BASF verkoopt Antwerpse productiesite voor kunstmest
nieuwsChemiereus BASF maakte dinsdag bekend dat het zijn meststoffenactiviteiten wil verkopen aan een industriële partner. Volgens BASF Antwerpen is de meststoffenproductie wel winstgevend maar geen kernactiviteit meer. Het bedrijf acht de tijd rijp voor een desinvestering nu in de markt voor kunstmeststoffen een consolidatie aan de gang is.
BASF heeft meststofactiviteiten in Antwerpen, het Franse Ottmarsheim en het Duitse Ludwigshafen. In Antwerpen zullen de activiteiten worden ondergebracht in een dochteronderneming die vervolgens kan worden verkocht. In Frankrijk gaat het om een joint-venture met Total-dochter GPN waar BASF uitstapt. De Duitse activiteiten zijn niet betrokken bij de transacties.
Het chemiebedrijf zoekt expliciet naar een industriële partner met meststoffenproductie als kernactiviteit. Die kan de installaties in Antwerpen overnemen, in een strategisch partnerschap met BASF. De productie blijft dus op dezelfde locatie, ingebed in het internationale BASF-Verbund. De transactie moet in het eerste kwartaal van 2012 worden afgerond.
In Antwerpen gaat het om drie productie-installaties, de grondstoffentoelevering daarvoor en de eigendom van drie salpeterzuurinstallaties die worden ingezet voor de meststoffen. In totaal zijn 331 arbeiders, bedienden en kaderleden betrokken. Zij behouden hun loon en arbeidsvoorwaarden, waaronder ook de toegezegde werkzekerheid tot eind 2014.
BASF Antwerpen benadrukt dat de verkoop van de meststoffenactiviteiten geen afbreuk doet aan de BASF-vestiging en haar rol in de groep. "We zoeken een onderneming die echt wil integreren in onze Verbundsstructuur en die duurzaam naar waarde schat", benadrukt Joris Van Droogenbroeck van de ondernemingsleiding.
BASF zoekt daarom een industriële speler die meststoffen tot zijn kernactiviteiten rekent. "Dat biedt perspectief aan de activiteiten en ook aan de medewerkers", legt Van Droogenbroeck uit. De betrokken installaties zijn overigens verstrengeld met andere BASF-activiteiten, via producten, energie of technische diensten. Het bedrijf wil niet in zee gaan met bijvoorbeeld investeringsfondsen die vooral op korte termijn werken, maar zoekt een industriële partner op langere termijn.
Volgens Van Droogenbroeck had de BASF-groep al in 1999 beslist de meststoffen niet als kernactiviteit te beschouwen. "BASF heeft enkel productie-installaties in Europa, terwijl Europa maar 11 procent vertegenwoordigt van de wereldmarkt in kunstmeststoffen. BASF heeft van die 11 procent zowat vijf procent in handen. We voeren deels wel uit naar Azië, maar de focus ligt toch op Europa", zegt Van Droogenbroeck.
Om een leidinggevende positie in te nemen, moet volgens hem fors geïnvesteerd worden, ook in groeimarkten als Azië waar BASF momenteel niet met productie aanwezig is. Meststoffen zijn nog wel winstgevend voor BASF Antwerpen, maar behoren niet meer tot de kernactiviteiten zodat beslist is om niet meer te investeren. "Op de markt zie je nu een speler met 20 procent en tal van andere met vijf procent, en daarbinnen is een consolidatie aan de gang. Daarom zijn de omstandigheden gunstig om zo'n desinvestering te bekijken", aldus Van Droogenbroeck.
De productiecapaciteit van BASF bedraagt 2,5 miljoen ton meststoffen, waarvan Antwerpen 2,15 miljoen ton voor zijn rekening neemt. De meststoffen zijn daarmee goed voor zes procent van de Antwerpse BASF-omzet. In 2000 werd tussen BASF en K+S Nitrogen (voorheen Fertiva) een distributieovereenkomst ondertekend voor alle door BASF geproduceerde meststoffen.
Bron: Belga/eigen verslaggeving