Chrysantenteler voedt planten met drijfmest van de buurman

Reportage

In oktober staat de West-Vlaamse sierteler Dieter Vantyghem voor de drukste periode van het jaar als de chrysanten voor Allerheiligen de deur uitgaan. Waar de afzetpiek een stabiele factor vormt op het bedrijf, experimenteert de teler vanaf dit jaar met drijfmest dat hij van een bevriende vleesveehouder ontvangt. “Op deze manier kan de sierteelt een bescheiden bijdrage leveren in het stikstofprobleem”, vertelt de teler. “Bovendien halen we goede resultaten en besparen we de helft op meststofkosten.”

30 oktober 2023  – Laatst bijgewerkt om 31 oktober 2023 12:15 Jerom Rozendaal
Dieter Vantyghem_chrysant_drijfmest_sierteelt

Allerheiligen, de feestdag waarop mensen het graf van hun dierbaren bezoeken, wordt vaak in één adem genoemd met de bolchrysant. Het is deze Vlaamse najaarsbloeier die mensen het vaakst aan het graf zetten. “Vroeger werd de plant ook meer in de tuin gebruikt en mogelijk evolueren we daar weer naar toe”, vertelt Dieter Vantyghem in zijn serre in Pittem. Hij geeft aan dat de Allerheiligen-verkoop op dit moment nog zeker dominant is. Waar hij vanaf eind september mondjesmaat met chrysanten op de markt komt, piekt de verkoop medio oktober.

In de tweede week van oktober zitten vier Polen op hun knieën of op krukken tussen de pluischrysanten. Met de hand verwijderen zij zijbladeren waardoor er meer energie naar de bloei gaat en er een grote bloem ontstaat. “Dat is een arbeidsintensieve teelt, waarvan we op voorhand alles verkocht hebben”, vertelt Vantyghem die in 2013 het bedrijf van zijn vader overnam. Naast de pluischrysant, hebben hij en zijn vrouw Eline ook de multiflora en traditionele troschrysant in hun najaarassortiment.

Behoorlijk sierteeltjaar

De telers hebben goede hoop op een mooi verkoopjaar. “2021 was een topjaar omdat mensen door corona allemaal thuis zaten en geld overhadden voor een bloemetje, 2022 was een slecht jaar omdat iedereen massaal op reis ging. Dit jaar verwachten we een normaal jaar”, vertelt Eline. De voortekenen zijn goed. De siertelers combineren hun chrysanten teelt met veronica’s (in de zomer) en geraniums (in het voorjaar) en deze deden het behoorlijk .

Chrysantenteelt
Dieter Vantyghem_chrysant

De West-Vlamingen verkopen hun planten aan tuincentra en groothandelszaken. Op gezette tijden in de week doet een vrachtwagen van het bedrijf een vaste ronde. Niet alleen het transport houdt Vantyghem in eigen handen, ook de verkoop doen hij en zijn vrouw zelf. “Een groot deel wordt op voorhand verkocht en de rest gaat de vrije markt op”, vertelt de tuinder die nu in gesprek is met tuincentra over de verkoop voor volgend voorjaar.

Alhoewel hij met deze voorverkoop zekerheid lijkt in te weven in zijn bedrijfsvoering, zijn er ook risico’s aan verbonden. “Mogelijk leidt de oorlog in Israël tot een sterke verhoging van de olieprijzen en bij uitbreiding de mazoutprijzen (Vantyghem verwarmt de serre met stookolie, red.) ook omhoog. Dan komen wij met de afgesproken prijzen mogelijk niet meer uit de kosten.”

Op dezelfde manier corona en de oorlog in Oekraïne zijn mestkosten de hoogte in. “De kosten gingen maal drie”, vertelt Vantyghem. De prijsstijging bracht hem augustus 2022 aan het denken waarop de sierteler zijn oog liet vallen op het Europese Leader-steunprogramma “Hergebruik van dierlijke mest in de sierteelt.” Met hulp van onderzoeksinstellingen Inagro en het Proefcentrum voor Sierteelt haalde hij de subsidiering binnen en dit jaar startte hij met het gebruik van dierlijke mest voor bemesting in zijn serre.

Kalverenmest is het meest geschikt

De mest is afkomstig van een bevriende vleesveehouder in de buurt. Het gaat om drijfmest van Belgische witblauwe kalveren. “Onderzoek heeft uitgewezen dat deze mest de meeste nuttige stoffen beschikt voor bemesting in de sierteelt”, vertelt Vantyghem die zo’n 90 ton op jaarbasis nodig heeft. De mest wordt in een vrachtwagen aangeleverd en in een silo achter de serre gepompt. “Deze silo hadden wij toevallig op reserve”, vertelt Vantyghem die voor ruim 20.000 euro kosten moest maken om de transitie van kunstmest naar dierlijke mest te kunnen maken. Zo moest hij onder andere investeren in extra leidingen, een grove zandfilter en een zeefbocht met constructie.

