Demir zet deur open voor versoepeling inzaaidatum vanggewassen
Als de weersomstandigheden een tijdige inzaai van vanggewassen niet toelaten, kan er geschoven worden met de deadline. Dat heeft minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) geantwoord op een vraag van Vlaams parlementslid Stefaan Sintobin (Vlaams Belang).
Het natte en koude voorjaar bracht de voorjaarswerken van de boeren in de war. Het poten of zaaien van de gewassen liep veel vertraging op, waardoor ook de oogst van dit jaar een heel stuk zal opschuiven. De landbouwers vrezen daarom voor de gevolgen. De mestwetgeving verplicht namelijk om vanggewassen in te zaaien om het verlies van nutriënten tegen te gaan. Meestal moet dit voor 15 september gebeuren, een datum die dus door de late oogst in gedrang komt.
Sintobin vroeg daarom aan minister Demir of ze overweegt om het tijdstip van inzaaien van vanggewassen aan te passen aan de weersomstandigheden. De minister gaf aan dat ze haar verantwoordelijkheid zal opnemen als de weersomstandigheden zodanig extreem zijn dat tijdige inzaai van vanggewassen onmogelijk is. “Nu kan ik er nog niet op vooruitlopen, maar we zullen het de komende maanden evalueren”, klinkt het.
De oppositiepartij is tevreden met het antwoord van de minister, maar hekelt het ‘kalenderboeren’. “Zowel in 2021 als 2022 trok de natuur zich niks aan van de regelgeving van de Vlaamse regering. Ook dit jaar is dat niet anders”, aldus Sintobin.
Minister Demir verdedigt het principe wel en stelt dat het systeem logisch is en gebaseerd op wetenschappelijke vaststellingen. “Een vroege inzaai van vanggewassen is essentieel om de reststikstof na de oogst op te nemen en niet te laten uitspoelen naar oppervlakte- en grondwater. De boodschap is dan ook dat vanggewassen tijdig ingezaaid moeten worden om de waterkwaliteit te vrijwaren”, aldus Demir.
Bron: Eigen verslaggeving
