"EU moet fraude met landbouwsubsidies proactiever bestrijden"

Omdat de uitgavenregeling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) fraudegevoelig is, moet de Europese Commissie proactiever optreden tegen subsidiefraude. Dat zegt de Europese Rekenkamer in een nieuw rapport.

5 juli 2022  – Laatst bijgewerkt om 5 juli 2022 15:56
Lees meer over:
koeweideveeteeltneus-1280

Het Europees landbouwbeleid slokt met zo’n 386,6 miljard euro ongeveer een derde van de EU-begroting op en is daarmee de grootste uitgavenpost. Ongeveer 70 procent van het landbouwbudget dient ter ondersteuning van het inkomen van de 6 tot 7 miljoen landbouwbedrijven in de EU.

Uit de studie van de Rekenkamer blijkt dat een aantal specifieke betalingsregelingen meer fraudegevoelig zijn dan andere. Het gaat in de eerste plaats om uitgaven waarvoor complexe regels gelden, zoals investeringsmaatregelen voor plattelandsontwikkeling, en betalingsschema's die bedoeld zijn om specifieke categorieën begunstigden te ondersteunen. Zo blijken bepaalde subsidieaanvragers niet alle relevante informatie te verstrekken, terwijl anderen dan weer de criteria om voor subsidies in aanmerking te komen kunstmatig creëren. Denk aan begunstigden die in feite geen recht hebben op steun maar zich wel voordoen als 'jonge landbouwers'. Bepaalde kmo's verzwijgen dan weer de banden die ze met andere ondernemingen hebben, waardoor ze hun rechten opkrikken.

Illegale landroof

De Rekenkamer maakt ook gewag van landroof. Een voorbeeld is dat van fraudeurs die - al dan niet legaal - grond proberen te verwerven enkel en alleen om subsidies te ontvangen, zonder effectief landbouwactiviteiten te verrichten. Het risico daarop is groter bij onder meer bergachtige gebieden, omdat het moeilijker te controleren is of de vereiste activiteit - zoals begrazing - er daadwerkelijk plaatsvindt. Denk aan de fraude door de Italiaanse maffia die in 2020 aan het licht kwam en waarbij sprake was van gesjoemel met meer dan 10 miljoen euro landbouwsubsidies.

Voor zijn rapport onderzocht de Rekenkamer een steekproef van 698 betalingen, waarbij in 101 gevallen fouten werden vastgesteld. In 17 van die gevallen was er vermoedelijk fraude in het spel, daarvan zijn er 12 doorgegeven voor verder onderzoek aan OLAF, het Europees bureau voor fraudebestrijding.

De Rekenkamer schat dat 0,09 procent van het totaal aantal GLB-betalingen in de periode 2016-2020 door fraude geïmpacteerd wordt. Worden foutieve betalingen daarbij geteld, dan loopt dat percentage op tot ongeveer 2 procent. Dat is nog altijd relatief weinig, stelt de Rekenkamer, die benadrukt dat het om schattingen gaat en geen indicatie is van de werkelijke omvang van de fraude.

Rol voor lidstaten

Ook al reageert de Europese Commissie op fraudegevallen, moet ze proactiever optreden om fraude beter te voorkomen, zo luidt het advies van de Rekenkamer. Hiervoor moet de Commissie ook beter toekijken op de fraudebestrijding door de lidstaten. Zo zou er volgens de Rekenkamer meer ingezet moeten worden op datamining, artificiële intelligentie, het gebruik van satellietbeelden en andere vormen van technologie.

Raadpleeg het volledige rapport van de Europese Rekenkamer.

Bron: Eigen verslaggeving / Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek