Commissie start strijd voor afbouw visserijvloot

In de landen met een belangrijke visserij-activiteit worden de messen nu al gewet. Toch moet het belang van de vermindering niet overdreven worden. De commissie schat dat in totaal een 8.600 vissersschepen, of 8,5 procent van de totale EU-vloot, uit de vaart moeten worden genomen. Ter vergelijking: tussen 1991 en 1998 ging al bijna een kwart van de werkgelegenheid in de visvangst verloren, goed voor 66.000 jobs.

Volgens EU-commissaris voor landbouw en visserij Franz Fischler is het huidige beleid op termijn niet houdbaar. Ieder jaar opnieuw wordt lang gevochten over de toewijzing van visquota. Die hoeveelheden zijn altijd te groot, waardoor de visbestanden verkleinen. Tegelijk is er nauwelijks sprake van een inkrimping van de vloot. Bovendien beschuldigen de EU-lidstaten er elkaar van onvoldoende te controleren.

Daarom worden de grote principes van het beleid omgegooid. Zo zullen de vangstquota worden bepaald via wetenschappelijk verantwoorde meerjarenplannen. Op die manier kunnen de visbestanden zich herstellen en krijgen de vissers zekerheid voor de toekomst.

De capaciteit zal strikt worden afgebouwd. Geen enkel land mag nog steun geven voor een uitbreiding van de capaciteit. Nieuwe of grotere vaartuigen kunnen alleen als er een volledig compensatie is door de afbraak van oude schepen. In ruil voor deze twee beperkingen wil commissaris Fischler meer geld uittrekken voor alternatieven voor de vissers. Een sociaal plan moet onder meer alternatieve tewerkstelling opbouwen. Ook zal meer aandacht en geld gaan naar aquacultuur, het kweken van vissen en schelpdieren.

Een belangrijk luik in het plan is de betere controle. De commissie wil evolueren naar een gezamenlijke inspectiestructuur, zodat iedereen gelijk behandeld wordt. Vissers zouden uitgebreid in het oog gehouden worden via sateliet.

De voorstellen van de commissie zijn wel nog maar in de grote lijnen uitgewerkt. De komende maanden komen er meer gedetailleerde teksten. Die moeten de relaties met niet-EU-vissersvloten verduidelijken. Fischler hoopt wel dat alles rond is tegen het einde van het jaar, zodat het nieuwe beleid begin 2003 kan ingaan.

Of dit haalbaar is, is vooral een politieke vraag. Diverse zuiderse lidstaten -Spanje, Griekenland, Frankrijk- hebben nu al te kennen gegeven dat ze de voorstellen zullen bekampen. De lokale vissers zullen zeker hun regeringen onder druk zetten.

Ook binnen de commissie werd hard gestreden. Vooral de Spaanse commissaris Loyola de Palacio heeft zich sterk verzet tegen de plannen van Fischler. Ze vindt die te lineair. Ze stelt dat zuiderse landen, met een meer ambachtelijke vloot, al veel hebben ingeleverd, terwijl noordelijke landen via de modernisering van hun vloot hun capaciteit hebben uitgebreid.