Drijfmest_Dieter Vantyghem_chrysant
zeef_sierteelt_drijfmest_chrysant

De drijfmest en het gerecupereerde sproeiwater uit de serre komen samen in een put achter de serre. Hier vandaan wordt de substantie naar een reservoir gepompt waar de zuivering plaatsvindt. Vaste deeltjes mest en blaadjes van de planten worden hier verwijderd waarna alleen vloeistof overblijft. Dit gemend met water wordt via het eb en vloedsysteem meerdere keren per week aan de plantjes gevoed.

Het project kende een moeilijkere opstart in de eerste maand van de geraniumteelt. “Bij de eerste stalen bleekt dat het gehalte natriumchloride en de zuurtegraad te hoor waren, terwijl het stikstof-, fosfor- en ijzergehalte aan de lage kant waren”, herinnert de West-Vlaamse glastuinbouwer zich. Dat werd opgevangen door te experimenteren met de toevoeging van verschillende combinaties kunstmest en salpeterzuur. Inmiddels bestaat het meststoffenmengsel voor 50 procent uit drijfmest en voor 50 procent kunstmest en worden er volgens Vantyghem uitstekende resultaten behaald. “De bloemen staan er groener bij en zijn ook sterker.” Het zijn volgens hem de stoffen in dierlijke mest, die niet in kunstmest zitten, die hiervoor zorgen. “Zo zorgt bijvoorbeeld silicium voor stevigheid bij de plant.”

Dieter Vantyghem_chrysant_drijfmest_meten

Regelmatige staalnames

Een nadeel van dierlijke mest is de onregelmatige samenstelling ervan. De aangevoerde mest wordt daardoor steeds door PCS en Inagro aan een labotest onderworpen, terwijl Vantyghem voor elke beregening een EC- en PH-meting uitvoert. Het nadeel van het extra werk heeft volgens de sierteler ook teglijk een voordeel. “Ik weet nu perfect welke stoffen er in mijn voeding zitten en kan gemakkelijker vroeger bijsturen.”

Niet alleen de kwaliteit stemt de teler tevreden, ook de bedrijfseconomische voordelen zijn volgens hem aanzienlijk. “We kunnen de helft van ons meststoffenkosten uitsparen, zo’n 3.430 euro op jaarbasis.” Daarnaast boostte de dealer door het gebruik van dierlijke mest ook zijn milieuscore (MPS) van A naar A+. Ook dit is marketingtechnisch interessant.

Dit jaar werd de proef uitgevoerd met geraniums en chrysanten, volgend jaar is het de beurt aan veronica’s, die buiten op een containerveld gekweekt worden. Buitenteelten staan meer bloot aan de grillen van de natuur en kunnen daardoor meer stress oplopen, bijvoorbeeld bij een grote hittegolf. “Het is afwachten wat zo’n hittegolf doet. Vooral natriumchloride, dat veelvuldig voorkomt in dierlijk mest en moeilijk afgebroken wordt door de plant, is een aandachtspunt”, vertelt Vantyghem.

“Maar mochten zich problemen voordoen, dan kunnen we de verhouding kunstmest altijd tijdelijk opvoeren”, nuanceert Vantyghem mogelijke tegenslagen in het vervolgonderzoek. De West-Vlaming is gepassioneerd om van dierlijke mest in de sierteelt een gangbare praktijk te maken. “Siertelers kunnen op deze manier een kleine rol spelen bij het oplossen van het stikstofprobleem in de landbouw en daarnaast kunnen ze hun bedrijfsvoering verduurzamen. Het is een win-winsituatie voor iedereen.”

“De energiecrisis heeft ons geld opgeleverd”, concludeert Eline. Het bedrijf vond niet alleen een goedkoper alternatief voor de dure kunstmensstoffen, ook de plaatsing van zonnepanelen op het huis en de bedrijfspanden bleek een schot in de roos. “De stroomfactuur voor ons huis en ons bedrijf is gezakt van 2.500 euro naar 300 per maand. Als je goed let om het moment van energieconsumptie kun je enorme winsten behalen.”

Groeiende populariteit Halloween doet pompoenareaal stijgen
Uitgelicht
De voorbije jaren zit het pompoenenareaal in Vlaanderen in de lift. Experts wijten dit aan de groeiende populariteit van het uit Amerika overgewaaide Halloweenfeest. Bovendien...
26 oktober 2023 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek