brazilië al in de jaren ’70 zwaar werd aangetast. “De Cerrado is een uniek ecosysteem van meer dan 45 miljoen jaar oud en het is nu al voor 54 procent vernietigd. In vergelijking daarmee is het Amazonewoud zeer jong. Het ontwikkelde zich pas na de ijstijd, zo’n 10.000 jaar geleden”, aldus Luc Vankrunkelsven. Hij ziet ook dat de kleinschalige boeren in de buurt van de Cerrado het zeer moeilijk krijgen als gevolg van vernietigende droogtes.

Ook Greenpeace stelt dat de grootste kaalslag in de Braziliaanse Cerrado gebeurt, al staat – naast het Amazonewoud – ook de Gran Chaco, het op één na grootste bosecosysteem van Latijns-Amerika, onder zware druk. “Dit is niet alleen rampzalig voor het klimaat en de biodiversiteit op aarde, inheemse Braziliaanse volkeren voeren ook een ware overlevingsstrijd. Het gaat niet om een handvol geïsoleerde stammen, maar om meer dan een miljoen mensen die door de verdere ontbossing, mede onder impuls van president Jair Bolsonaro, hun thuis dreigen te verliezen”, schrijft Matteo De Vos.

De globale sojahandel is complex en ondoorzichtig. Bonen van verschillende landerijen worden vaak gemengd in lokale hubs voor ze naar Europa verscheept worden

Matteo De Vos - Greenpeace

Hij gelooft niet dat de Belgische veevoedersector duurzaam geteelde soja importeert. “Van het grootste deel weten we het niet, en het risico op ontbossing blijft hoog. De globale sojahandel is complex en ondoorzichtig. Bonen van verschillende landerijen worden vaak gemengd in lokale hubs voor ze naar Europa worden verscheept. Er bestaan certificaten die beloven milieuschade te compenseren, maar garanties zijn er zelden”, aldus Greenpeace.

Misleidende cijfers

Volgens de milieuorganisatie zijn de cijfers die minister Crevits hanteert, “problematisch en misleidend”. “Er wordt volledig voorbijgegaan aan de realiteit van de invoer van soja in België. Soja wordt vooral indirect ingevoerd, vooral via Nederland. De realiteit is dat 41 procent van onze soja uit Brazilië komt en 11 procent uit Argentinië”, klinkt het. Volgens Matteo De Vos voldoet ook slechts 10 procent van de maatschappelijk verantwoorde soja die ons land invoert aan de meest uitgebreide criteria van de Round Table of Responsable Soy (RTRS).

De 365.000 ton verantwoorde soja die ingevoerd wordt in België betekent volgens cijfers van WWF slechts 36 procent van de totale hoeveelheid soja die bestemd is voor diervoeder in België. “Als koploper van maatschappelijk verantwoorde soja in Europa vinden we dat België zich ertoe moet verbinden om de volledige toeleveringsketen te vrijwaren van ontbossing en verlies van natuurlijke ecosystemen en niet alleen de 365.000 ton voor de Belgische en Nederlandse markt”, stelt De Vos.

Greenpeace roept de Europese Commissie dan ook op om met een sterke wet te komen die een eind moet maken aan de “geïmporteerde ontbossing” door voorwaarde op te leggen aan de import van onder meer soja, cacao, koffie of rundvlees.

Het feit dat landbouworganisaties stellen dat we in ons land enkel sojaschroot gebruiken, een restproduct van de sojaboon die verwerkt wordt voor menselijke consumptie, gaat volgens Wervel en Greenpeace niet op. “Het is eerder omgekeerd: sojaschroot is juist het meest waard. Ongeveer 60 procent van de financiële opbrengst van sojaproducenten komt uit de verkoop van sojaschroot en 40 procent van de verkoop van de olie. Dat maakt dat de vraag naar sojaschroot de bepalende factor is voor boeren om al dan niet soja te telen”, meent Matteo De Vos.

Structurele hervormingen zijn nodig en dus kunnen we niet om een inkrimping van de veestapel heen

- Greenpeace en Wervel

Veestapel moet krimpen

Willen we een garantie op nul-ontbossing, dan is de conclusie voor Wervel en Greenpeace simpel: de Belgische veestapel moet krimpen. “In het huidig productiemodel blijft de sojaboon koning. Door alleen in te zetten op efficiënter veevoeder, zoals de Belgian Feed Association (BFA) naar voor schuift, geraken we er niet. En om al ons veevoeder in Europa zelf te telen is er te weinig grond. Structurele hervormingen zijn nodig en dus kunnen we niet om een inkrimping van de veestapel heen. Een transitie naar andere verdienmodellen met een kleinere veestapel dringt zich op, ook in het belang van de boer”, luidt het.

