"Frans verzet tegen MON810 kan Commissie inspireren"
nieuwsOp grond van dit wetenschappelijk advies geeft de Franse regering te kennen de zogenaamde veiligheidsclausule uit de Europese richtlijnen voor genetisch gewijzigde organismen toe te passen. Dit geeft iedere lidstaat het recht om bepaalde ggo's van zijn grondgebied te weren. Tot grote tevredenheid van de zestien hongerstakers, die onder aanvoering van José Bové vorige week hun actie hebben opgezegd. "Wij zijn bijzonder blij met deze beslissing", zei Bové. "Wat wij al jaren zeggen over de gevaren van ggo's, wordt nu eindelijk officieel erkend".
Marco Contiero van Greenpeace denkt dat het Franse besluit van grote invloed zal zijn op de Europese discussie over de toelating van ggo's. De Europese Voedselautoriteit EFSA zal zich binnenkort opnieuw over de zaak moeten uitspreken. "Tot nu toe heeft de instelling altijd een positief advies uitgebracht over de toelating van ggo's", zegt Contiero. "Maar men werkt daar nu eindelijk aan een uitvoerig literatuuronderzoek over de langetermijneffecten van Bt-maïs op flora en fauna".
De genetisch gewijzigde maïs MON810 is tot dusver de enige Bt-variëteit die in de Europese Unie verbouwd mag worden. In de maïsplant is een gen van de bacterie Bacillus thuringiensis ingebouwd, die als insecticide optreedt. Doorgaans spreekt men van het Bt-toxine, hoewel het maar om één gen van de genoemde bacterie gaat, de cryIA(b). Het voordeel van deze maïs zou zijn dat de opbrengst groter is en er minder chemische bestrijdingsmiddelen nodig zouden zijn. Er lopen bij de Europese Commissie nog enkele aanvragen voor de introductie van vergelijkbare soorten Bt-maïs, waaronder de Bt11 van Syngenta en de 1507 van Pioneer.
Hiervoor heeft milieucommissaris Stavros Dimas in het najaar een negatief advies gegeven, op grond van wetenschappelijke argumenten die ook in het Franse advies terugkomen. Het Franse rapport voegt heel wat nieuwe elementen toe, zoals het feit dat de larven van de zogenoemde tweede-doelgroepinsecten, zijnde motten en vlinders, een resistentie kunnen opbouwen tegen het Bt-toxine. De eerste doelgroep is vanzelfsprekend de gevreesde maïsboorder, de larve van de nachtvlinder Ostrinia nubilalis, waartegen het Bt-gen de plant heeft gewapend.
Verder bevestigt de Hoge Autoriteit de onzekerheid over de langetermijneffecten van Bt-maïs op andere flora en fauna, zoals regenwormen, bijen, vlinders, wurmpjes en luisachtigen. Wetenschappers zeggen dat het Bt-toxine zich in de voedselketen kan verspreiden, temeer omdat is aangetoond dat het langdurig in watermilieus en riviersedimenten achterblijft. "De langetermijnmilieueffecten zijn onvoldoende bekend en er is een aanzienlijke mate van wetenschappelijke onzekerheid", schrijft Dimas in de toelichting van zijn besluit over de twee genoemde Bt-variëteiten.
"Onzekerheid die de commissaris ertoe heeft aangezet het voorzorgprincipe toe te passen", aldus zijn woordvoerster Barbara Helfferich. "We zitten in Europa in een impasse wat ggo's betreft. De meerderheid van de bevolking en de lidstaten is tegen deze gewassen, maar tegelijkertijd hebben we de WTO op ons dak". De Wereldhandelsorganisatie oefent via commissaris Peter Mandelson druk uit op de Commissie om de Europese markt open te stellen voor gengewassen. Helfferich verwacht dat het Franse besluit Dimas' positie bij de afwijzing van nieuwe Bt-varianten binnen de Commissie zal versterken.
Maar wat precies de uitkomst zal zijn van het gevecht met de andere commissarissen, kan zij niet voorspellen. "De eerste strijd wordt geleverd in de Biotech Stuurgroep, op 24 januari", aldus de woordvoerster van Dimas. "Die geeft de richting aan over het hele ggo-pakket. Voor de daarop volgende behandeling in het college van commissarissen is nog geen datum vastgesteld. Dat zal nu wel februari worden, gezien alle ophef".(KS)
Bron: De Standaard