Al van bij de aankomst van de biggen op zijn bedrijf merkt de varkenshouder dat de dieren er slecht aan toe zijn. Maar liefst 15 procent sterft in de eerste 40 dagen na het transport. Bovendien lopen de kosten voor de varkensboer op voor het behandelen van de dieren. 

Hij confronteert de eigenaar van het vermeerderingsbedrijf en die legt de klacht niet zomaar naast zich neer. De eigenaar neemt contact op met DGZ om hem, samen met zijn bedrijfsdierenarts, te begeleiden naar een betere gezondheid van de biggen. Tegelijk wil hij van de gelegenheid gebruik maken om het antibioticagebruik op zijn bedrijf te bespreken, want hij heeft al langer de indruk dat dat veel te hoog ligt. Hij vindt het namelijk uiterst belangrijk om gezonde en weerbare biggen te kunnen leveren en zo een goede relatie te kunnen onderhouden met de afnemers van zijn biggen.

Wanneer Caroline Bonckaert, regiodierenarts bij DGZ, ter plaatse gaat, ziet ze de problemen bevestigd: de algemene toestand van de biggen is slecht, er zijn problemen met roetbiggen (huidaandoening door een bacterie) en het antibioticagebruik is hoog. Al snel vermoedt Bonckaert dat het Porcien Reproductief en Respiratoir Syndroom Virus (PRRSV) mogelijk een rol speelt in de problematiek van dit bedrijf. Want PRRSV vermindert de afweer van biggen en maakt ze gevoeliger voor bijkomende infecties. “Behandeling met antibiotica heeft dan weinig zin want het is de onderliggende oorzaak, namelijk PRRSV, die moet worden aangepakt”, vertelt Bonckaert. Om zeker te zijn dat PRRSV wel degelijk één van de oorzaken is, spreekt ze een aantal acties af met de varkenshouder en zijn bedrijfsdierenarts. 

Monitoring van de biggen 

Eerst en vooral raadt Bonckaert de veehouder aan om een aantal preventieve maatregelen te nemen. “Zo besteedt hij vanaf nu onder andere meer aandacht aan het gebruik van injectienaalden. Door regelmatig van naald te wisselen - minstens per nest - beperkt hij het risico op verspreiding van infecties”, legt de dierenarts uit. 

Ook het vaccinatieschema van de zeugen nemen ze onder de loep. Daaruit blijkt dat niet alleen de biggen maar ook de zeugen onvoldoende beschermd zijn tegen PRRSV. Daarom wordt er een aangepast vaccinatieschema opgesteld dat beter afgestemd is op de behoeften van het bedrijf. Tot slot adviseert Bonckaert om te starten met de PRRS-Monitor Biggen, een handige tool om inzicht te krijgen in de PRRSV-status bij de biggen in de biggenafdeling. 

Ongeveer een maand nadat de varkenshouder gestart is met zijn nieuwe manier van werken, voert hij samen met zijn bedrijfsdierenarts de eerste PRRS-Monitor Biggen uit. Het effect van de nieuwe aanpak op dit bedrijf blijkt al direct uit de resultaten: de circulatie van het virus in de biggenafdeling is sterk afgenomen. 

“Dankzij de snelle en kordate aanpak van de varkenshouder en zijn dierenarts is de gezondheid van de biggen er flink op vooruitgegaan”, merkt Bonckaert. De infectiedruk van PRRSV in de biggenafdeling is veel lager en wordt verder nauw opgevolgd dankzij de PRRS-Monitor Biggen. “Roetbiggen komen niet meer voor en de technische prestaties van de jonge dieren zijn duidelijk verbeterd. Bovendien is het antibioticagebruik aanzienlijk gedaald.” 

De veehouder is tevreden over de geboekte vooruitgang en beslist om de varkensboer en diens bedrijfsdierenarts uit te nodigen. Zo kan hij de koper ervan verzekeren dat hij nu wel gezonde biggen zal leveren die goed presteren en veel minder medicatie nodig hebben. “Dankzij de open communicatie, de coaching en de goede opvolging door de varkenshouder en zijn bedrijfsdierenarts zijn zowel de verkoper als de afnemer erop vooruitgegaan”, besluit Bonckaert.