Convenant Enterische emissies onvoldoende voor BioForum

Met de ondertekening van het convenant Enterische emissies rundvee zijn zestien partners uit de brede agrovoedingsketen het engagement aangegaan om tegen 2030 de methaanemissies door rundvee te verminderen met 0,44 Mton CO2-equivalenten ten opzichte van 2005. BioForum Vlaanderen ondersteunt als één van de ondertekenaars het convenant, maar geeft aan dat het niet ver genoeg gaat en vraagt ambitieuze stappen richting een overgang naar grondgebonden rundveehouderij. De twee grote landbouworganisaties Boerenbond en ABS waarschuwen van hun kant om bij het uitwerken van maatregelen de realiteit en economische haalbaarheid niet uit het oog te verliezen.
1 april 2019  – Laatste update 14 september 2020 14:49
Lees meer over:

Met de ondertekening van het convenant Enterische emissies rundvee zijn zestien partners uit de brede agrovoedingsketen het engagement aangegaan om tegen 2030 de methaanemissies door rundvee te verminderen met 0,44 Mton CO2-equivalenten ten opzichte van 2005. BioForum Vlaanderen ondersteunt als één van de ondertekenaars het convenant, maar geeft aan dat het niet ver genoeg gaat en vraagt ambitieuze stappen richting een overgang naar grondgebonden rundveehouderij. De twee grote landbouworganisaties Boerenbond en ABS waarschuwen van hun kant om bij het uitwerken van maatregelen de realiteit en economische haalbaarheid niet uit het oog te verliezen.

De sector gaat met de ondertekening van het convenant het engagement aan om de methaanuitstoot van runderen aan banden te leggen. Er worden meerdere thematische werkgroepen opgericht, met name rond het verbeteren van veestapel- en diermanagement op bedrijfsniveau, voedermanagement, genetica en selectie en de monitoring en borging van de maatregelen. Die werkgroepen werken tegen 1 januari 2020 concrete maatregelen uit.

BioForum Vlaanderen staat volledig achter het invoeren van dergelijke klimaatmaatregelen, “zolang die passen binnen het biologische gedachtegoed, gunstig zijn voor het dierenwelzijn én bovendien geen negatieve effecten hebben op andere milieucompartimenten.” Maar voor de sectororganisatie biolandbouw en -voeding zullen het convenant en de daaruit voortvloeiende maatregelen niet volstaan, daarbij onder meer verwijzend naar eerder onderzoek van ILVO. Ze pleit daarom voor een reductie van de Vlaamse veestapel via een transitie naar een grondgebonden rundveehouderij, waarbij het aantal runderen dat een landbouwer houdt, afhangt van het aantal hectare grasland en grond dat hij heeft om z’n dieren te voederen.

“Het Convenant voorziet nu enkel dat een werkgroep de ‘natuurlijke ontwikkelingen van de veestapel’ zal opvolgen en hierover zal rapporteren zodat de emissiereductie die daar het gevolg van is, ook in rekening kan gebracht worden”, klinkt het. “Dat is te passief. BioForum Vlaanderen bepleit, samen met de organisaties van Voedsel Anders, een overheidsbeleid dat actief werk maakt van een transitie naar een grondgebonden rundveehouderij.”

Voor BioForum Vlaanderen moet onder meer de zoogkoeienpremie via een langetermijnplanning stap voor stap worden afgebouwd, en moeten dergelijke premies “plaatsmaken voor bijvoorbeeld premies voor extensieve graslanden, waar koeien kunnen grazen, waar biodiversiteit gestimuleerd wordt en waar aan koolstofopslag wordt gewerkt.” Om dit op een sociaal aanvaardbare manier te laten gebeuren, pleit BioForum Vlaanderen ervoor om “GLB-middelen ter beschikking te stellen in de vorm van een transitiefonds, dat bedrijven helpt om de stap te zetten naar een alternatief businessmodel dat leefbaar en ecologisch duurzaam is.”

Waarom ondertekende BioForum Vlaanderen dan het convenant? “Niet ondertekenen zou het verkeerde signaal geven dat de biosector geen bijdrage wil leveren aan de vermindering van de uitstoot”, klinkt het bij voorzitter Kurt Sannen in De Standaard. “Wij hopen ook dat we in de werkgroepen genoeg impact kunnen hebben en het gezond verstand kunnen laten primeren.”

Ook ABS en Boerenbond ondertekenden het convenant. Van hun kant benadrukken zij het belang van de haalbaarheid en betaalbaarheid van de uit te werken maatregelen. De reductiedoelstelling is “mogelijk door een combinatie van een marktgerichte analyse, aangepast voedermanagement en technologische innovatie, aangevuld met sensibiliserend en stimulerend overheidsbeleid onder meer via het nieuwe GLB”, klinkt het onder meer bij ABS, dat erover zal “waken dat dat alles economisch nog steeds kan gedragen worden.”

Het boerensyndicaat, dat benadrukt dat “de wil om bij te sturen waar het kan, aanwezig is in de rundveesector”, wijst voorts op de complexiteit en de verscheidenheid binnen de rundveehouderij, met allen “een verschillend rantsoenpatroon, waar men in mindere of meerdere mate kan bijsturen”. En het uit ook z’n bezorgdheid over de invloed van de maatregelen op de rendabiliteit, “waarbij het verschil in productiemethoden met derde importlanden steeds maar groter en groter wordt en zal leiden tot grote concurrentienadelen voor de Vlaamse rundveehouderij.”

Eenzelfde geluid is te horen bij Boerenbond. De uit te werken maatregelen “moeten voor Boerenbond voldoende divers zijn, zodat elke rundveehouder de acties kan selecteren die passen bij zijn type bedrijf en binnen zijn bedrijfsvoering”, klinkt het. “Voor Boerenbond is het cruciaal en absoluut noodzakelijk dat de maatregelen betaalbaar zijn én praktisch haalbaar en toepasbaar in de bedrijfsvoering. Er moet dan ook maximaal ingezet worden op een win-win voor de veehouder.”

Bron: Eigen verslaggeving / De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek