Afrikaans verzet tegen subsidies katoenboeren

Een groep West-Afrikaanse landen heeft binnen de Wereldhandelsorganisatie WTO geëist dat de VS, China en de Europese Unie stoppen met de subsidiëring van katoenboeren. Als ze dat niet doen, dreigen die landen ermee een akkoord over verdere liberalisering van de wereldhandel onmogelijk te maken.
11 juni 2003  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 13:53
Een groep West-Afrikaanse landen heeft binnen de Wereldhandelsorganisatie WTO geëist dat de VS, China en de Europese Unie stoppen met de subsidiëring van katoenboeren. Als ze dat niet doen, dreigen die landen ermee een akkoord over verdere liberalisering van de wereldhandel onmogelijk te maken.

Er broeit al maanden een groot ongenoegen over vooral de Amerikaanse subsidies aan hun katoenboeren. Hierdoor worden Afrikaanse katoenboeren uit de markt geconcurreerd, hoewel hun katoen beter is en veel goedkoper kan geproduceerd worden. Afrikaanse leiders leggen een directe link tussen hongersnood in hun land en de subsidies voor katoenboeren.

Vooral de Amerikaanse katoentelers krijgen massaal geld van de overheid. Jaarlijks betaalt de VS een 3,5 miljard euro aan directe betalingen en exportsubsidies. In China loopt dat bedrag op tot 1,4 miljard euro en in de Europese Unie (Spanje en Griekenland) 1,1 miljard euro. De West-Afrikaanse landen die het initiatief namen in het protest -Benin, Burkina Faso, Tsjaad, Mali en Togo- stellen dat zij jaarlijks een 300 miljoen euro minder export-inkomsten verdienen als gevolg van de subsidiëring in rijke(re) landen.

De normale procedure binnen de WTO is dat een land dat zich benadeeld voelt door overheidssteun in een ander land een procedure opstart voor de WTO-instanties. Zo'n procedure kan echter makkelijk twee jaar duren, en zoveel geduld willen de Afrikaanse leiders niet opbrengen. Daarom hanteren ze andere hefbomen. Zij eisen onmiddellijke schadeloosstelling door de betrokken landen, in afwachting van een snelle vermindering en op termijn de volledige afschaffing van de subsidies voor katoenboeren.

Zoniet willen de zowat twintig Afrikaanse landen een akkoord in Cancun in september blokkeren. In het Mexicaanse Cancun komen in september van de ministers van Handel van de WTO-lidstaten samen. Ze willen er de lopende onderhandelingen over verdere liberalisering van de wereldhandel (de zogenaamde Doha-ontwikkelingsronde) nieuwe impulsen geven.

De bedoeling is tegen 2005 verdere liberaliseringen door te voeren inzake handel in landbouwproducten, industriële producten en diensten. Officieel is het ook de bedoeling de positie van de ontwikkelingslanden in de wereldhandel te versterken. Het Afrikaanse dreigement klinkt zeker niet hol. Binnen de WTO kan alleen maar beslist worden bij consensus, wat iedere lidstaat een veto-recht oplevert. Bovendien is er steun van Brazilië, India en Pakistan.

De Europese Commissie reageert eerder positief op het Afrikaanse initiatief. Wij zijn ons bewust van het probleem en de omvang ervan, aldus EU-commissaris voor handel Pascal Lamy. Die ontkent dat de Europese subsidies een belangrijk nadeel zijn voor de Afrikanen. De Europese katoenproduktie beloopt slechts twee procent van de wereldproductie. Bovendien zijn er geen exportsubsidies voor katoen en is er een aftopping, om zo overproductie te vermijden. Europa verklaart zich bereid een daling van de subsidiëring te onderzoeken.

Lees ook: geVILT: "WTO ploegt door harde kluiten"

Bron: Belga</i>

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek