Crisisleider Duitsland: “Strijd tegen AVP is geen sprint, maar een marathon”

Brandenburg, een deelstaat in het noordoosten van Duitsland, kampt al exact jaar met Afrikaanse varkenspest. Het virus is nog lang niet verslagen, maar de overheid slaagt om een westwaartse opmars in te dijken. Nederlands landbouwmedium Food & Agribusiness ging langs bij Anna Heyer-Stuffer, die als Brandenburgs staatssecretaris van Consumentenbescherming de situatie op de voet volgt.

29 september 2021  – Laatst bijgewerkt om 29 september 2021 16:07
everzwijn-varkenspest-wildvarken-avp-1250

Haar ambtstermijn loopt tot eind 2024. Maar voor het zover is hoopt Anna Heyer-Stuffer, staatsecretaris van Sociale Zaken en Consumentenbescherming in de Duitse deelstaat Brandenburg, nog toe te komen aan andere thema’s dan Afrikaanse varkenspest (AVP). Ze is de crisisleider. En in de bestrijding van het AVP-virus kruipt heel veel tijd. Werkbezoeken, vergaderingen, crisisoverleg, noem maar op.

Brandenburg strijdt inmiddels een jaar tegen het virus. De coördinatie en financiering van de AVP-bestrijding is in Duitsland een taak van de deelstaten. De uitvoering van de maatregelen ligt bij de districten. Het is niet verrassend dat Heyer-Stuffer in haar rol als crisisleider ook kritiek krijgt. Deze komt voornamelijk van de varkenssector. Het Duitse Baurnverband liet niet lang geleden via een persbericht weten dat de bestrijding van het AVP-virus voortvarender en consequenter moet gebeuren. Heyer-Stuffer kent dat bericht.

Wat vindt u daarvan?

“In een crisis zoek je niet naar schuldigen, maar naar oplossingen. Vanuit ons perspectief gaat de bestrijding wel snel en consequent. Zodra de wetgeving het toestond, heeft Brandenburg direct de noodzakelijke maatregelen getroffen. We hebben onder meer in een jaar tijd 1.000 kilometer afrastering gebouwd om de migratie van wilde zwijnen tegen te gaan. Langs de Poolse grens is een afrastering helemaal afgerond en is een extra hek in aanbouw. Het besluit voor de bouw van een dubbele afrastering langs de Poolse grens is samen met de Duitse Boerenbond genomen. Een bestuurder van hen, Henrik Wendorff, zit ook bij het crisisoverleg. Het is echt teamwerk. Ook hebben we veel contact met de IGS, de lokale belangenbehartiger voor de varkenshouderij.”

“De kritiek van de varkenssector komt ook voort uit economische vrees. Dat is logisch. Maar we zijn op de goede weg met de bestrijding van AVP. We slagen er in het virus langs de grens met Polen te houden. In de gebieden waar AVP het eerst opdook, is de wilde zwijnenpopulatie gekrompen en het aantal nieuwe infecties drastisch gedaald. Vergelijk de situatie hier met de Baltische staten. Daar duurde het enige jaren om grip te krijgen op het AVP-virus. De strijd tegen AVP is geen sprint, maar een marathon. Ook zal de hoge infectiedruk vanuit Polen niet afnemen op korte termijn.”

Varkenshouders in het getroffen gebied kunnen alleen aanspraak maken op compensatie van meerkosten, zoals voor transport en ziektemonitoring. Inkomenssteun is er niet. Dat is ook de klacht van minister Till Backhaus, van de deelstaat Mecklenburg-Voor-Pommeren. Vindt u dat de getroffen varkensboeren inkomenssteun moeten hebben?

“Ja, maar dat is een taak van de federale regering in Berlijn. Brandenbrug mag maar heel beperkt compensatie verstrekken. De federale regering moet een voorstel maken en dat laten accorderen in Brussel. Directe staatssteun is namelijk verboden. De deelstaat Brandenburg heeft 100.000 productievarkens. Ten opzichte van het totaal van 25 miljoen in heel Duitsland is dat bijna niks. Het heeft daarom minder prioriteit. Het is extra wrang voor varkenshouders hier om te horen dat de Poolse regering wel 40 miljoen euro heeft vrijgemaakt voor hun varkenssector. Aan de bestrijding van het virus onder wilde zwijnen doet Polen echter weinig meer. Polen richt zich meer op het ziektevrij houden van varkensbedrijven. Maar daar is het land ook heel succesvol in, tonen de cijfers.”