Wanneer is het ooit genoeg?

De kritiek van de milieuorganisaties op de koppositie van ons land als het gaat om maatschappelijk verantwoorde soja doet landbouwers zich de vraag stellen wanneer het ooit goed genoeg is. “Koploper zijn en nog niet content, een schouderklopje heeft meer effect”, zegt onder meer de West-Vlaamse melkveehouder Philip Fleurbaey.

Ook Oost-Vlaams akkerbouwer Jo Vander Bauwhede snapt niet dat milieuorganisaties telkens zo’n zware taal blijven gebruiken. “Als je zulke taal hanteert tegenover de landbouwsector, dan kan je toch niet verwachten dat de sector open staat voor overleg. Begin misschien eens met je in te leven in de sector. Ga op bezoek en help een handje mee”, reageerde hij op de communicatie over een eerder opiniestuk van Greenpeace over soja op Twitter.

“Veevoedersector is proactief en legt lat steeds hoger”

De Belgian Feed Association (BFA) die de Belgische veevoedersector vertegenwoordigt, doet al jaren inspanningen om de duurzaamheid van de veevoederproductie te verhogen. Al in 2006 nam de Belgische federatie het voortouw in de hele discussie rond de maatschappelijk verantwoorde soja en dat uit zich nu in het feit dat ons land tot de koplopers behoort in Europa op vlak van deze mv-soja.

De kritiek van de milieuorganisaties op deze koploperspositie noemt BFA-directeur Katrien D’hooghe “oprecht spijtig". "Het is jammer om vast te stellen dat onze inspanningen zo worden geminimaliseerd. Bovendien worden er ook onwaarheden verteld. De soja die via Nederland ons land binnenkomt, monitoren wij ook. Wij baseren ons op de verbruikscijfers van de Belgische diervoederfabrikanten, ongeacht van waar die soja ons land bereikt", stelt ze.

BFA wijst erop dat de Belgische veevoedersector jaarlijks een half miljoen euro extra besteedt om deze maatschappelijk verantwoorde sojacertificaten aan te kopen. "Die certificaten garanderen ons dat alles tot op het niveau van de boer te traceren is. Onafhankelijke controle-instanties voeren op het terrein audits uit om te garanderen dat alles conform de lastenboeken verloopt", luidt het.

"Uit deze audits blijkt bovendien dat de standaard van BFA voor mv-soja tot de top vijf van de wereld behoort. Naast de eigen standaard koopt de Belgische veevoedersector ook verantwoorde soja volgens de RTRS-standaard aan. De milieuorganisaties noemen dit zelf de meest strenge standaard. Wij staan in de top tien van grootste aankopers van RTRS-soja. Al deze informatie staat zeer transparant op onze website en op die van RTRS”, benadrukt D'hooghe.

“Is dit systeem zaligmakend? Zeker niet, maar we blijven dan ook niet bij de pakken zitten. In het duurzaamheidscharter 2030 dat we vorig jaar gelanceerd hebben staat dat we nog een stap verder willen gaan, op vele fronten”, stelt D’hooghe. Dat charter bepaalt onder meer dat BFA over 10 jaar wil dat alle soja die in ons land wordt geïmporteerd maatschappelijk verantwoorde soja is. Vandaag geldt dat enkel voor de soja die nodig is voor de binnenlandse consumptie van dierlijke producten.

Ook engageert de veevoedersector zich om tegen 2030 de helft van hun grondstoffen uit bijproducten van de levensmiddelen- en biobrandstoffenindustrie te halen. Vandaag is dat ongeveer 40 tot 45 procent van de grondstoffen. “Tegelijk gaan we ook op zoek naar alternatieve eiwitbronnen en willen we efficiënter gaan omspringen met eiwitten. Ook op die manier willen we ervoor zorgen dat de afhankelijkheid van soja verder afneemt”, aldus Katrien D’hooghe.

Bron: Eigen verslaggeving

Beeld: Greenpeace

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek