"Chinese landbouwsubsidies blijven erg laag"

Met 7 procent van het wereldwijde landbouwareaal moet China een vijfde van de wereldbevolking voeden. De verstedelijking, de toenemende waterschaarste en de plattelandsvlucht stellen het land voor grote uitdagingen. De overheid heeft de steun voor het platteland met dertig procent opgetrokken tot 80 miljard dollar. "Maar de landbouwsubsidies blijven erg laag", zegt onderzoeker Li Guoxiang. "De directe steun vertegenwoordigt zo'n 5 procent van het inkomen van de boeren terwijl dat 60 procent is in een aantal westerse landen".

In China is één van de grootste urbanisatieprocessen ooit aan de gang. Om de voedselvoorziening te kunnen blijven garanderen, wil de overheid een landbouwareaal van minstens 120 miljoen hectare in stand houden. Dat is geen sinecure, want volgens gegevens van BNP Paribas is de voorbije acht jaar telkens één procent van dat areaal verloren gegaan, telkens goed voor de gecombineerde oppervlakte van België en Nederland.

"Op korte termijn volstaat de graanaanvoer, maar op termijn kan grote druk ontstaan", zegt Li Guoxiang, die werkzaam is aan het Instituut voor Plattelandsontwikkeling, dat door de Chinese regeringsleiders gebruikt wordt als denktank voor plattelandszaken. "De bescherming van de landbouwgrond is een topprioriteit. Overal in het land wordt grond ingepalmd om industriezones aan te leggen".

Of de extra subsidies de boeren op het platteland zullen houden, is volgens analisten twijfelachtig. De steun verbleekt immers bij de hogere lonen die in de steden uitbetaald worden. Bovendien behoren de graanprijzen in China tot de laagste ter wereld omdat de overheid een aardige stockvoorraad aanhoudt en exportbeperkingen oplegt om de bevoorrading van de 1,3 miljard Chinezen te verzekeren. Verwacht wordt dat tegen 2020 nog eens 300 à 400 miljoen plattelandsbewoners hun geluk zullen beproeven in de stad, waar ze een veelvoud aan voedsel en water consumeren.

"Het resultaat is dat alleen vrouwen en ouderen actief blijven in de landbouw", zei regeringsadviseur Liu Jiang vorige maand. Het moeilijke herstel van de varkensstapel na de verwoestende uitbraak van de blauwoorziekte in 2006, lijkt hierop te wijzen. Ooit kweekten de Chinese plattelandsbewoners massaal varkens in hun achtertuintjes als ruggengraat voor de grootste varkensindustrie ter wereld. Maar die traditie raakt steeds meer in onbruik.(KS)