Bijna acht procent van mestproductie EU wordt verwerkt

In Europa wordt 108 miljoen ton mest verwerkt, wat 7,8 procent is van de totale mestproductie. Het grootste aandeel mestver/bewerking in eigen land wordt verwezenlijkt door Italië, Griekenland en Duitsland, die respectievelijk 36,8% 34,6% en 14,8% van de eigen mestproductie verwerken.Dat blijkt uit een uitvoerige analyse van de mestverwerking in de EU, samengevat door het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM).

Het directoraat-generaal Milieu van de Europese Commissie gaf de opdracht voor een grondige analyse van de mestverwerkingssector. VCM leverde de gegevens aan voor Vlaanderen die werden gebruikt in de inventarisatie van de mestverwerkingactiviteiten in rapport I en nam deel aan de rondetafeldiscussie waarop rapport V gebaseerd is. De inventarisatie leert dat de totale, voor mestverwerking beschikbare mestproductie in de EU zowat 1,4 biljoen ton bedraagt. De veehouderij in Frankrijk en Duitsland zijn de grootste mestproducenten.

"Anaerobe behandeling van mest is de meest gebruikte techniek in de EU en bewerkt 6,4 procent van de totale mest in de EU", vertelt VCM-adviseur Sara Van Elsacker. In Vlaanderen wordt vergisting echter alleen aanzien als verwerking indien er nog een nabehandeling (of export naar het buitenland) van het digestaat op volgt.

Via scheiding van dunne en dikke fractie wordt drie procent van de Europese mestproductie verwerkt. De techniek wordt het meest toegepast in Italië en verwerkt daar bijna een kwart van de nationale mestproductie. Op de derde plaats komt de vooral in Spanje populaire behandeling van de dikke fractie, met een verwerking van 0,8 procent van de mestproductie in de EU.

In het onderzoek wordt vastgesteld dat er een groot verschil in verwerking bestaat tussen de verschillende EU-landen en dat een hogere densiteit aan vee ook voor een hogere verwerkingscapaciteit zorgt. De verwerkingscapaciteit hangt ook af van de mogelijkheid tot grazen voor de dieren, het verkrijgen van subsidies, diverse randvoorwaarden en de nationale wetgeving. In totaal wordt 7,8 procent van alle mest in Europa verwerkt. Dit is goed voor 108 miljoen ton mest, wat gelijkgesteld kan worden met 556.000 ton stikstof en 139.000 ton fosfor.

Het debat tussen 22 mestexperten uit de verschillende EU-lidstaten dat zijn neerslag vond in rapport V leert dat in de toekomst vooral de nadruk moet worden gelegd op anaerobe vergisting omdat deze techniek niet alleen voor een goede recyclage van nutriënten en een hogere plantbeschikbaarheid van stikstof zorgt, maar daarenboven ook voor duurzame energieproductie. In gebieden met een hoge mestdruk zou deze techniek gecombineerd moeten worden met een nabehandeling zoals mechanische scheiding om overbemesting met fosfor te vermijden.

Meer info: Rapportsynthese VCM