Blauwtong breidt zich verder uit in Nederland

Als de blauwtongziekte niet uit Nederland verdwijnt, is er geen toekomst meer voor de export van schapen en geiten en voor de fokveesector. Dat heeft LTO-topman Siem Jan Schenk vrijdag in Den Haag gezegd. Schenk houdt er rekening mee dat de knut, het mugje dat de dierziekte verspreidt, ook actief blijft als het gaat vriezen. In tegenstelling tot de verwachtingen heeft de ziekte, die honderd dagen geleden voor het eerst in Nederland werd gesignaleerd, zich de laatste weken verder uitgebreid.

In Noord-West-Europa, waar de ziekte in het verleden niet voorkwam, zijn 1600 bedrijven besmet. In Nederland waren tot 14 november 426 uitbraken geregistreerd, meldde LTO vrijdag. Sinds half oktober is er sprake van 42 tot 60 uitbraken per week. Het huidige vaccin tegen de ziekte is niet goed genoeg om te gebruiken, zegt viroloog Ab Osterhaus. In Italië, Spanje en Portugal bleek vaccinatie geen succes.

Voor de variant van het virus in Nederland (BTV-8) is alleszins geen vaccin beschikbaar. Osterhaus vergelijkt het virus met het West Nijl virus dat zich binnen enkele jaren over de Verenigde Staten heeft verspreid. "Een strenge winter zou helpen het virus klein te krijgen, maar zekerheid daarover hebben we niet".

Blauwtong is een virusziekte die schapen en andere herkauwers - runderen, geiten en herten - ziek maakt. Een ziek dier heeft hoge koorts en ontstoken lippen, oren en oogleden. Acht dagen na de infectie kan het dier sterven. Maar de meeste dieren die het virus hebben, zijn niet eens ziek. Volgens Schenk is in Nederland 1 procent van de besmette schapenpopulatie gestorven.

De ziekte duikt sinds 1998 regelmatig op in zuidelijk Europa. Van de ziekte zijn 24 typen bekend. In Nederland, België en Duitsland is type 8 opgedoken, dat tot voor kort alleen voorkwam in landen beneden de Sahara. Het virus heeft een ander beeld dan bijvoorbeeld in Spanje, waar vooral schapen ziek worden en sterven. In Nederland en België werden ook runderen ziek.