Celstraffen en zware boetes voor hormonengebruik

R.W. en R.V. werden in het verleden reeds verschillende keren veroordeeld voor hormonenzaken. De rechtbank tilde er zeer zwaar aan dat de twee opnieuw begonnen waren met het gebruik en verhandelen van hormomen. Daarbij schakelden ze familieleden in, onder meer de echtgenote van W., Ingrid N., die eerder ook al voor gelijkaardige feiten was veroordeeld.

De verdediging voerde aan dat de feiten dateerden van 1997 en 1999 en dat de redelijke termijn dus overschreden was. Bovendien dateerden de feiten van voor de laatste veroordeling en kwamen ze volgens de verdediging in aanmerking voor opslorping. De rechtbank verwierp die redenering. Volgens haar was het enkel aan de beklaagden te wijten dat de zaak zo lang had aangesleept, en waren de feiten zo zwaar dat een nieuwe veroordeling zich opdrong.

Het bedrijf van W. moet tevens een jaar lang gesloten blijven en W. mag een jaar lang geen veehandel drijven. De beklaagde werd op de zitting onmiddellijk aangehouden. W.'s echtgenote, Ingrid N., werd veroordeeld tot twee jaar cel, waarvan een jaar met uitstel, en een boete van 49.578 euro.

W.'s schoonouders, Reginald M. en Bernadette N., en Pascal V., de zoon van Ronald V., stonden terecht voor het verlenen van hand- en spandiensten. Maar omdat hun aandeel kleiner was, werden ze elk veroordeeld tot 8 maanden cel met uitstel en een boete van 14.873,61 euro, waarvan 7436,81 euro met uitstel.