Duurzaamheid is een werkwoord voor voedingsindustrie

Als sectorfederatie wil FEVIA bijdragen aan de evolutie van de voedingsindustrie naar meer duurzaamheid, maar als puntje bij paaltje komt zijn het de bedrijven die de inspanningen moeten leveren. Dat de wil aanwezig is, toont FEVIA door het derde duurzaamheidsverslag te stofferen met tientallen voorbeelden. De leuk bedachte ‘aardappelmarathon’ van McCain is er daar één van. PepsiCo wordt opgevoerd vanwege de investering in een biogas- en waterzuiveringsinstallatie. Danone geeft het onderzoek naar innovatieve mestverwerking een impuls. Het personeel van AB InBev engageert zich in de strijd tegen zwerfvuil. De initiatieven zijn uiteenlopend, en doen de verschillende facetten van duurzaamheid alle eer aan.

Nieuw in het derde duurzaamheidsverslag van FEVIA, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, is dat aan elke uitdaging ook een concrete ambitie voor de sector wordt gekoppeld. Nog concreter wordt de rapportering dankzij de opsomming van de talrijke initiatieven die voedingsbedrijven vandaag reeds nemen. Andere voedingsbedrijven en stakeholders die het duurzaamheidsverslag raadplegen, kunnen daar inspiratie uit putten.

Om duurzaam te kunnen groeien, dient de voedingsindustrie zuinig om te springen met natuurlijke hulpbronnen (water, energie, landbouwgrondstoffen, enz.). Daartoe worden grote inspanningen gedaan, bijvoorbeeld bij chocolaterie Guylian. Ondanks een uitbreiding van de productie is het energieverbruik met 15 procent gereduceerd. Het orgelpunt van de efficiëntieoefening is de geplande installatie van een warmtekrachtkoppeling in 2018.

Bij PepsiCo in Veurne wordt een deel van het elektriciteitsverbruik gedekt door de groene stroom van een biogasinstallatie. Een waterzuiveringsinstallatie stelt PepsiCo in staat om de helft van het gebruikte water te zuiveren en zo het waterverbruik te verlagen. Ook Brouwerij Huyghe investeerde in een waterzuiveringsinstallatie, één die via nanofiltratie het gezuiverde afvalwater splitst in een concentraatstroom die aan de lozingsnormen voldoet en een stroom (65-70%) drinkbaar water dat gebruikt wordt voor het reinigen van tanks, flessen en vaten. Op jaarbasis wordt ongeveer 40.000 m³ water hergebruikt.

Een groot aardappelverwerkend bedrijf als McCain probeert uiteraard ook zo efficiënt mogelijk om te springen met inputs, maar wordt in het duurzaamheidsverslag vanwege een ander initiatief vermeld. In Wallonië kreeg de ‘Patathon’ heel wat weerklank. Samen met een boer uit Waals-Brabant nodigde McCain families uit om aardappelen te rapen ten voordele van de Voedselbank. Op de akkers blijven na de oogst de uitgezeefde kleine aardappelen achter. Met de ‘aardappelmarathon’ wou McCain mensen mobiliseren om het gevecht tegen voedselverspilling aan te gaan.

De multinationale brouwerij AB InBev motiveerde werknemers om zwerfvuilacties op touw te zetten ter gelegenheid van de ‘Grote Lenteschoonmaak’ en ‘Wereldmilieudag’. Spadel, producent van natuurlijk mineraalwater, ontving het label ‘CO2-Neutral’ voor al haar vestigingen in Europa. De doelstelling om tussen 2010 en 2015 de CO2-voetafdruk met 20 procent te verminderen werd gerealiseerd, waarvan het grootste deel via eigen inspanningen (15%) en de rest (5%) via CO2-compensatie.

In het duurzaamheidsverslag wordt benadrukt dat de voedingsindustrie de belangrijkste industriële werkgever is in België, met een job-aantal dat zich stabiliseert rond 89.000 terwijl de werkgelegenheid in andere industriële sectoren onder druk staat. Jaarlijks moeten er in de voedingsindustrie circa 8.000 vacatures ingevuld worden. De bedrijven zetten in op de doorstroming van eigen personeel via opleiding, en op het aantrekken van jongeren door hen warm te maken voor een job in de voedingssector. Daartoe werd in Roeselare een ‘Vlaams Huis van de Voeding’ opgericht, waar een ‘job-labo’ is ondergebracht. De VDAB heeft eveneens een specifiek opleidingscentrum gericht op voeding.

Om in de sector voor geschikte opleiding en begeleiding te kunnen zorgen, zijn FEVIA en de vakbonden in 1989 gestart met de vzw Initiatieven voor Professionele Vorming van de Voedingsnijverheid (IPV/Alimento). Dit opleidingscentrum van en voor de Belgische voedingsindustrie wil de tewerkstellingsperspectieven van medewerkers in de sector verhogen. Het wordt hoofdzakelijk gefinancierd door een solidariteitsbijdrage op de loonmassa.

In 2009 lanceerde FEVIA in Vlaanderen en Wallonië het project Food@work. Dit moet de voedingsbedrijven helpen om nieuwe medewerkers aan te werven. Het project zet in op imagoverbetering, bijvoorbeeld door meer contacten met scholen en een groter aanbod bedrijfsstages, en op het verbeteren van de competenties van studenten en werkzoekenden. De innovatieprijzen voor studenten dragen daartoe bij.

Meer weten over de inspanningen van de voedingsindustrie op vlak van maatschappij-welvaart-personen-planeet? Lees VILT-duiding 13 november & Duurzaamheidsverslag FEVIA