EU wil seizoenarbeid versoepelen

De Europese Commissie heeft nieuwe regels voorgesteld voor seizoenarbeiders van buiten de EU. Daarmee wil ze de procedures inzake seizoenarbeid in de EU uniformeren, de illegale toestroom van tijdelijke werkkrachten tegengaan en buitenlandse seizoenarbeiders een betere sociale bescherming bieden. De lidstaten blijven wel zelf bevoegd voor de beslissing hoeveel seizoenarbeiders ze op hun grondgebied toelaten.

In het hoogseizoen wordt in land- en tuinbouw veel beroep gedaan op arbeiders van buiten de EU. Om het voor werkgevers eenvoudiger te maken om tijdelijk buitenlandse arbeiders aan te werven enerzijds, en uitbuiting van de werknemers te voorkomen anderzijds, stelt Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken Cecilia Malmström nieuwe richtlijnen voor.

Volgens de voorgestelde regels moeten seizoenarbeiders vóór ze de EU betreden een arbeidscontract of een bindend werkaanbod met een vast loon in handen hebben en met de werkgever afspraken gemaakt hebben inzake huisvesting. Daarenboven mogen ze maximaal zes maanden per kalenderjaar in de EU werkzaam zijn. Om de arbeiders toch de kans te bieden om terug te keren voor een langere periode, wil de Commissie ook bijzondere arbeidsvergunningen voor drie jaar invoeren.

"Om uitbuiting te voorkomen, moeten we buitenlandse arbeiders ook betere voorwaarden en betere rechtszekerheid omtrent hun status bieden", vult Malmström aan. Seizoenarbeiders van buiten Europa krijgen daarom in bepaalde gebieden gelijkaardige rechten als EU-burgers. Dat geldt onder meer voor de sociale zekerheid en pensioenrechten.

Met het voorstel wil de Europese Commissie tenslotte het kluwen aan verschillende procedures inzake seizoenarbeid binnen de EU ontwarren. Uniforme regelgeving moet transparantie verhogen en verwarring vermijden. De lidstaten blijven wel zelf bevoegd voor de beslissing hoeveel seizoenarbeiders ze op hun grondgebied toelaten.