AVP is niet alleen een Oost-Duits probleem, maar een probleem voor heel Duitsland en zelfs heel Europa

Anna Heyer-Stuffer - staatsecretaris van Sociale Zaken en Consumentenbescherming voor Brandenburg

U kunt uw invloed toch ook aanwenden om het landbouwministerie in Berlijn tot spoed aan te manen?

“Dat doen we ook. We hebben op alle niveaus intensief contact met het landbouwministerie in Berlijn. Maar de boeren hebben zelf ook hun lobby. Niettemin kan ik mij voorstellen dat de varkenshouders sneller resultaat willen zien. Zowel de boeren als wij vinden dat alles gedaan moet worden om de varkenshouderij in Brandenburg te ondersteun. Anders bestaan deze straks niet meer. De varkenshouderij is onderdeel van onze landbouw. En in de transitie naar meer regionale voedselproductie is de lokale varkenshouderij gewoon nodig.”

De varkens in het restrictiegebied gaan nu naar slachterij Thomsen in Kellinghusen, dat is 500 kilometer rijden en soms nog veel meer. Dat lijkt logistiek en veterinair niet handig. Waarom regelen jullie geen lokale slachterij?

“Dit is echt een issue. In sommige gevallen is de rit naar Kellinghusen even ver als naar Noord-Italië. We hebben de federale overheid gevraagd ook andere slachterijen aan te sporen varkens op te nemen uit de AVP-gebieden. Deze ene slachterij is te weinig. Er zijn wel slachterijen dichter in de buurt, maar die willen de varkens niet. We kunnen slachterijen niet dwingen. Ook voor dit probleem toont Berlijn geen gevoel van urgentie. AVP is echter geen Oost-Duits probleem, maar een probleem voor heel Duitsland en zelfs heel Europa. Het is voor elk land in de Europese Unie van belang dat het virus zich niet verder verspreidt.”

“Ik wil wel benadrukken dat het transport van varkens uit het restrictiegebied geen enkel veterinair risico met zich meebrengt. De ziektemonitoring is goed. De varkens die naar de slachterij gaan hebben geen Afrikaanse varkenspest. In Saksen is nu wel een kleine slachterij die varkens opneemt uit het AVP-gebied. Deze kan wekelijks 650 varkens slachten. Ik hoop dat ze ook wat varkens uit het beperkingsgebied in Brandenburg kunnen opnemen, maar dé oplossing is dat vanzelfsprekend niet.”

Varkenssector verwacht meer daadkracht bij AVP-bestrijding

De federale overheid handelt traag en men lijkt niet gedreven in de aanpak van AVP, vertelt Roland Giebels, vicevoorzitter van de Brandenburgse organisatie voor varkenshouders, IGS. Hij is eigenaar van een varkensbedrijf en manager van voerbedrijf Vikra, gevestigd in Casekow. “Niemand lijkt verantwoordelijkheid te willen nemen”, vertelt hij. “Er is geen centrale coördinatie vanuit het federale ministerie van Landbouw – men laat het aan de deelstaten over. En op deelstaatniveau laat men weer heel veel over aan de districten. Gevolg is dat er overal verschillende oplossingen worden gehanteerd. Je kunt het zien op de manier hoe kernzones worden omheind. Je ziet permanente hekken, elektronische schapenhekken, maar ook festivalhekken.”

Wat betreft de IGS moeten de hekken dagelijks worden nagekeken. Mensen stappen er over, poorten blijven op staan, de stroom is van de afrastering en soms nemen bewoners gewoon hele delen van hekken mee. Giebels en zijn organisatie pleiten voor een extra, permanent hek in Duitsland, wat ervoor moet zorgen dat de rest van Duitsland gevrijwaard blijft van AVP. Dit is vrij eenvoudig te realiseren. Ongeveer 100 kilometer van de grens liggen diverse snelwegen die samen een noord-zuidverbinding vormen. Deze snelwegen zijn aan beide kanten voorzien van goed hekwerk om te voorkomen dat wild de weg op rent. Dus alleen op kruispunten en waterwegen moet worden voorkomen dat wilde zwijnen aan de westkant van de snelweg kunnen komen. Daarnaast pleit Giebels voor een goede compensatie voor varkenshouders in de getroffen gebieden.

Bron: foodagribusiness.nl

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek