Belgische consument betaalt 15% meer voor voeding
nieuwsEen Belgische consument betaalt 15 procent meer voor zijn voedingswaren dan de gemiddelde prijs in de 27 EU-lidstaten, zo blijkt uit een vergelijkende studie van Eurostat. Het prijsverschil wordt niet alleen verklaard door andere taksen en een hoge levensstandaard. "De Belgische winkels bieden ook een ruimer gamma aan, wat een logistieke meerkost betekent", legt FEVIA-directeur Chris Moris uit.
Eurostat bracht in haar vergelijkende studie 500 producten in 37 landen in rekening. Daaruit blijkt dat de Denen het meeste geld besteden aan hun voeding. De prijzen liggen er 39 procent hoger dan het gemiddelde van de 27 EU-lidstaten. Ierland volgt het Scandinavische land op de hielen, daar is voeding 29 procent duurder dan in de rest van Europa. Al kan het nog duurder want een stapje buiten de EU-27 laat zien dat inwoners in Noorwegen (54%) en Zwitserland (41%) flink meer geld uitgeven voor hun eten dan de gemiddelde EU-burger.
Ook in België betaalt een consument een stuk meer voor zijn voeding dan het Europees gemiddelde: de prijzen liggen hier gemiddeld 15 procent hoger. België blijkt het duurste land voor vis te zijn: hier betaal je 28 procent meer dan het Europees gemiddelde. De prijs van brood en granen ligt 16 procent hoger. Voor vlees tel je in België een vijfde meer neer dan de gemiddelde EU-burger. Bij melk, kaas en eieren is er een gelijkaardig prijsverschil (122%).
Polen (64%), Bulgaren (68%) en Roemenen (68%) hoeven flink minder geld te besteden aan hun voeding. Meer verrassend is dat ook in Nederland (98%) en het Verenigd Koninkrijk (97%) de prijzen een flink stuk lager zijn dan in België. Voedingsproducten noteren wel gelijkaardige prijzen in de overige buurlanden: Luxemburg (117%), Duitsland (111%) en Frankrijk (110%).
Naast het verschil in taksen verklaart ook de hoge levensstandaard in België voor een deel de prijsverschillen. "Traditioneel is voeding duurder in landen met hoge inkomens", zegt Xavier Gellynck van de vakgroep Landbouweconomie aan de Universiteit Gent. "Ook het aandeel van landbouwgrondstoffen in de kostprijs van het eindproduct neemt af in dergelijke landen. Daardoor spelen de landelijke verschillen in loonkost, zowel in de verwerking- als in de distributiesector, een belangrijkere rol".
FEVIA, de sectororganisatie voor de voedingsindustrie, wijst ook op de structuur van de Belgische retailsector en op onze culturele voorkeuren. "In Belgische winkels vind je een veel ruimer en kwalitatiever aanbod dan in de ons omringende landen", vertelt algemeen directeur Chris Moris. "In het buitenland verkopen supermarkten doorgaans het huismerk en een nationaal merk. Hier is het aanbod producten veel ruimer. In het buitenland zetten winkels nog meer in op de laagste prijs, terwijl winkelketens in België ook kwaliteit en ruime keuze als troeven uitspelen".
Dat stuwt de gemiddelde prijs de hoogte in. Meer keuze betekent immers een ruimer aanbod en automatisch ook meer logistiek. "Vergelijk je de goedkoopste producten uit het gamma, dan zijn voedingsproducten niet zoveel duurder dan in het buitenland. Maar de duurdere merken trekken het gemiddelde op", nuanceert Moris de Eurostat-cijfers.
Bron: De Morgen