Antwerpen koploper in veeteelt en glastuinbouw
nieuwsGedeputeerde voor Landbouw Ludo Helsen en landbouwadviseur van de provincie Christel Claes stelden vrijdag de nieuwe brochure ‘Land- en tuinbouwsector in de provincie Antwerpen in cijfers’ voor. Daaruit blijkt dat veebedrijven in de provincie groter zijn dan het Vlaams gemiddelde en Antwerpen in het bijzonder koploper is in de sectoren vleeskalveren, pluimvee en melkvee, maar ook glastuinbouw.
De provincie Antwerpen wordt wel eens geassocieerd met de haven, industrie en verstedelijking, maar gedeputeerde Helsen wees meteen op het belang van de land- en tuinbouw. Zo is de landbouwsector de belangrijkste ruimtegebruiker in de provincie aangezien op 31 procent van de oppervlakte gewassen worden geteeld (89.908 ha).
“De landbouw is als bedrijfstak ook meer en meer verweven met het volledige economische systeem”, aldus Helsen. “Het geheel van land- en tuinbouwbedrijven, hun leveranciers en klanten, kortweg het agrocomplex, creëert in onze provincie een gezamenlijke toegevoegde waarde van 784 miljoen euro.”
In de provincie Antwerpen zijn 4.507 land- en tuinbouwbedrijven actief. De evolutie naar minder maar grotere bedrijven zet zich nog altijd door, net zoals in de rest van Vlaanderen. De provincie Antwerpen heeft een sterk uitgesproken positie in verschillende niches: in de sectoren glastuinbouw, vleeskalveren, pluimvee en melkvee heeft de provincie een toppositie binnen het Vlaamse landschap. De veeteelt- en glastuinbouwbedrijven zijn opmerkelijk groter dan in de andere Vlaamse provincies.
Nagenoeg een kwart van de Vlaamse rundveestapel bevindt zich in Antwerpen, net zoals 31 procent van de Vlaamse pluimveestapel en 75 procent van de vleeskalveren. Wat grondgebruik betreft zijn voedergewassen dan ook veruit de belangrijkste (83%) gewassen op de velden. In de Noorderkempen zijn de gemeenten terug te vinden met het grootste landbouwareaal én de grootste veestapel.
Ondanks de schaalvergroting haalt één op vijf bedrijven een extra inkomen uit verbreding. “Hoevetoerisme en –verkoop en groene zorg brengen producent en consument dichter bij elkaar. Het grote publiek maakt hierdoor opnieuw kennis met de landbouw”, wijst Christel Claes op het belang daarvan.
De 784 miljoen euro toegevoegde waarde die het agrocomplex realiseert, komt voor 43 procent op rekening van de land- en tuinbouwsector zelf. Leveranciers tekenen voor 23 procent en klanten van land- en tuinbouwers voor de overige 34 procent. Vergeleken met de andere Vlaamse provincies creëert de provincie Antwerpen na West-Vlaanderen de hoogste toegevoegde waarde in de land- en tuinbouw, namelijk 23 procent van het Vlaamse totaal.
“Kijken we naar de tewerkstelling, dan is 19 procent van de arbeidskrachten (10.589) in de land- en tuinbouw werkzaam in Antwerpen”, zegt Claes. Opvallend is dat wanneer bedrijfsleiders buiten beschouwing blijven, dit cijfer oploopt tot 31 procent. De landbouwadviseur van de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid van de provincie verklaart dit door de arbeidsintensiteit van sectoren als de groenteteelt in serres, sierteelt en boomkwekerij.
Het cijfermateriaal is verzameld in een publicatie die het resultaat is van verschillende studies die de provincie Antwerpen recent uitvoerde. De cijfers zijn onder meer gebaseerd op de landbouwenquête van de FOD Economie in 2009, de informatie van het Agentschap Landbouw en Visserij omtrent de verzamelaanvragen van 2009 en de mestbankaangifte van 2008. Bovendien voerden IDEA Consult en Agro-Business-Consultancy in opdracht van de provincie een studie uit naar de economische betekenis van het agrocomplex in de provincie Antwerpen.
De brochure kan gratis besteld worden bij de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid van de provincie Antwerpen: mail naar dlp@admin.provant.be
Beeld: provincie Antwerpen