Franse boeren en oesterkwekers twisten over water

De combinatie van het zoute zeewater en het zoete water van de Charente zorgt voor de ideale omgeving om oesters te kweken. Nu het niveau van de Charente lager staat dan andere jaren komen de oestertelers in de problemen. "Het probleem is eigenlijk heel eenvoudig", zegt François Patsouris, voorzitter van de vereniging van oesterkwekers van Poitou-Charentes.

"Al enkele jaren valt er weinig neerslag in de regio, waardoor het waterniveau in de Charente nu drastisch gedaald is. Zo krijgen de oesters in de monding van de stroom te weinig zoet water en is het zoutgehalte er veel te hoog", aldus Patsouris. Onder ideale omstandigheden groeien oesters in water met een zoutgehalte van 30 tot 32 gram per liter. Tussen 7 en 28 juli steeg het niveau echter tot 35,1 gram per liter. Met zoveel zout dreigen de oesterlarven de zomer niet te overleven.

Dat zou de oesterproductie in heel Europa in de problemen brengen, want het zijn precies de larven uit de Charente die over het hele continent uitgezet worden. Volgens de oesterkwekers in Charente-Maritime is het gebrek aan neerslag, versterkt door de hittegolf van juli, niet de enige oorzaak van het zoetwatertekort. De landbouwers die meer landinwaarts het water van de Charente gebruiken voor de irrigatie van hun gewassen zijn minstens even schuldig, luidt het. Vooral maïs zou het waterniveau doen slinken.

Michel Amblard, voorzitter van de Vereniging van Landbouwerssyndicaten (FNSEA), is het niet eens met die analyse. "Dat is niet meer dan een gerucht dat door verschillende instanties is opgepikt, zowel bij pers als overheid", fulmineert hij. De oorzaak van het probleem is volgens hem duidelijk: "Er is gewoon een tekort aan neerslag". Dat het 'gerucht' de autoriteiten ter ore is gekomen zullen de boeren geweten hebben. De ministers van Landbouw en Ecologie vragen dat het evenwicht hersteld wordt door in de zomer minder water te gebruiken. Er moeten gewassen geteeld worden die minder irrigatie nodig hebben.