EU en Latijns-Amerika begraven 'bananenoorlog'

Het Europees Parlement heeft donderdag groen licht gegeven voor een historisch akkoord tussen de Europese Unie en Latijns-Amerikaanse landen over handelstarieven voor bananen. Met de verlaging van de invoertarieven komt een einde aan de 16 jaar durende ‘bananenoorlog’. Amerikaanse producenten bestreden jarenlang de voorkeurregeling van de ACS-landen (Afrika, Caribisch gebied en Stille Oceaan).

Het langstlopende conflict in de internationale handel zette Europa op ramkoers met de bananenproducerende landen uit Latijns-Amerika en met de VS, waar de hoofdzetel van verschillende multinationals gevestigd is, zoals Chiquita. De Amerikaanse producenten kregen een importheffing opgelegd, terwijl (oud-kolonies) uit de ACS-regio hun bananen tariefvrij konden exporteren.

In december 2009 maakten de ruziënde partijen een einde aan hun conflict. Hun akkoord, dat donderdag door het Parlement werd goedgekeurd, verlaagt de invoertarieven van bananen uit Latijns-Amerika van 176 naar 114 euro per ton. Dat maakt de bananen (nog) competitiever. In ruil kunnen de belangrijkste bananenproducerende ACS-landen tot 200 miljoen euro extra ontvangen uit de Europese begroting. Ook moeten de Latijns-Amerikaanse landen hun klacht bij de Wereldhandelsorganisatie intrekken.

De Groene fractie in het Europees Parlement kan zich niet vinden in het akkoord. Volgens Bart Staes "worden de grote spelers bevoorrecht" en "biedt het akkoord nog steeds te weinig garanties voor de producerende landen en de boeren in het Zuiden".