nieuws

"CETA leidt niet tot vrije handel"

nieuws
Het vrijhandelsakkoord met Canada dat dankzij het veto van Wallonië volop in de belangstelling staat, leidt niet tot vrije handel omdat het niet transparant is. Het is niet transparant over de verdoken kosten van de producten die verhandeld worden en laat de consument niet toe een duidelijke inschatting te maken van de impact van een ingevoerd product. Dat zegt VUB-professor Jonathan Holslag. “Deze vorm van globalisering heeft teveel gebreken, schaadt vaak onze belangen en heeft al lang niets meer te maken met een efficiënte werking van de markt”, aldus Holslag. Dat Wallonië een gebrek aan inspraak inroept, vindt hij dan weer "misplaatst".
20 oktober 2016  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:37

Het vrijhandelsakkoord met Canada dat dankzij het veto van Wallonië volop in de belangstelling staat, leidt niet tot vrije handel omdat het niet transparant is. Het is niet transparant over de verdoken kosten van de producten die verhandeld worden en laat de consument niet toe een duidelijke inschatting te maken van de impact van een ingevoerd product. Dat zegt VUB-professor Jonathan Holslag. “Deze vorm van globalisering heeft teveel gebreken, schaadt vaak onze belangen en heeft al lang niets meer te maken met een efficiënte werking van de markt”, aldus Holslag. Dat Wallonië een gebrek aan inspraak inroept, vindt hij dan weer "misplaatst".

CETA, het handelsverdrag tussen de Europese Unie en Canada, gaat meer dan ooit over de tongen sinds er in het Waals Parlement geen meerderheid kan gevonden worden die nodig is om het verdrag op Belgisch, en zo ook op Europees niveau, te ratificeren. Professor politieke economie Jonathan Holslag (VUB) laat in een blogbijdrage zijn licht schijnen over de Waalse positie en over de achilleshiel van het op til zijnde akkoord. Zijn betoog begint met de aankoop van een zakje Canadese aardappelen.

“Stel, u gaat morgen naar de winkel om aardappelen te kopen”, geeft Holslag een voorbeeld. “Je koopt er voor een scherpe prijs een zakje Canadese aardappelen en je denkt dat je een koopje hebt gedaan. Althans, zo lijkt het, want de aardappelen kosten eigenlijk veel meer, alleen is dat helemaal niet duidelijk als we voorbij de winkelrekken struinen. Ze werden immers verbouwd aan de andere kant van de aarde: in Canada. Het transport met vrachtwagens en schepen berokkent schade aan het milieu, aan onze wegen en aan onze gezondheid: een prijs die waarschijnlijk hoger is dan de paar euro die we aan de kassa betalen.”

Het gaat Holslag met andere woorden niet om het gebrek aan inspraak, één van de argumenten die Waals minister-president Paul Magnette regelmatig aanhaalt. Bij de start van de onderhandelingen beschikte de Europese Commissie immers over de zegen van de democratisch verkozen regeringen. De houding van de Waalse regering vindt Holslag daarom nogal “misplaatst”. Ook de gevreesde uitholling van de soevereiniteit van Europese landen door de mogelijkheid voor bedrijven om overheden voor een arbitragetribunaal te dagen, is naar verluidt geen valabel tegenargument, want de overheid behoudt volgens het akkoord wel degelijk het recht om de spelregels te bepalen.

Toch gelooft Holslag niet dat het verdrag tot vrije handel kan leiden. “Je kunt eigenlijk pas over vrije handel spreken als die zo transparant is dat consumenten in zowel Canada als Europa duidelijk kunnen inschatten hoe bijvoorbeeld een ingevoerd product hun positie beïnvloedt”, zo vindt Holslag. “En dat is nu niet het geval. De prijs op het product, die is zeer duidelijk, maar het hele systeem daarachter is dat niet. We nemen vaak zomaar aan dat handel leidt tot meer efficiëntie, maar we vergeten daarbij al de verdoken kosten, de inefficiëntie van de eindeloos lange distributienetwerken, de bergen verpakkingsafval en de energieverslindende koelhuizen in rekening te brengen.”

Er kan dus pas sprake zijn van een vrijhandelsakkoord als er ook een akkoord is over hoe die verdoken kosten worden vertaald in de prijs die wij in de winkel betalen, zo vindt Holslag. Het gebrek aan transparantie blijft overigens niet beperkt tot de verdoken kosten. “Deze globalisering confronteert ons ook nauwelijks met de omstandigheden waarin producten elders ter wereld geproduceerd worden”, aldus Holslag. “Nu is dat in Canada meestal niet zo’n probleem, maar we hebben tal van handelsverdragen met landen waar er erg gevaarlijke arbeidsomstandigheden zijn.”

“De invoerders doen er alles aan om dat te verdoezelen”, zo legt Holslag de vinger op de wonde. “We zien het merk, maar niet de moderne slavenarbeid die achter het merk steekt, of het verdwijnen van onze industrie als gevolg van die sociale dumping. Die dumping is overigens nét zozeer het resultaat van onze eigen hang naar goedkoop als van de multinationals die landen tegen elkaar uitspelen.”

Het probleem is volgens de VUB-professor dat de regels inzake milieu en arbeidsomstandigheden die vervat zijn in het akkoord minder concreet en afdwingbaar zijn dan de bepalingen over bijvoorbeeld invoerheffingen en patenten. “Met andere woorden: de huidige handelsverdragen zijn nog veel te eenzijdig om door te gaan als échte vrijhandelsverdragen, verdragen dus waarin de markt zo transparant is dat we als consument kritisch kunnen bepalen hoe onze aankopen onze economie beïnvloeden.”

“Hoewel Canada één van de fatsoenlijkste landen is waarmee je een verdrag zou kunnen onderhandelen, blijft dus ook het CETA-verdrag problematisch omdat het te ver staat van échte, eerlijke en transparante vrijhandel”, zo besluit Holslag. “Zolang dit uitblijft, zullen de voorvechters van een open wereld het onderspit blijven delven tegen populisten als Donald Trump. Hoewel het protectionisme dat zij bepleiten geen goede oplossing is, leggen zij wel degelijk de vinger op de wonde: deze vorm van globalisering heeft teveel gebreken, schaadt vaak onze belangen en heeft al lang niets meer te maken met een efficiënte werking van de markt.”

Bron: jonathanholslag.be

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek