In het lopende jachtseizoen 2018-2019 zijn in het zuiden van het land al meer dan 35.000 everzwijnen afgemaakt. Dat zijn er 28 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar en een absoluut record. Waals minister van Natuur en Bos René Collin maakte de cijfers bekend via de kranten van Sudpresse. “Dat er meer gejaagd wordt, heeft te maken met een te grote populatie everzwijnen, maar ook met de Afrikaanse varkenspest die in september 2018 werd vastgesteld in ons land”, klinkt het.
35.326: zoveel everzwijnen zijn er in Wallonië afgemaakt. Dat aantal zal uiteindelijk nog hoger liggen, want het jachtseizoen loopt nog tot eind juni. “De doelstelling was om dit jaar 30 procent meer everzwijnen te doden, en die doelstelling is dus bijna gehaald”, aldus Waals minister René Collin. Hij wijst erop dat de jagers hun rol van 'regulator' van de everzwijnpopulatie ter harte hebben genomen. De inspanningen moeten volgens hem voortgezet worden. “De bedoeling is om op twee jaar, dus tegen 1 maart 2020, het aantal everzwijnen met de helft te verminderen.” In de zones waar de Afrikaanse varkenspest werd vastgesteld, zou het dier zelfs volledig uitgeroeid moeten worden.
Vorige week werden rond Tintigny, in het hart van de observatiezone, nog verschillende besmette evers gevonden. Twee positieve dieren werden geschoten, 23 karkassen bleken besmet. Sinds de uitbraak in september 2018 zijn nu 765 besmette dieren gemeld aan de Wereldorganisatie voor Diergezondheid (OIE). “Het aantal besmette zwijnen stijgt opnieuw”, klinkt het. “De eerste weken van april waren redelijk rustig met respectievelijk 5, 10 en 17 gevallen.” Begin dit jaar werden er nog 60 gevallen gemeld in één week.