Aanpassen of verdwijnen: op tournee langs boeren die kampen met grondschaarste

Landbouwgrond is een schaars goed, en dus moeten agrarische bedrijven creatief zijn, willen ze hun stiel naar behoren uitoefenen. Heel wat landbouwgronden zijn voer voor bouwprojecten, ‘vertuining’, ‘verpaarding’ of de ontwikkeling van natuur. Voor land- en tuinbouwers wordt landbouwgrond stilaan onbetaalbaar. Om hen weerbaar te maken tegen deze kentering, verzamelde de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) op 23 juni om meer te leren over de ruimtelijke uitdagingen op het platteland. De deelnemers bezochten drie land- en tuinbouwbedrijven rond Geel, met elk hun verhaal. 

27 juni 2023  – Laatst bijgewerkt om 28 juni 2023 13:34
Lees meer over:
Trezemieke

Varkensboer Keysers 

Eén van de haltes lag bij varkensboer Peter Keysers (46). Wanneer hij een kleine 20 jaar geleden klaar was om zijn ouders te volgen in de boerenstiel, ontbrak hem de ruimte om het erf uit te breiden met nieuwe varkensstallen. Daarom kocht hij in 1998 een oud varkensbedrijf in Dessel. Alle gebouwen werden gesloopt of gerenoveerd tot opslagplaats. De investering heeft geloond, maar nu is ook hier zijn toekomst onzeker. 

Aan ecologisch bewustzijn ligt het alvast niet. Peter investeerde in machinerie waarmee hij de reststromen uit de verwerkende industrie naar voeder omzet. “Denk bijvoorbeeld aan afgekeurde frietjes of biergist”, zegt hij. “Alles wordt samen verwerkt tot een brij waarmee ik de dieren voeder. Het is veel duurzamer dan moest ik ze voeden met meel of korrel, niet enkel omdat ik restproducten herwerk, maar ook omdat mijn waterverbruik zo een pak lager ligt.” 

Peter Keysers

Minstens zo fier is Peter op zijn installatie waarmee hij de stallen ammoniak-emissiearm maakt. Maar ondanks alles, is de toekomst van zijn bedrijf niet zo rooskleurig als zijn biggen. Op 750 meter van zijn bedrijf ligt een habitatrichtlijngebied. De varkenshouderij is voorlopig vergund tot 2026. Maar of verder investeren nog verstandig is, dat weet hij niet. 

Als één van de zovelen moet Peter afwegen of hij gaat voor een afkoopregeling of niet. Maar die beslissing gaat niet over één nacht ijs. “Ik heb nog steeds niet beslist”, zegt Peter. “De opkoopregeling voor varkens was geen optie voor mij omdat ik veel te snel moest beslissen. Uiteindelijk is deze ook uitgesteld wegens veel animo. Op dit moment heeft mijn bedrijf geen grote impact op de natuur, maar toch zit ik met een donkeroranje bedrijf. Zal ik dus stoppen? Ik weet het niet. Vanaf 2050 heb ik geen keuze meer. Ik ben dus wel bang voor wat de toekomst zal brengen.” 

Peter hoopt dus ook dat het beleid hem handvaten zal bieden om de juiste keuzes te maken.

Mosterdzaadje 

Tuur Van Geel (35) van Het Mosterdzaadje uit Mol heeft sinds enkele jaren een biologische zelfplukboerderij. Daar biedt hij groentepakketten aan en houdt hij een kudde schapen waarvan je een kuddeaandeel kunt verwerven in ruil voor vlees. Nu wil hij uitbreiden naar een grotere site in Balen, maar dat is niet evident. Er is weinig ondersteuning om de bestaande gebouwen en installaties opnieuw in te richten en aan te passen. 

Nieuwe boeren zijn zeldzaam, maar in 2016 stampte Tuur zijn eigen landbouwbedrijf uit de grond. “In 2016 ben ik begonnen in de Peperstraat in Achterbos, Mol op negen kilometer van hier. Daar heb ik één jaar gezeten maar ben ik moeten vertrekken door gebrek aan grondzekerheid. Daarna ben ik in de – gelukkig ruime – tuin van mijn ouders beland. Daar heb ik van 2017 tot en met 2019 kunnen boeren, en dan ben ik verhuisd naar een ander stuk grond in 2020.” 

Mosterdzaadje

Sinds 2020 heeft Tuur zijn zelfplukboerderij in de Koekoekstraat in Mol, maar de nood groeit aan een groter terrein. In 2021 kocht hij de nieuwe percelen in Balen. Een groot deel van een oude boerderij, minus het woonhuis. “Dat had een miljoen euro gekost”, zegt Tuur. “Te duur, dus dat is gegaan naar een andere bieder die er nu prachtig woont.” 

Wel inbegrepen: een collectie bouwvallige oude stallen. “Ooit waren dit melkveestallen”, zegt Tuur. “Later zijn deze gekocht door een Nederlander die er ‘Nederlandse kruiden’ gekweekt heeft. Sinds een nachtelijke inval verblijft de man nu in een permanent hotel, en dus heb ik deze percelen van hem overgekocht. Spijtig genoeg zijn de verwarmingsinstallaties en lampen van de vorige eigenaar in beslag genomen, want deze had ik zelf goed kunnen gebruiken voor mijn eigen kippen en planten.”

DSC_0205

De asbesthoudende stallen afbreken zou Tuur handenvol geld kosten, zonder de garantie dat hij nadien de vergunning zou krijgen om er de beoogde nieuwe constructies te plaatsen. Het probleem ontwijken door elders op het perceel hoevegebouwen te bouwen, kan ook niet zomaar. Het domein bevindt zich in waardevol agrarisch gebied, en dus mag hij het uitzicht van het landschap niet verstoren met een nieuwe constructie. “Een oplossing zou de asbestsubsidie kunnen zijn”, zegt Tuur. “Ik wacht nog steeds tot ze deze weer in leven roepen. In 2021 had Vlaanderen voor 1.500 projecten subsidiegelden beschikbaar gesteld."

Tuur was er bij deze eerste oproep niet bij. "Verwijder ik zelf mijn asbest, dan kost het me belachelijk veel geld”, zucht de boer.

Als hij geluk heeft, loopt het dit jaar beter. Op maandag 26 juni herhaalde OVAM haar oproep voor deze asbestsubsidies, met een limiet van 1.200 kandidaten. 

Trezemieke 

Diversificatie is het sleutelwoord bij Tuur Vandeweyer (40) en Stephanie Van Hove (37) van Trezemieke in Retie. Het koppel koesterde al lang een landbouwdroom, en kocht in 2012 de leegstaande hoeve in Retie. Na grondige verbouwingen runnen ze er een natuurinclusief vleesveebedrijf. Ze hebben daarnaast veel oog voor verbredende activiteiten. 

“We zijn geen boerenzoon en -dochter”, zegt Tuur. “Dat is sowieso een unicum in de sector. Ik heb daarnaast nog een bedrijf, een adviesbureau voor duurzame landbouw. En dus wilde ik bewijzen dat het kan. We hebben gekozen voor een vleesveebedrijf omdat dit net iets simpeler is dan melkvee. Al het vlees dat we produceren is in korte keten en wordt in de eigen winkel verkocht.”

Trezemieke (2)

“Wij boeren met de luxueuze koe. Ze krijgen geen krachtvoer. We voeden hen zoveel mogelijk met gras en daar maken ze hun product mee. Gras kunnen we als mens toch niet opeten. We hebben hoge en lage graspercelen. Als de hoge percelen stilvallen omdat ze hoog en droog liggen, brengen de lage goed op. En zoals we hier bewijzen, kan je koeien echt wel vet krijgen met gras.” 

“Omdat we geen grond hadden van thuis uit, ben ik in eerste instantie met ANB gaan babbelen. De eerste jaren heb ik 25 hectare in concessie gekregen, voor 5 jaar.” 

Nadien kochten Tuur en Stephanie hun huidig bedrijf. “Dat ik een andere job heb, en dus ook ander inkomen, hielp om de bank te overtuigen van mijn project”, zegt Tuur.

Het koppel kan vandaag goede cijfers voorleggen. “We hebben verschillende inkomsten”, zegt Tuur. “We doen niet enkel vlees. Met 40 koeien lukt dat niet, zelfs niet in de korte keten. Daarom besloten we te verbreden. We zijn een zorgboerderij en we doen verjaardagsfeestjes, buitenspeeldagen en andere activiteiten. We benutten alle ruimte maximaal. Onze ruimte boven verhuren we als vergaderzalen voor bedrijven. Zo brengen we ook de gewone burger terug bij de boer.” 

Trezemieke stokpaard

“Ik snap natuurlijk dat dit niet altijd haalbaar is”, nuanceert Tuur. “Als je een kippenbedrijf hebt met 60.000 kippen, kan je uit hygiënische overweging niet de deuren opensmijten. Maar ik kan boeren wel aanraden op één of andere manier connectie te maken met de burger.” 

“En belangrijkst van al: je kan je route misschien uitstippelen voor de eerste tien jaar, maar wees altijd bereid je plannen te wijzigen.” 

Beleid 

De Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) weet echter dat de oplossingen niet enkel van de boeren kunnen komen. “Europese beleidskaders moeten voldoende ruimte bieden om de beleidsdoelstellingen te realiseren en dus rekening houden met de specifieke situatie van land- en tuinbouw in het sterk verstedelijkte Vlaanderen. Naast een actiever socio-economisch beleid rond landbouw en andere beleidstopics vormt ruimte voor maatwerk beslist een kernthema voor het Europees Voorzitterschap”, zegt Lode Ceyssens, ondervoorzitter SALV en voorzitter van Boerenbond. 

“Zes jaar nadat de SALV toegang tot grond en infrastructuur als één van de vijf grote uitdagingen voor een duurzame toekomst heeft aangewezen, kan iedereen vaststellen dat de ruimtelijke uitdagingen er niet minder op zijn geworden”, zegt SALV-voorzitter en voorzitter van ABS Hendrik Vandamme. “Aan het agrarisch onroerend goed wordt voortdurend geknabbeld. In zijn Visienota onderlijnde de SALV dan ook de nood aan een coherent beschermend ruimtelijk beleid, met slagkrachtigere instrumenten en met als uitgangspunt de herwaardering van voedselproductie en de andere ecosysteemdiensten die de landbouw levert.” 

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek