“Droogste tuinen zijn niet per definitie de heetste”

Het project CurieuzeNeuzen in de Tuin wordt sinds deze week breed uitgerold in Vlaanderen. Om niet helemaal in het onbekende te duiken, werd afgelopen zomer proefgedraaid in Leuven. Uit die eerste data komen nu al verrassende resultaten. “Een hypothese was dat de droogste tuinen ook de heetste zouden zijn”, zegt professor Ivan Nijs, expert in de impact van klimaatverandering. “Dat blijkt niet zo te zijn.”

26 januari 2021  – Laatst bijgewerkt om 26 januari 2021 18:11
Lees meer over:

Afgelopen zomer werden al een veertigtal gazondolken neergepoot in evenveel Leuvense tuinen. De resultaten van het proefproject van CurieuzeNeuzen in de Tuin verrasten. Er blijkt een grote variatie tussen de tuinen. Op een hete dag in augustus varieerde de bodemtemperatuur tussen 20 en ruim 31 graden. De bodemvochtigheid toonde een range van 0,5 tot 20 procent.

“Die verschillen zijn indrukwekkend”, zegt Stijn Van de Vondel, die als doctoraatsstudent op CurieuzeNeuzen in de Tuin werkt. “We hadden niet verwacht dat je binnen één regio zo'n grote variatie zou zien. Het blijven ruwe data, op een beperkt aantal meetpunten. Er werd nog geen rekening gehouden met de bodemtextuur. Maar ze geven wel een idee van wat we kunnen verwachten.”

Zo werd gedacht dat de droogste tuinen ook de heetste zouden zijn, maar de verzamelde data lijkt die hypothese tegen te spreken. “Dat is intrigerend”, zegt professor Ivan Nijs, expert in de impact van klimaatverandering. “We moeten afstappen van de hypotheses in ons hoofd en nagaan wat de vele factoren zijn die de variatie in de data kunnen verklaren. Het wetenschappelijke vraagstuk rond droogte en hitte is nog complexer dan we dachten.”

“En het bewijst dat het niet overdreven is om vijfduizend meetpunten te kiezen”, knikt Jonas Lembrechts, die het project wetenschappelijk begeleidt. “Je hebt een grote dataset nodig om die code te kraken en patronen te zien.”

In welke mate kunnen we zelf aan de knoppen draaien en kunnen we onze tuinen een paar graden koeler maken? Die speelruimte blijkt groter dan verwacht

Filip Meysman - CurieuzeNeuzen in de Tuin

Uit het proefproject is ook gebleken waar in de tuin je de gazondolk het best kan zetten: centraal in het gazon. “Dat geeft het beste algemene beeld”, verklaart Jonas Lembrechts. “De verschillen binnen het gazon, bijvoorbeeld tussen de zonnige en de schaduwkant, kunnen we opvangen. Vlaanderen heeft gedetailleerde satellietbeelden die ons vrij goed tonen hoe een tuin eruitziet.”

Nog opvallend: de grote variatie tussen tuinen. “Die wordt bepaald door veel factoren”, legt Ivan Nijs uit. “Sommige, zoals de ligging, de grootte of de bodem, heb je niet in de hand. Maar de inrichting, het maaibeheer en de manier waarop je met regenwater omgaat wel. Zo denken we dat korter gemaaid gras gevoeliger is voor droogte. Het is een van de hypotheses die we in detail zullen bekijken.”

Volgens professor Filip Meysman, de trekker van het project, hebben we als tuinier meer invloed dan we denken. “Mocht vooral het hitte-eilandeffect een rol spelen, zou je geen 11 graden verschil zien in en rond Leuven”, zegt hij. “Dat maakt mij curieus: in welke mate kunnen we zelf aan de knoppen draaien en kunnen we onze tuinen een paar graden koeler maken? Die speelruimte blijkt groter dan verwacht.”

Bron: De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek