Belgische voedingsindustrie doet het goed

In vergelijking met de totale groei van de industrie in België (+0,3%) en de groei van de voedingssector in onze buurlanden, doet de Belgische voedingsindustrie het erg goed. In 2012 werd een groei opgetekend van 3,7 procent en de laatste 7 jaar (2005-2012) is de omzet gestegen met 47 procent. “Deze resultaten liggen in lijn met onze ambitieuze groeistrategie FOOD2015”, stelt voorzitter Deryckere op de jaarvergadering van FEVIA.

FOOD 2015 werd vorig jaar gelanceerd als strategie om de positie van de Belgische voedingsindustrie op de (wereld)markt te versterken. Daarbij wordt vooral uitgegaan van het sterk innovatieve karakter van de sector, de hoge kwaliteit van de producten en de grote diversiteit in het productassortiment. Om die kwaliteiten extra in de verf te zetten, werd het project Food.be ‘small country, great food’ gelanceerd. Concreet wordt daarbij tussen 2011 en 2015 een groei vooropgesteld van 5 miljard euro op de buitenlandse markten en van 1 miljard euro op de binnenlandse markten. “Erg ambitieuze doelstellingen, maar de cijfers die we vandaag voorstellen, bevestigen dat ze realistisch zijn”, klinkt het.

Ten opzichte van de ons omringende landen en de totale Belgische industrie, doet de sector het opvallend goed. Van 2005 tot 2012 groeide de omzet van de sector met 46,9 procent, terwijl de groei in Nederland (+28,6%), Frankrijk (+25,2%), Duitsland (+26,1%) over diezelfde periode beduidend lager lag. De totale industriële sector in België groeide afgelopen jaar bovendien slechts 0,3 procent, terwijl de voedingsindustrie een groei kon optekenen van 3,7 procent. In totaal bedroeg die omzet 47,5 miljard euro, waarvan 39 miljard afkomstig van de Vlaamse voedingsbedrijven.

Deze positieve tendens wordt ook bevestigd in de resultaten van het eerste semester van dit jaar. Ten opzichte van het eerste semester vorig jaar is de omzet gestegen met 2,7 procent, terwijl die van de totale Belgische industrie is gedaald met 3,2 procent. Verder groeit de werkgelegenheid met 1,4 procent, terwijl het aantal voltijdse equivalenten in de industriesector afneemt met 3 procent.

Volgens Bernard Deryckere hebben de positieve resultaten te maken met de hoge eisen die de voedingsindustrie zichzelf al van oudsher oplegt, om aan de behoeften van de veeleisende Belgische consument te voldoen. “Wij hebben de lat altijd hoog gelegd, en daarvoor krijgen we nu meer en meer erkenning in het buitenland. Niet alleen onze chocolade en onze bieren doen het goed vandaag, ook onder meer ons vlees, meel en onze mout zijn in trek.”

De groei in de omzet van 2012 en 2013 is volgens FEVIA, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, dan ook vooral export-gedreven. In 2012 was de export goed voor 21,6 miljard euro, 4,4 procent meer dan in 2011. En in het eerste semester van 2013 stijgt de export opnieuw (+1,1 %), terwijl die van de totale industrie daalt (-0,6 %). “De voedingsindustrie is zelfs één van de enige in België met een positieve handelsbalans. Om nog maar eens te benadrukken dat de sector belangrijk is voor de economie van ons land.”

Maar ondanks de mooie resultaten, waarschuwt de federatie voor de toekomst. “We mogen niet op onze lauweren rusten en moeten nog meer inzetten op twee vlakken: onze competitiviteit en onze zichtbaarheid”, stelt directeur-generaal Chris Moris. De sector wordt immers geconfronteerd met een aantal uitdagingen. De loonkosten in België liggen 21,1 procent hoger dan in de ons omringende landen, en ook onze energiekosten zijn hoger, vooral voor kleine gebruikers zoals KMO’s. Die energieprijzen zullen de komende jaren bovendien nog fors stijgen.

“Beide factoren kunnen het voortbestaan van onze sector in gevaar brengen. Op lange termijn komt onze marge hierdoor onder druk te staan en dat is geen houdbare situatie. Er zijn intussen al wat maatregelen genomen om onze concurrentiepositie te verbeteren, zoals de lancering van een activaplan dat het aanwerven van laaggeschoolde jonge werklozen stimuleert, maar dat is niet voldoende. Het pleiten voor afdoende maatregelen vormt dan ook een prioriteit in 2014”, stelt Deryckere.

Een tweede element waar FEVIA in 2014 nog sterker wil op inzetten, is de zichtbaarheid van de sector. De kwaliteit en het innoverende karakter van de voedingsindustrie en haar producten moet meer in de kijker worden gezet. De communicatie rond Food.be wordt daarom opgevoerd. De sector zal met het logo onder meer aanwezig zijn op de wereldtentoonstelling in Milaan 2015 en meer proactief communiceren met stakeholders zoals pers en politiek via sociale en online media.

“Ik besluit dus dat we goed bezig zijn, maar dat we in de komende jaren onze sector nog competitiever moeten maken en uit onze schelp moeten kruipen”, vat Deryckere samen. Afsluitend wijst hij samen met Moris nog op het probleem met de certificaten voor export van het Voedselagentschap. "Als er niet snel meer geld komt voor het FAVV, dreigt de export van voeding naar landen buiten de Europese Unie stil te vallen", klinkt het.

Het Voedselagentschap waarschuwde vorige week dat door besparingen de uitvoering van haar kerntaken in het gedrang dreigt te komen. Zo zou er niet genoeg geld zijn om analyses uit te voeren of certificaten voor export af te leveren. En die laatste zijn nodig voor de export van voeding buiten Europa. "Als de regering niet snel met geld over de brug komt, worden er vanaf 1 december geen certificaten meer afgeleverd en dreigt de export stil te vallen." FAVV bevestigt dat er ernstige problemen zijn. "Wij wachten op een beslissing van het kernkabinet, maar zijn overtuigd van een positieve afloop", reageert woordvoerder Lieve Busschots