"Everzwijnen uitroeien in Brugse regio gaat niet meer"

Op 29 december zijn jagers van de Wildbeheereenheid Houtland erin geslaagd om in de bossen rond Brugge en Zedelgem zeven everzwijnen af te knallen. Een zeldzaam succesje, want de jacht blijkt nog altijd aartsmoeilijk. Het Agentschap Natuur en Bos schat het aantal everzwijnen in de Brugse regio inmiddels op tweehonderd. 

In het voorjaar van 2006 leefde bij de jagers nog volop de hoop dat ze korte metten konden maken met het dozijn everzwijnen dat hier en daar reeds schade had aangericht aan landbouwpercelen. Maar 'Operatie Obelix', een groots opgezette jachtpoging in aanwezigheid van de pers, draaide uit op een fiasco. De jagers konden niet één dier vangen.

Aan creatieve voorstellen om de dieren een lesje te leren, was er de voorbije jaren geen gebrek. West-Vlaams provincieraadslid Bernard De Cuyper stelde voor om de bossen met helikopters te overvliegen en warmtezoekende camera's te gebruiken om zo vanuit de lucht dieren neer te knallen. "We hebben dat overwogen, maar dat is onbetaalbaar en het zou ook niet lukken, want zulke warmtegevoelige camera's geraken niet door de kruin van de sparren", zegt jager Jef Naessens.

En dus is de balans van de jacht tot hiertoe een mager beestje. "Het gaat dan ook om uiterst sluwe dieren. Zo'n beest kan je bovendien van op honderden meters ruiken. En één keer ze beseffen dat je er bent, lopen ze weg en komen ze maanden niet meer terug naar die plek. Een everzwijn op volle snelheid haalt makkelijk veertig kilometer per uur en kan in één ruk vijf kilometer lopen".

Anderhalve maand geleden hadden de jagers toch prijs nadat ze een groot veld met maïs, die uitzonderlijk lang was blijven staan, hadden afgezet. Drie volwassen en vier jonge dieren gingen voor de bijl, maar de jagers konden lang niet alle dieren raken. "In Jabbeke en Brugge zitten minstens tweehonderd dieren", bevestigt Naessens. "Maar er zitten er ook rond Eernegem en tot in Gistel. En het is maar een kwestie van tijd vooraleer ze via Aalter ook naar Oost-Vlaanderen zullen trekken".

"Uitroeien kunnen we ze sowieso niet meer, daar is het te laat voor", zegt Naessens. Een zeug heeft om de acht maanden tussen de vijf en de tien jongen. Of het nog wel zin heeft om de everzwijnen te bejagen? "We moeten de populatie op z'n minst onder controle proberen te houden. Ze ploegen de weiden om en veroorzaken schade aan gewassen. De dieren kunnen vooral ook een bron zijn van ziektes. In deze streek wonen veel varkenshouders. Het zou een ramp zijn als een besmetting zich zou verspreiden".