Danone verhuist mogelijk deeltje van Spaanse productie naar België
nieuwsAls de onderhandelingen over de sluiting van een Spaanse Danone-fabriek in de buurt van Barcelona afgerond zijn, zal het Franse zuivelbedrijf een tiende van de huidig productie van plantaardige producten waarschijnlijk naar België verhuizen. Dat meldt de woordvoerster van Danone Benelux.
De directie van Danone besliste midden januari om de Catalaanse vestiging tegen het einde van het jaar te sluiten. Hoewel 90 procent van de productie naar een fabriek in het Spaanse Valencia verhuist, zouden er 157 banen verloren gaan. De aangekondigde sluiting leidde maandag tot onrust aan het kantoor van Danone in Barcelona, waar een vierhonderdtal mensen verzamelden voor de ingang. Boze betogers gooiden potjes yoghurt tegen de ramen van het gebouw.
In België worden plantaardige producten van Danone geproduceerd in de vestiging in het West-Vlaamse Wevelgem. De fabriek in het Vlaams-Brabantse Rotselaar staat al sinds de jaren 60 in voor de yoghurtproductie. Vorige week kregen beide vestigingen nog een 'Factory of the Future'-award. Met de prijzen worden de meest geavanceerde en toekomstgerichte productiebedrijven in België bekroond. Beide Vlaamse sites van Danone kennen een hoge mate van digitalisatie, iets wat volgens het bedrijf essentieel is om toekomstbestendig te blijven. Bij Alpro, de Danone-dochter die gespecialiseerd is in de productie van plantaardige alternatieven op zuivelproducten, viel bij de jury onder andere op met haar 'Technical Academy'. Het betreft een intern opleidingscentrum dat een antwoord biedt op het tekort aan technische arbeidskrachten door bijvoorbeeld eigen operatoren om te scholen tot technisch experten.
Volgens woordvoerster Jasmien De Gussem is het nog te vroeg om uitspraken te doen over de gevolgen van de mogelijke extra productie. Met merken als Danone, Alpro, Actimel, Activia, Danio en Oikos is de Franse zuivelreus een van de belangrijkste spelers op de Belgische markt. Danone stelt ongeveer 1.800 mensen tewerk in België.

Bron: Belga / Eigen berichtgeving