Vleesveebedrijf krijgt gemiddeld 58 procent van bedrijfsinkomen in directe steun

nieuws

In de Vlaamse landbouwsector was de rechtstreekse steun in de periode 2018-2022 goed voor 20 procent van het bedrijfsinkomen en 4 procent van de opbrengst. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. Vooral vleesveebedrijven zijn afhankelijk van rechtstreekse steun, dat aandeel bedraagt 58,4 procent van het bedrijfsinkomen en zou neerkomen op een gemiddelde van 20.200 euro per bedrijf. Een groot verschil met glastuinbouwbedrijven waar de steun onder de 1 procent blijkt te liggen.

2 juli 2024 Jozefien Verstraete
Lees meer over:
vleesveevleeskoewitblauw

Het aandeel rechtstreekse steun van landbouwbedrijven hield in de periode 2018-2022 4,4 procent in van de opbrengst en 20 procent van het bedrijfsinkomen. Het aandeel was het grootst bij gespecialiseerde vleesveebedrijven. Bij deze bedrijven lag het aandeel van de rechtstreekse steun op 11,8 procent van de opbrengst en 58,4 procent van het bedrijfsinkomen. “Dat is een gevolg van een hoog bedrag van rechtstreekse steun waar de zoogkoeienpremie onder valt, en een lage totale opbrengst en bedrijfsinkomen bij deze bedrijven”, duidt het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. “Van alle sectoren is het bedrijfsinkomen in de beschouwde periode het laagst bij vleesveebedrijven.” De rechtstreekse steun komt bij de vleesveehouderij uit op een gemiddelde van 20.200 euro per bedrijf.

De bedrijfstypes melkvee en akkerbouw haalden een aandeel van rechtstreekse steun in de opbrengst van respectievelijk 4,6 procent en 9,7 procent, voor het bedrijfsinkomen was dat 15,9 procent en 27,9 procent. De varkenshouderij was met 11,7 procent van het bedrijfsinkomen iets minder afhankelijk van directe steun. De gemiddelde steun per bedrijf bedroeg in de melkveehouderij 18.500 euro, in de akkerbouw 15.700 euro en een varkenshouderij kreeg gemiddeld 8.500 euro steun. Deze bedragen per bedrijf zijn telkens vijfjarige gemiddeldes genomen uit een groep van 600 landbouwbedrijven, die daarna geëxtrapoleerd zijn naar de volledige sector.

In de tuinbouw ten slotte is het percentage van de rechtstreekse steun in de opbrengst (0,4%) en het bedrijfsinkomen (1,7%) zeer laag. Rechtstreekse steun is in de glastuinbouw nagenoeg onbestaande aangezien het areaal onder glas hiervoor niet in aanmerking komt. Glastuinbouwbedrijven kunnen, net als de andere landbouwbedrijven, ook gebruik maken van het VLIF (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds). VLIF ondersteunt duurzame investeringen die de structuur en rendabiliteit van de land- en tuinbouwbedrijven verbeteren.

Directe steun, bedrijfsinkomen en totale opbrengsten, per sector (5-jarig gemiddelde, euro per bedri

Wat is rechtstreekse steun?

Rechtstreekse steun is de inkomenssteun die landbouwers ontvangen uit de eerste pijler van het Europese landbouwbeleid. Het gaat voornamelijk om bedrijfstoeslag/toeslagrechten, basisbetalingen, betalingen voor vergroening, betalingen voor jonge landbouwers en zoogkoeienpremies. “Momenteel biedt de directe steun een vangnet om het inkomen van landbouwers te ondersteunen en inkomensstabiliteit te bevorderen”, schrijft het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. “Het inkomen van landbouwers ligt immers nog steeds significant onder dat van de totale economie.” Over de periode 2012-2021, lag het gemiddelde inkomen in de totale landbouwsector 17,5 procent lager dan het gemiddeld inkomen van een loontrekkende in Vlaanderen. Dit gemiddelde vertelt overigens niet het volledige verhaal, er zijn namelijk grote verschillen in de deelsectoren. Zo ligt het inkomen in de tuinbouw over de ganse periode gemiddeld 51 procent hoger dan het inkomen van de loontrekkende Vlaming. Het gemiddeld familiaal inkomen in de deelsector landbouw ligt echter een pak lager en is gemiddeld 40 procent minder dan het inkomen van de loontrekkende.

“Belangrijk bij de rechtstreekse steun is het feit dat deze steun over de jaren heen in steeds grotere mate afhankelijk gemaakt is aan het voldoen van een aantal randvoorwaarden in het kader van milieubescherming, dierenwelzijn en voedselveiligheid”, duidt het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. Zo werd tien jaar geleden, boven op de randvoorwaarden, een deel van de directe inkomenssteun gelinkt aan het voldoen aan een aantal vergroeningseisen. “In die zin wordt de directe steun eveneens beschouwd als compensatie voor de extra normen en eisen vanuit de maatschappij voor EU-landbouwers, waar de import van niet-EU-landbouwers niet aan moet voldoen”, klinkt het.

Schermafbeelding 2024-07-02 164026
Wat is het gemiddelde inkomen van een landbouwer op een familiebedrijf?
Uitgelicht
Een landbouwer op een familiebedrijf verdient netto gemiddeld 38.064 euro per jaar. Dat is 17,3 procent minder dan het gemiddelde van de Vlaamse werknemers. Toch zijn grote ve...
17 maart 2023 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek