Drooggeoogste peulvruchten winnen terrein, maar blijven klein
nieuwsDrooggeoogste peulvruchten zoals kikkererwten beslaan slechts een minuscuul deel van het Belgische landbouwareaal, maar ze zitten wel stevig in de lift. Dat blijkt uit het laatste landbouwrapport van Statbel. Op één jaar tijd kwam er meer dan 60 procent areaal bij. Toch namen deze peulvruchten slechts 0,8 procent in van de totale oppervlakte cultuurgrond (OCG) in 2022.
Statbel wijt de toename van drooggeoogste peulvruchten aan de invoer van de Europese ecoregelingen. Landbouwers worden aangemoedigd om gewassen in te zaaien die gunstig zijn voor het milieu. Ineke Maes, beleidsexpert landbouw bij Bond Beter Leefmilieu ziet hier ook deel van de verklaring. “Vlinderbloemigen zijn stikstofinbrengers en horen in een duurzame landbouw absoluut thuis in zowat elke rotatie”, klinkt het. “Landbouwers zoeken naar de introductie van sommige agro-ecologische principes op hun bedrijf omwille van de zorg voor de bodem. Maar ook de inschatting dat de vraag ernaar zal toenemen doet hen investeren in en vooral nog experimenteren met peulvruchten.”
Maes noemt de stijging in landbouwareaal indrukwekkend hoog, maar merkt tevens op dat de totale oppervlakte cultuurgrond voor deze gewassen indrukwekkend laag is. Ondanks de ecologische voordelen van de teelt, en ondanks de kenmerken als gezonde eiwitbron en vegetarisch alternatief voor vele vleesgerechten. “Het feit dat deze peulvruchten slechts zo'n klein aandeel kennen in België en Vlaanderen, vraagt om een snelle, grote ommeslag”, zegt Maes.
Wat we zien is dat de Vlaming als consument best een beetje gekieteld wordt richting de teelten die de boeren agrotechnisch best snel onder de knie hebben en die goed zijn aangepast aan onze contreien
Eiwit van de toekomst?
“Of de vraag naar drooggeoogste peulvruchten een stijgende lijn kent, dat zal de toekomst moeten uitwijzen”, zegt Maes. “In elk geval lopen er met de Vlaamse Eiwitboeren en Peapact, projecten waaraan BBL bijdraagt, in elk geval initiatieven die inzetten op ketenvorming rond deze teelten. Het is bovendien mooi meegenomen dat stikstofinbrengers zorgen voor een soort voorbemesting van de volgende teelt, waardoor men op bemesting kan besparen. Al is de winstgevendheid van de teelt én de vraag naar grote volumes waarschijnlijk eerder een driving force.”
“Wat we ook zien is dat de Vlaming als consument best een beetje gekieteld wordt richting de teelten die de boeren agrotechnisch best snel onder de knie hebben en die goed zijn aangepast aan onze contreien: de bruine boon lijkt daarbij een kandidaat voor succes in de toekomst. Voor voederdoeleinden zal het eerder de veldboon zijn die mogelijk snel aan populariteit kan winnen”, zegt Maes.
Volgens Maes kunnen deze producten een grote rol spelen in de doelstellingen van de Vlaamse eiwitstrategie. “De consumptie van meer plantaardige eiwitten door de Vlaamse consument in een verhouding van 60 procent tegenover 40 procent dierlijk, is absoluut een must als wapen tegen de steeds toenemende klimaatverandering”, zegt ze. “Ook BBL stimuleert dit mee door een bedrijvennetwerk van plantaardige voedingsbedrijven te coördineren en hen te versterken door het delen van visie en beleidsinformatie, enzovoort.”

Bron: Eigen berichtgeving