nieuws

België op het matje voor kostenterugwinning water

nieuws
België, Denemarken, Finland en Zweden moeten alle kosten verbonden aan het gebruik van water terugwinnen. Dat oordeelt de Europese Commissie. Ook voor landbouwirrigatie en het boren van waterputten voor agrarisch gebruik moet betaald worden.
27 oktober 2011  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:16
Lees meer over:

België, Denemarken, Finland en Zweden moeten alle kosten verbonden aan het gebruik van water terugwinnen. Dat oordeelt de Europese Commissie. In het verleden deden zij dat niet, aangezien ze onder ‘waterdiensten’ alleen drinkwatervoorziening en verwijdering of verwerking van afvalwater verstaan. Maar de Commissie ziet het begrip ruimer en schaart er ook landbouwirrigatie en het boren van waterputten voor agrarisch gebruik onder.

De Commissie vindt dat België en de drie Scandinavische landen het concept ‘waterdiensten’ onjuist hebben ingevuld, “met een ongepaste prijsstelling voor water tot gevolg”. Deze discussie heeft te maken met de kaderrichtlijn water, waarmee Europa zijn wateren wil beschermen. Een van de maatregelen is een verplicht kostenterugwinningsbeleid. Dat moet de milieu- en bronkosten in rekening brengen en uitgaan van het principe ‘de vervuiler betaalt’.

De vier betrokken lidstaten vinden dat de kostenterugwinning enkel van toepassing moet zijn op drinkwatervoorziening en op de verwijdering en verwerking van afvalwater. Maar Europa ziet dat anders. 'Waterdiensten' is volgens de Commissie een ruimer begrip dat ook wateronttrekking voor de koeling van industriële installaties omvat, evenals landbouwirrigatie, de opstuwing of opslag van oppervlaktewateren ten behoeve van de scheepvaart, bescherming tegen overstromingen, waterkrachtproductie en het boren van waterputten voor agrarisch, industrieel of particulier verbruik.

“Door deze activiteiten niet onder waterdiensten te catalogeren, wordt de volledige en correcte toepassing van de kaderrichtlijn water gehinderd", klinkt het. De Commissie stuurt de vier lidstaten daarom een met redenen omkleed advies met de vraag de nationale wetgeving aan te passen. Indien de landen geen antwoord geven binnen twee maanden, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Europees Hof van Justitie.

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek