FOD Economie wil ‘poulettekes’ en ‘gehacktbal’ in de ban
De federale overheidsdienst (FOD) Economie werkt aan richtlijnen die namen als hamburger en 'kipstuckjes' verbiedt voor plantaardige producten. Dat schrijft De Tijd.
De FOD Economie wil over enkele maanden met een definitieve richtlijn komen. Eind vorig jaar besliste het Europees Parlement om elke lidstaat zelf de regels met de benamingen van vlees- en melkvervangers.
Voorlopig ziet het ernaar uit dat het niet langer toegelaten zal zijn te verwijzen naar dieren en delen van dieren (kotelet, entrecote). Ook vagere verwijzingen zijn uit den boze. Het gaat om woorden die lijken op vlees- of diernamen, zoals 'speckskes' en 'poulettekes'. De Vegetarische Slager (Uniliver) en Garden Gourmet (Nestlé) gebruiken die benamingen.
Het blijft toegelaten namen te gebruiken die verwijzen naar de vorm van vleesproducten. Maar wel met een duidelijke verwijzing dat ze plantaardig zijn. Namen als 'notenburger', 'vegan schnitzel' of 'vegetarische worst' kunnen wel nog.
Noodzakelijk om te verwijzen naar vlees
Met haar richtlijnen wil de overheid vermijden dat consumenten worden misleid, maar daar zijn de producenten van vleesvervangers het niet mee eens. 'Ik kan me nauwelijks voorstellen dat iemand verward zou zijn door onze productnamen', zegt Hugo Verkuil, de CEO van De Vegetarische Slager in De Tijd. 'Als onze producten misleidend zijn, zijn sommige vleesproducten dat ook. In blinde vink zit helemaal geen vink!'
Verkuil zegt dat het noodzakelijk is dat zijn producten namen krijgen die verwijzen naar vlees. 'Wij willen - de Europese Green Deal indachtig - de transitie naar plantaardige voeding steunen. Onze producten veroorzaken 90 procent minder CO2-uitstoot dan klassiek vlees. Onze productnamen geven de consument een duidelijk beeld van welke smaak, textuur en geur onze producten hebben. Dankzij ons kan hij plantaardig eten zonder zijn kookgewoontes radicaal om te gooien.'
Vegetarische alternatieven voor vlees zitten in de lift. In 2021 gaven Belgen volgens het studiebureau GfK 57 miljoen euro uit aan vleesvervangers, tegenover 36 miljoen vijf jaar eerder. In 2008 hadden de vleesvervangers een marktaandeel van 0,7 procent in volume. In 2020 was dat al 1,2 procent.
Bron: De Tijd
