nieuws

"Blind verzet tegen ggo's verhindert het echte debat"

nieuws
Blind verzet tegen de veldproef met genetisch gewijzigde aardappelen is niet de beste methode om de landbouw tot een meer ecologische manier van telen te dwingen. Dat schrijft wetenschapsjournalist Dieter De Cleene in een opiniestuk in De Standaard. Hameren op dubieuze claims over gezondheid en milieu verhinderen volgens hem het echte debat.
6 mei 2011  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:15
Lees meer over:

Blind verzet tegen de veldproef met genetisch gewijzigde aardappelen is niet de beste methode om de landbouw tot een meer ecologische manier van telen te dwingen. Dat schrijft wetenschapsjournalist Dieter De Cleene in een opiniestuk in De Standaard. Hameren op dubieuze claims over gezondheid en milieu verhinderen volgens hem het echte debat over de manier waarop onze voeding wordt geproduceerd.

In Wetteren werd afgelopen week een proefveld met ggo-aardappelen aangelegd. “Het best beveiligde veldje van het land, achter een twee meter hoog hek met detectoren en permanente bewaking”, stelt De Cleene. De aardappelen zijn met genen uit wilde aardappelrassen resistent gemaakt tegen de aardappelziekte phytophthora, de belangrijkste bedreiging voor de aardappelteelt in onze streken. “Dankzij deze techniek moeten aardappelen minder behandeld worden met pesticiden”, weet de journalist.

Hij verbaast er zich over dat tegenstanders van ggo’s, zoals Field Liberation Movement, Greenpeace, Bond Beter Leefmilieu, Oxfam Solidariteit en Vredeseilanden, onaanvaardbare en zinloze risico’s voor het milieu en de menselijke gezondheid inroepen om zich te kanten tegen de veldproef. “Wie even stilstaat bij die mogelijke risico’s, kan echter weinig anders dan besluiten dat die in dit geval zo goed als onbestaande zijn, al was het maar omdat de duur en omvang van de proef beperkt zijn en omdat de aardappelen worden vernietigd en niet geconsumeerd”, beweert De Cleene.

Volgens hem is het protest niet zozeer gericht tegen de veldproef, maar meer in het algemeen tegen ggo’s en het industriële landbouwmodel waarmee ze geassocieerd worden. “Het is alleen jammer dat dit zeer zelden met zoveel woorden wordt gezegd”, schrijft hij in De Standaard. “Nochtans heeft het industriële landbouwmodel ontegensprekelijk tekortkomingen. De focus ligt op een beperkt aantal gewasvariëteiten, waardoor de genetische diversiteit die toelaat om op veranderende noden in te spelen, afneemt.”

De journalist die ook voor het wetenschappelijk tijdschrift Eos schrijft, ziet een probleem in de grote hoeveelheden kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen die nodig zijn voor typische monoculturen. “Dit leidt niet alleen tot milieuproblemen, maar het maakt onze voedselproductie ook afhankelijk van fossiele brandstoffen.” De Cleene is van mening dat industriële landbouw niet de aangewezen manier is om de honger uit de wereld te helpen. “Die landbouw kan niet verplaatst worden naar kwetsbare bodems en ecosystemen in ontwikkelingslanden. Bovendien hebben arme boeren niet het nodige kapitaal om meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en verbeterde zaden te kopen.”

Volgens de journalist willen nagenoeg alle organisaties die tegen ggo’s protesteren, een ecologische landbouw waarbij door een doordachte combinatie van gewassen en gewasvariëteiten de weerbaarheid van het systeem toeneemt en de nood aan kunstmest en pesticiden daalt. “Ook het International Assessment of Agricultural Knowledge, Science and Technology (IAASTD) komt tot de vaststelling dat voor agro-ecologie, de wetenschap die ecologische productie tracht te optimaliseren, een grote rol is weggelegd in de strijd tegen honger en milieuproblemen veroorzaakt door landbouw.”

De Cleene is van oordeel dat ggo’s en agro-ecologie elkaar nochtans niet uitsluiten. “Maar geen van beiden vormt een mirakeloplossing. De huidige commerciële ggo’s zijn overwegend toegesneden op het industriële landbouwmodel. Als de populariteit van ggo’s toeneemt, kan dat de afname van de gewassendiversiteit bovendien versnellen omdat ze op de markt worden gebracht door een beperkt aantal grote bedrijven.” Uit de juridische procedures die sommige bedrijven hebben aangespannen tegen boeren die de eigendomsrechten van gewassen hebben geschonden, blijkt volgens hem dat we op onze hoede moeten zijn voor een te grote machtsconcentratie bij een te kleine groep bedrijven.

“In de ogen van de tegenstanders staan ggo’s symbool voor het omgekeerde van de nodige radicale verandering. Elke veldproef met ggo’s, als opstap naar de commercialisering ervan, staat volgens hen deze mentaliteitsverandering in de weg”, legt de wetenschapsjournalist uit. Toch vraagt hij zich af of blind verzet tegen elke veldproef de beste manier is om tot verandering te komen. Hij vindt het niet slim om daarbij dubieuze claims over gezondheid en milieu te gebruiken. “Dat verhindert het debat, dat zou moeten gaan over de manier waarop we ons voedsel produceren en de mate waarin ggo’s knelpunten aanpakken of integendeel verergeren”, besluit De Cleene zijn opiniestuk.

Bron: De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek